Opgepakt aan de grens

Blog

Opgepakt aan de grens

‘No es no.’ Aldus een snor aan de grens. ‘Buitenlanders mogen niet aan politieke activiteiten deelnemen in El Salvador. Terug naar Guatemala met jullie bus.’ Duidelijk een snor van weinig woorden.

Acht uur rijden in een busje met twaalf Guatemalteken om van een zenuwachtige grenswacht te horen dat je het land, aan de vooravond van een historische verkiezing, niet binnen mag? We zijn nochtans officieel uitgenodigd in San Isidro, El Salvador. Niet om aan politiek te doen, wel om over de goudmijn in het Westen van Guatemala te komen vertellen aan boeren in dezelfde schuit.

Plan B. Andere grenspost. Mijn Zapatista T-shirt en het Ché-petje van mijn collega worden ingewisseld voor een minder revolutionaire plunje. Ik overweeg de cowboyhoed van een boer die naast me zit maar dat is vast even verdacht.

Een vrouwelijke snor deze keer. Waar we heen gaan?
- Naar het strand.
- Welk strand?
- El Zonte. (In koor, want dat hadden we gerepeteerd.)
- Zijn jullie daar uitgenodigd?
- Neen… ja. Neen! (Dat hadden we niet gerepeteerd.)
- Veel plezier.

Vijftien minuten op Salvadoraanse bodem later: politiecontrole. De smeris werpt een blik op mijn paspoort, klikt triomfantelijk zijn gsm open: ‘Ik heb ze te pakken, maat.’ Gerepatrouilleerd, beboet en de grens over gezet. Plan C zal van het FMLN zondag moeten komen.