“‘Niet alles kommer en kwel in de favela’s van Rio’
Wie de Braziliaanse favela’s niet kent, heeft waarschijnlijk niet direct de ambitie er een voet binnen te zetten. Moest dat toch het geval zijn, voorziet men zich voor de zekerheid misschien van peperspray en een olifantenvel, voorbereid op schrijnende armoede en de mogelijkheid in ieder steegje een Li’l Zé tegen het lijf te lopen.
Rocinha, Rio’s grootste favela, rond vier uur ‘s middags. Ik wordt net niet omvergekegeld door een van de vele mototaxi’s, die zich gezwind een weg baant tussen toeterende auto’s, achteruitrijdende bussen in de bocht en een sporadisch verkiezingscampagneawagentje, dat met een swingend en vooral heel luid deuntje het nummer van hun kandidaat in een Ohrwurm probeert te veranderen.
Rocinha’s drukke hoofdstraten worden niet enkel gevuld door het drukke verkeer, maar ook door een grote mensenmassa. Moeders en vaders hebben hun kinderen van school gehaald, komen terug van het werk, doen inkopen in de supermarkt of hebben gewoon zeer dringend een manicure nodig.
Verrassingen
Inderdaad, het leven rond vier uur ’s middags is in deze favela net hetzelfde zoals op zoveel plaatsen ter wereld en staat ver van de ellende die er vaak mee geassocieerd wordt. Favela’s zitten vol verrassingen. Bijvoorbeeld de verborgen pareltjes in Helena’s brecho, een tweedehandswinkeltje in de favela Vidigal waar je Nabokovs Lolita in het Portugees kan lezen en de uitgebreide platencollectie van de charmante eigenares kan bewonderen. Ze toont ook met plezier en een tikkeltje trots de rest van haar huis, en maakt plannen voor een groot verjaardagsfeest. Iedereen is uitgenodigd voor haar 51e verjaardag, Helena heeft immers niets dan vrienden.
Favela’s zijn dus allesbehalve kommer en kwel, maar evenmin één groot feest. Het kraam vol ondersteboven hangende kaalgeplukte kippen in Rocinha is niet de enige plaats met een gewelddadig verleden en de Human Development Index van de favela’s ligt beduidend lager dan die van de omliggende rijke buurten. De realiteit van de favela’s in Rio de Janeiro is zeer complex en verschillend voor iedere specifieke favela.
De positieve kanten ervan mogen echter wel wat meer aan bod komen, want hoe meer mensen een positiever en realistischer beeld van de favela’s hebben, hoe moeilijker de overheid met de gedwongen onteigeningen van favelabewoners wegkomt. Zeker in het licht van het WK in 2014 en de Olympische Spelen van 2016 zijn onteigeningen een grote dreiging voor heel wat bewoners, die vaak machteloos moeten toekijken hoe hun rechten zonder veel problemen geschonden worden.
Cijfers
22% van de bevolking van Rio de Janeiro woont in favela’s. Vele huizen die ontstonden als vlug in elkaar geflanste constructies werden het levenswerk van de bewoners en moeten tegenwoordig amper onderdoen voor huizen in de formele sector. Bijna allemaal zijn ze van baksteen gemaakt en ook elektriciteit en water zijn in zowat ieder huis aanwezig. In absolute cijfers woont zo’n 1,39 miljoen Carioca’s in favela’s en dat is natuurlijk niet allemaal gespuis.
In één van de duurste steden ter wereld zijn favela’s voor veel mensen gewoon de enige betaalbare plaats om te wonen. Sommigen bewoners wonen er al heel hun leven en zouden zich geen betere thuis kunnen inbeelden, anderen komen uit een ander deel van het land, maar houden evenveel van hun nieuwe buren, hun nieuwe tandarts en hun nieuwe açai- en sapjesverkopers. 90% van de favelabewoners heeft een job en in de 36% van de gemeenschappen die met drugshandel kampten, was minder dan twee procent van de bewoners hierbij betrokken. Momenteel is dit cijfer nog veel kleiner geworden, aangezien de favela’s in aanloop naar de mega-evenementen van 2014 en 2016 opgeschoond werden door de Unidade de Policia Pacificadora, kortweg UPP, waarover later meer.