Liesbet Colson en Saar Fivez
“‘Mijnbouw zet de lokale bevolking buitenspel in het noorden van Peru’
© Saar Fivez
© Saar Fivez
Grootschalige mijnbouwprojecten groeien exponentieel in Peru, waardoor de lokale bevolking zich alsmaar meer ontpopt tot daadkrachtige verdedigers van hun rechten.
Latijns-Amerika is al een tijdje in trek. Canada, China, Amerika …: de grotere wereldspelers verlekkeren zich allen op een stukje exotische grond. Zo ook hier in Peru. Helaas niet omwille van de sappige mango, lekkere cavia of toeristische trekpleisters zoals Machu Picchu en het Titicacameer. Integendeel, het gaat hier om harde business: mineralen zijn de bron van een soort neokoloniale golf die al jaren duurt en hoogstwaarschijnlijk nog even zal doorgaan. Een verhaal waarin de lokale bevolking steeds vaker gepasseerd wordt.
Exploratie en exploitatie van onder andere goud, zilver en koper zijn zeer lucratief. Vers geld en moderne technologie deden heel wat zuiderse regeringen over stag gaan. De economie van vele Latijns-Amerikaanse landen, rijk aan deze essentiële mineralen, is dus grotendeels gebaseerd op extractivisme. De vele vrijhandelsakkoorden die worden afgesloten, zijn daar directe getuigen van. Zo bestaat er ook eentje tussen Europa en Peru, het land dat dit jaar onze tweede thuis is. Europa wordt hierdoor verzekerd van grondstoffenimport.
Peru, een mijnenveld
Anno 2018 is mijnbouw in Peru verantwoordelijk voor 12 procent van het Bruto Nationaal Product en 57 procent van de export. Schommelende grondstofprijzen zorgen echter voor onzekere inkomsten, maar in plaats van radicaal voor een ander economiemodel te kiezen, besloot Peru recent om het toelatingsproces voor grootschalige projecten nóg te vergemakkelijken. Hierdoor wordt verwacht dat dit jaar nog een dozijn nieuwe, erg winstgevende projecten groen licht krijgen. Vers geld dat ergens in de hogere rangen blijft hangen en niet tot bij de lokale bevolking geraakt.
De mijn gaat verder onder een nieuwe naam. Een trucje dat wel vaker wordt toegepast.
Misschien herinner je je het megaproject Yanacocha en de uitbreiding Conga nog, hier in het Noorden van Peru? In 2012 werd er zwaar geprotesteerd tegen die uitbreiding en tot ieders verbazing werd het project stilgelegd. Stilgelegd. Niet afgeblazen, welteverstaan.
Onlangs bereikte ons in alle stilte het nieuws dat de Yanacocha mijn open blijft tot 2027. Normaal gezien zou de exploitatie eind vorig jaar z’n einde bereikt hebben, maar Newmont Mining Corp’s kreeg de toelating om een uitbreiding door te voeren ter waarde van 250 miljoen dollar. Zo blijft de exploitatie nog tien jaar doorgaan, met een jaarlijkse productie van 5670 kilo goud. De mijn gaat verder onder een nieuwe naam: Quecher Main. Dit zorgt ervoor dat de lokale bevolking in de war is: gaat het nu wel of niet over Yanacocha? Een trucje dat wel vaker wordt toegepast.
Condebamba: van hemel tot hel
De groene vallei van Condebamba | © Saar Fivez
Maar eigenlijk willen we je een ander, minder bekend verhaal vertellen. We nemen je daarom graag mee naar een prachtige groene vallei, vol avocadobomen, maisvelden, caviaboerderijen (cavia is hier geen huisdier, maar staat op het menu van elk zichzelf respecterend restaurantje) en andere fruit- en groententeelt. We hebben het hier over de vallei van Condebamba, een kleine honderd kilometer ten zuiden van Cajamarca, in de provincie Cajabamba.
En de lokale bevolking? Die wordt (ruw) buiten spel gezet en moet de gevolgen dragen.
Terwijl de strijd tegen de Yanacocha mijn in 2012 stevig woedde en de focus vooral lag op het protesteren tegen de uitbreiding, profiteerde een ander mijnbouwbedrijf ervan om geluidloos zijn intrede te doen in deze nabijgelegen vallei. Het Canadese bedrijf Tahoe Perú Shahuindo bouwde in 2013 de openpitmijn Shahuindo en begon in 2016 met de exploitatie ervan. Per dag verwerkt de mijn gemiddeld 10.000 ton. Elke ton bevat ongeveer 0,515 gram goud en 7,10 gram zilver. Dat lijkt misschien weinig, maar één gram goud is ongeveer 43 dollar waard en één gram zilver 17 dollar. De tweede helft van 2018 wordt er zelfs een productie van 36.000 ton per dag verwacht …
De groene vallei Condebamba met de mijn Shahuindo op de achtergrond | © Saar Fivez
En de lokale bevolking? Die wordt (ruw) buiten spel gezet en moet de gevolgen dragen. Mijnbouw vraagt veel water wat een groot tekort voor de landbouwactiviteiten en huishoudens van de gemeenschappen met zich meebrengt. Ter compensatie krijgt elk huis een watertank voor de deur, maar dat is slechts een pleister op de wonde.
Tot overmaat van ramp ontstond er op 18 januari 2018 een enorm lek in één van de afvalputten van de mijn. Dit chemische mengsel stroomde richting vallei, vervuilde het water en vernietigde hele velden. De geur was van ver waarneembaar en kinderen en ouderen ondervonden gezondheidsproblemen. De autoriteiten kwamen en namen nota, maar er volgde geen concrete actie tot oplossing. Het verantwoordelijke bedrijf wast zijn handen in onschuld door het te omschrijven als “een natuurlijk fenomeen”. De hevige regens tijdens dit natte seizoen waren de boosdoener …
De politie, uw vriend?
Het zal je dan wellicht niet verbazen dat mijnbouw tot conflict leidt. Onderzoek brengt een bijna perfecte correlatie aan het licht. Mario Perez-Rincon en Nick Meynen tonen duidelijk aan in hun artikel More mining leads to more fighting van 17 januari 2018 hoe de slachtoffers van zulk conflict en onrecht zich ontwikkelen tot strijders ter bescherming van het milieu en duurzaamheid.
Ook in de vallei van Condebamba is dat niet anders. Tahoe wil het hele dorp Chorobamba herlokaliseren om er bureaus en een cafetaria voor het personeel neer te poten. Dit betekent dat de lokale bevolking zijn waardevolle akkers en huizen moet verlaten. Chorobamba, sinds 1973 wettelijk erkend en reeds evenveel jaar een bloeiende boerengemeenschap, wil echter niet wijken. Ze bezitten documenten die bewijzen dat ze sinds 1980 rechtelijke eigenaar zijn van dit stukje hemel op aarde, dus ze laten zich niet zomaar wegjagen van hun generaties lange thuis. Hoe zou je zelf zijn?
Vernielde avocadoplantage | © Liesbet Colson
Als antwoord op deze ongehoorzaamheid, onderneemt de politie actie. De overheid durft die al eens in te schakelen als het om mijnbouw gaat, het goudhaantje van de Peruaanse economie. Op 15 december 2017 werden de velden vernietigd: avocadobomen die reeds dertig jaar bloeien en groeien, gingen in één dag tegen de grond. Huizen werden vernield, maïs en cavia’s gestolen. De politie, uw vriend? Hier lijkt het meer een instantie die je kan oproepen om het vuile werk op te knappen. Het geweld stopt echter niet. Op 4 januari 2018 vielen gewapende mannen de gemeenschap opnieuw binnen. Het resultaat: vijf gewonden, waarvan drie in het ziekenhuis en één tot op de dag van vandaag nog steeds in coma.
Samen sterk
Toespraak van een plaatselijke leider | © Saar Fivez
Bij de inwoners heerst nu een realistische schrik dat deze bedreigingen zullen toenemen tot de mijn krijgt wat het wil. Ze willen daarom een duidelijk en krachtig antwoord bieden. Samen staan ze sterk, dus op 15 januari 2018 werden de verschillende boerengemeenschappen van de vallei bijeengeroepen. De situatie werd een hele dag lang uitvoerig besproken. Toespraken, sommige rustig, anderen vol passie en woede, volgden elkaar in sneltempo op. De verontwaardiging was groot:
‘In welk land leven we? Een land dat de rechten van de boeren negeert!’
‘Het Peruaanse volk wordt weer slaaf en beseft het niet eens!’
‘Het neoliberale model keert terug en is een kanker dat wetten maakt tegen de boerengemeenschappen!’
De sprekers riepen het volk op zich te verenigen, het heft in eigen handen te nemen en hun rechten op te eisen. Op dinsdag 30 januari 2018 volgde een grote protestmars in Cajabamba.
Protestmars in Cajabamba | © Louise Hubinont
Het wordt afwachten wat het protest deze keer bereikt. Wordt het project stilgelegd zoals Conga, gaat de mijnbouw onverdroten voort of zal de overheid het deze keer anders aanpakken en streven naar een ethisch verantwoordde mijnbouw? De vraag is echter of deze wel bestaat.
In het licht van de economie worden mensenrechten vaak met de voeten getreden. Mijnbouw volledig bannen, lijkt vandaag de dag een illusie. Het zou echter al een hele stap vooruit zijn moesten mijnbouwbedrijven en overheden niet enkel de economische belangen laten primeren, maar ook de lokale bevolking en ecologische rechtvaardigheid omarmen.