Omzien naar de toekomst

Blog

Omzien naar de toekomst

Er zijn antropologen die beweren dat voor Andesvolkeren de toekomst (het ongeziene, nog ongekende) zich achter de rug bevindt, terwijl zij het verleden (het reeds gekende, beleefde) voor ogen zouden te hebben. Over de geldigheid van deze stelling, willen we het nu niet hebben.

Laat ons gewoon enkele recente feitjes bekijken om zo een blik op te vangen van wat de toekomst ons verborgen houdt. Er is de laatste twee maanden zoveel om handen geweest, dat we alleen maar enkele tema’s eventjes ter sprake kunnen brengen.

1.Politiek

Voor begin december zijn nationale verkiezingen uitgeschreven, en dus is de strijd reeds aan de gang. Evo Morales is opnieuw presidentskandidaat en heeft alle reden om zich zelfzeker op te stellen. De volkssteun is groot. De oppositie lijkt noch programa, noch eenheidskandidaat te hebben.
Een dozijn gegadigden schuiven zichzelf naar voren en blijkbaar wil niemand van wijken weten. De geschiedenis leert echter dat men vaak tot het allerlaatste moment terrein en stemmen zoekt te veroveren, om dan uiteindelijk toch bij te draaien om zich op zijn minst van een regionale vertegenwoordiging of machtspositie  te verzekeren.

2. Kerken.

Op de nationale feestdag (6 augustus) opteerde de kerk ervoor niet deel te nemen aan interreligieuze of oecumenische vieringen, maar wel in de kathedralen het Te Deum te behouden, ongeacht de deelname van gezagsdragers.
Er werd, na deze en andere krachtmetingen, dan toch zopas een nieuwe overeenkomst voor vijf jaar ondertekent die ruime mogelijkheden en vrijheid biedt aan de katholieke kerk voor haar religieuze en sociale activiteiten. Dit bewijst niet alleen dat er van kerkvervolging geen sprake is, maar ook dat men in verkiezingstijden behoedzaam afweegt hoe men het meeste stemmen kan behouden of bijwinnen.

3. Plurinationale staat.

Ter gelegenheid van de nationale feest heeft er in telkens een andere departement een optocht plaats van militairen en afgevaardigden van de 36 naties die Bolivia rijk is. Dit jaar was Oruro aan de beurt. Een groep Vlamingen, op inleefreis met Broederlijk Delen, konden een glimp opvangen van de trots en de zelfzekerheid op de gezichten van duizenden traditionele leiders die in volle ornaat aan de optocht deelnamen.
Daarna konden ze vaststellen hoe in de dorpen de laatste jaren toch wel vernieuwing en verbetering is gekomen.
En tenslotte mochten ze een paar dagen meeleven met families in afgelegen boerderijtjes, waar toch zo weinig op verandering en ontwikkeling wijst. Mensen die meer mogelijkheden verwerven, investeren die niet in hun voorouderlijke woon- en werkplaats, maar in het hoofddorp en de steden. Welke toekomst is er voor de heroplevende Andesvolkeren weggelegd?

4. Mijnbouw.

Het lag in de lijn van de verwachtingen en zo gebeurde: de multinationale goudreus Newmont verkocht Inti Raymi (goudmijnen Kori Kollo en Kori Chaca bij Oruro) aan een Boliviaanse maatschappij, onder voorwaarde dat die alle sociale en ecologische schulden op zich nam. De winst is afgeroomd, de Bolivianen moeten het nu maar onder mekaar uitvechten.
Intussen werken we  verder aan vervulling van de beloften en de overeenkomsten die de overheid, meerdere mijnbedrijven en tientallen geaffecteerde rurale gemeenschappen een paar maanden geleden tijdens werkvergaderingen hebben besproken en ondertekend.
Ook hebben we vorige week op CEPA bezoek gekregen van een afvaardiging van de UNO om de mijn-milieuproblematiek in Oruro te bespreken.
Onlangs zijn ook de vier mensen van CEPA (Centrum voor Ecologie en Andesvolkeren) en CORIDUP (Coordinatie-orgaan  onder rurale gemeenschappen ter verdediging van de Desaguadero-rivier en het Uru Uru- en Poopó-meer) die naar een vormingssessie en bijeenkomst trokken, georganiseerd door  CATAPA (Vlaamse solidaire vrijwilligersorganisatie) in Guatemala rond mijn- en milieuproblematiek, vol goede moed teruggekeerd om verder de strijd aan te binden tegen de mijnvervuiling van waters en gronden.

5. Onderzoek.

PIEB (een programa voor sociaal onderzoek in Bolivia, in Oruro vertegenwoordigd door CEPA) schreef verscheidene wedstrijden uit. Onlangs werden de eindverslagen van de zes onderzoeken, ja, ook al over vervuiling door mijnbouw, voorgedragen.
Voor onderzoeken rond de quinua-teelt in Oruro en Potosí en het impact op de eco-sistemen werden 28 voorstellen ingediend en voor studies over racisme en interetnische relaties op nationaal vlak 39 proyecten, waaronder meerdere door CEPA. Jammer genoeg, zullen heel weinig voorstellen voor subsidie in aanmerking komen. 
Morgen stellen we in de prefectuur vier eigen CEPA-uitgaven voor, over de ecologische situatie van het Uru Uru-meer, over milieuwetgeving en met een reeks studie en voorstellen over hoe de mijnvervuiling aan te pakken.
Een tijdje geleden was Koen de Munter hier voor de presentatie van het boek over interculturaliteit die hij samen met  mensen hier ter plaatse bijeenschreef en tot vorige week was Anton, ook van de universiteit van Gent, grond-en watermonsters aan het nemen tot op de bodem van de goudmijnput van Kori Chaca.
Er worden grote inspanningen geleverd om kennis te verwerven, te begrijpen wat er gaande is en te vinden waar de oorzaken van en de oplossingen voor de problemen liggen.

6. Jongeren.

Maar het mooiste aanbod uit het verleden met hoop voor de toekomst, kwam deze week dan toch van jongeren. Aan hen hebben we trouwens ons wekelijks radioprogramma “Context” van de groep Amerindia gewijd.
Een dozijn jonge mensen, die tien jaar geleden als adolescenten onder de stuwing van Sari Stoops, toen hier vrijwilligerster van Broederlijk Delen, de jeugdwerking rond de milieuproblematiek in CEPA op gang trokken, kwamen bijeen. Toen ze het middelbaar onderwijs beeindigden hadden ze mekaar uit het oog verloren; intussen zijn de meesten  afgestudeerd. Sommigen hadden mekaar in jaren niet meer gezien. Ze stellen voor binnen CEPA hun werkgroep Agenda 21 opnieuw op te starten. Wat hebben we hen te bieden?
Hun getuigenissen over wat CEPA voor hen heeft betekend, heeft me alvast gesterkt in de overtuiging dat het goed is bovenal te investeren in de vorming van mensen. Vorige week heeft binnen CEPA de School voor Milieuleiders haar vormingsciclus beeindigd en volgende week begint de Waterschool (la Escuela del Agua).