Over de "lelijke" zwarte en de "beeldschone" blanke

Blog

Over de "lelijke" zwarte en de "beeldschone" blanke

In ons buurland, de Dominicaanse Republiek, waar ik twee weken ben om Spaans te leren, is het al "ras" wat de klok slaat. Sinds de kolonisatie is er een bonte mengelmoes ontstaan door het "samengaan" van Spanjaarden en Afrikaanse slaven. Hierdoor tref je er een heel rijk palet aan huidskleuren en haartypes aan. Jammer is echter dat Mama Afrika niet de appreciatie krijgt die ze verdient.

De drie driftige soldaten

De bus van Dajabòn naar Santiago houdt elke keer halt wanneer we langs een militaire checkpoint passeren. Omdat er een enorme toevloed is van Haïtianen zonder papieren, is er veel controle. De eerste militair stapte kordaat de bus door tot bij de zwarten achterin en brulde “paspoort!” Aan mij, ook zichtbaar een vreemde eend in de bijt, werd niets gevraagd. De tweede soldaat vatte post aan de ingang en dwong de donkerste reizigers -met driftige gebaren- zich tot bij hem te reppen. Ik en alle andere kleurschakeringen bleven wederom buiten schot. De derde ging helemaal uit de bocht. Van in het deurgat schreeuwde hij “Hé, lelijke (“feo”) daar, papieren!”

De bruiloft van Gurabo

Op dit huwelijksfeest – en meteen ook doop van hun kindje- was werkelijk aan alles gedacht. Er was een cameraploeg, een bloemenmeisje (dat helaas zonder zweem van enige elegantie de bloemblaadjes op de grond sméét), een zatte nonkel (die absoluut Bachata met mij wou dansen) en een professionele fotografe. Deze probeerde alle mogelijke poses bij de drie etages hoge bruidstaart uit met alle mogelijke familieleden. Hij is met achttien thuis en haar opa had drieëntwintig kinderen met drie verschillende vrouwen. Zo tegen tien uur ‘s avonds konden we dus pas aanschuiven aan het buffet. De uitgehongerde eerste tafels schepten hun borden zo bulkensvol dat er voor de laatste (die van de kinderen en de onze) enkel nog de “kruimels” restten. Helaas was op deze bruiloft Jezus niet van de partij, zodat we thuis nog maar een koekje aten voor het slapengaan.

Over het gras aan de overkant

De Dominicanen spreken letterlijk over “goed –sluik- haar” (pelo bueno) en “slecht – kroes- haar” (pelo malo). Alles wordt dan ook in het werk gesteld om van die – nochtans prachtige- lokken af te geraken. Ze  worden met chemische producten bewerkt, gestreken en in ontkrullende spelden gedraaid. Op hun huid smeren de dames allerlei crèmes om er zo lelieblank mogelijk uit te zien.

Blank-o-folie

Gewapend met flodderbroek en allesverhullende T-shirt, fluiten de “haantjes” me hier nog steevast na: “Rubia!” (Blondje??). Het neefje van mijn lerares Spaans keek me de eerste keer aan alsof ik zo uit een sprookje gestapt kwam en zei plechtig: “Tu eres preciosa!”, wat volgens mijn woordenboek “beeldschoon” betekent. De meest beklijvende ervaring was deze met onze doodzieke buurman. De laatste dagen was hij in een soort coma-achtige toestand waarin er niet meer met hem te communiceren viel.  Ik probeerde dan maar mijn medeleven uit te drukken door zacht te glimlachen naar zijn glazige ogen. Plots verschenen daar pretlichtjes en –als bij wonder- spràk hij twee woorden: “Qué bonita!” (Wat mooi!)