Niet alleen centen, maar ook andere engagementen

Blog

Niet alleen centen, maar ook andere engagementen

Niet alleen centen, maar ook andere engagementen
Niet alleen centen, maar ook andere engagementen

In de nasleep van de conferentie ging tot nu toe de meeste aandacht naar de 1,5 miljard dollar die werd toegezegd voor het GPE-fonds. De conferentie ging echter over meer dan dat alleen. Naast de aanvulling van het GPE fonds met nieuwe middelen kende de conferentie twee bijkomende doelstellingen.

Ten eerste wilde de conferentie 5 miljard dollar extra middelen voor basisonderwijs verzamelen via andere kanalen dan het GPE-fonds, zoals bilaterale uitgaven van donorlanden, uitgaven van multilaterale organisaties, private fondsen, ngo’s en privébedrijven. Bijna alle donorlanden, ngo’s, private fondsen en privébedrijven aanwezig op de conferentie hebben één of meerdere bedragen genoemd. In hoeverre het hier over reeds bestaande engagementen gaat of om echt nieuwe toezeggingen is echter zeer moeilijk uit te maken. Het GPE-secretariaat gaat dit de komende dagen, weken en maanden land per land, donor per donor uitzoeken.

Daarnaast wilde de conferentie ook bijkomende toezeggingen van overheden in ontwikkelingslanden. Het Global Partnership for Education is immers opgevat als een samenwerkingsverband tussen ontwikkelingslanden, donoren, ngo’s en de privésector. Het mag zeker niet uitsluitend een donorclub zijn. Ook ontwikkelingslanden worden verwacht hun deel van koek bij te dragen.

Niet dat daar trouwens enige twijfel over moet bestaan. Het allergrootste deel van de middelen die gebruikt worden om kinderen in het Zuiden naar school te laten gaan, komen van de overheden van ontwikkelingslanden. Gemiddeld spenderen ontwikkelingslanden 8,9 % van hun nationaal budget aan de sector basisonderwijs. Vaak een stuk meer dan wat rijkere landen in basisonderwijs investeren. Bovendien hebben vele ontwikkelingslanden de laatste jaren al serieuze inspanningen gedaan om het percentage van hun budget voor basisonderwijs te verhogen. Toch zijn de 30 ontwikkelingslanden die aanwezig waren op de conferentie erin geslaagd om bijkomend 2,2 miljard dollar toe te zeggen voor het basisonderwijs in hun landen. Sommige landen verhoogden hun budgetten voor basisonderwijs met enkele honderden miljoenen, anderen verdubbelden zelfs het bedrag dat ze aan basisonderwijs zullen besteden.

Het ging over meer dan geld alleen

Ondanks al het gegoochel met cijfers en bedragen ging het in Kopenhagen niet alleen over geld. De conferentie wilde ook de nadruk leggen op het belang van bijkomende inspanningen voor meisjes in onderwijs en het behalen van betere onderwijsresultaten. Want nog al te vaak gaan kinderen naar school zonder veel bij te leren. Als we de uitspraken van de vertegenwoordigers van donorlanden en ontwikkelingslanden mogen geloven, zal daar in de volgende jaren hard werk van gemaakt worden.

Om iets te doen aan de situatie van meisjes in het onderwijs, werd er gesproken over de aanwerving van tienduizenden vrouwelijke leerkrachten, het oprichten van moedergroepen om meisjes op school te ondersteunen, bewustmakingscampagnes om families te overtuigen om hun dochters naar school te sturen, gender stereotypen in lesmethoden en lesinhouden aan te pakken en traditionele praktijken die onderwijs voor meisjes in gevaar brengen(zoals uithuwelijken), strenger aan te pakken.

Om ervoor te zorgen dat de leerresultaten van kinderen verbeteren, werd er onder andere toegezegd om honderdduizenden nieuwe leerkrachten te recruteren. Zo kunnen er kleinere klassen komen. Systemen waarbij leerkrachten twee of drie klassen per dag les moeten geven, behoren dan tot het verleden. Dit komt ook het aantal lesuren dat effectief les gegeven wordt ten goede.

Ontwikkelingslanden beloofden ook meer te investeren in kleuteronderwijs en de ondersteuning van de gezondheid en ontwikkeling van jonge kinderen. Zo kunnen kinderen goed voorbereid en gezond aan de lagere school beginnen. Ze zullen beter kunnen leren en betere resultaten halen. Landen beloofden ook de onderwijsresultaten beter te meten zodat er tijdig kan worden bijgestuurd als blijkt dat kinderen niet voldoende bijleren op school.

Kortom, er werd niet alleen over geld gesproken. Er werden ook concrete beloftes gedaan die er in praktijk voor moeten zorgen dat er meer kinderen naar school gaan, dat kinderen betere onderwijsresultaten halen en dat de situatie van meisjes in het onderwijs verbetert.

Hoe nu verder met het GPE Fonds?

Nu de conferentie voorbij is en de resultaten min of meer bekend, hoe gaat dit verhaal nu verder?

Het GPE-secretariaat zal op zoek moeten naar het resterende 1 miljard dollar die nodig is voor het GPE-fonds. Ze zal daarvoor enerzijds de traditionele donorenlanden aanspreken die nog geen beloftes hebben gedaan voor 2012, 2013 en 2014. Plan België zal er alleszins naar blijven streven dat de volgende Belgische regering snel een significante toezegging voor de volgende jaren doet aan het GPE fonds.

Door zich enkel te richten op de traditionele donorlanden zal het GPE secretariaat er echter niet in slagen om het resterende miljard dollar te verzamelen. Vandaar dat nu al de blik gericht wordt op de zogeheten ‘emerging donors’. Daarmee worden ‘nieuwe’ donorlanden zoals Brazilië, China, de landen uit het Midden-Oosten, Rusland, enzovoort bedoeld. Benieuwd of het GPE er bij hen in slaagt het resterende bedrag te verzamelen.

Tot slot is er ook sprake van om een deel van de opbrengst van een toekomstige belasting op financiële transacties (de zogenaamde Tobintaks of Robin Hood taks) aan te wenden om het GPE-fonds te spijzen. In hoeverre dit een concrete piste is, is op dit moment nog niet duidelijk. Er zal vast en zeker nog een hartig woordje over gesproken moeten worden.