“‘Palestijnen van Sheikh Jarrah geteisterd door onteigening en settlers’
Present op de betoging in Sheikh Jarrah op vrijdag om vijftien uur stipt. Er zijn hoop en al dertig mensen, vooral Israëlische activisten, aanwezig. Geen overweldigend succes dus. Na acht jaar elke vrijdag trouw betogen, lijkt enkel de harde kern van activisten overgebleven. Een Palestijnse man staat op de voorgrond met een groot spandoek en een wapperende Palestijnse vlag in zijn handen. Hij woont in Sheikh Jarrah, een buurt in Oost-Jeruzalem die geteisterd wordt door onteigening en de aanwezigheid van settlers. Palestijnen worden door de Israëlische autoriteiten uit hun huizen gegooid en vervolgens nemen settlers hun plaats in.
De basis voor de onteigeningen in Sheikh Jarrah is terug te vinden in het Israëlisch recht.
In 1970 werd een wet uitgevaardigd die betrekking heeft op Joodse eigendommen in Oost-Jeruzalem voor de Nakba van 1948.
Palestijnen, gevlucht uit o.a. West-Jeruzalem, gingen destijds in deze leegstaande huizen in Oost-Jeruzalem wonen met toestemming van de Jordaanse autoriteiten die op dat moment regeerden over Oost-Jeruzalem en de West Bank.
Met de bezetting in 1967 viel Oost-Jeruzalem in handen van Israël en werd het gebied de facto geannexeerd. Israëlisch recht wordt er toegepast en Israël beschouwt Oost-Jeruzalem als integraal onderdeel van zijn grondgebied. De annexatie wordt echter niet erkend door de internationale gemeenschap.
Schending van fundamentele mensenrechten vormt de basis van Israëlisch recht
De Wet van 1970 vereist dat deze eigendommen overgedragen worden aan hun pre-1948 eigenaars. Deze regelgeving wordt nu gebruikt door settlers om huizen in buurten zoals Sheikh Jarrah over te nemen. Het omgekeerde is niet mogelijk voor Palestijnen die eigendom hadden in West-Jeruzalem voor 1948. Volgens het Internationaal Humanitair Recht (IHR) heeft Israël in principe de verplichting om de geldende wetgeving in bezet Palestijns gebied ongewijzigd te laten en m.a.w. geen nieuwe wetgeving uit te vaardigen. Op de koop toe is de Wet van 1970 op zich strijdig met het IHR aangezien het de transfer van de Israëlische burgerbevolking naar bezet gebied faciliteert en de beschermde Palestijnse bevolking gedwongen verplaatst.
Met deze wetgeving probeert Israël het demografisch evenwicht in Palestijnse buurten die rond de oude stad liggen te wijzigen.
Met deze wetgeving probeert Israël het demografisch evenwicht in Palestijnse buurten die rond de oude stad liggen te wijzigen zodat de oude stad omringd zou worden door een Joodse meerderheid van Oost naar West en Jeruzalem een de facto Joodse stad zou worden.
De inwoners van Sheikh Jarrah vechten deze praktijken aan in de Israëlische rechtbanken, maar het lijkt een verloren zaak. Zoals gewoonlijk spelen de door Israël uitgevaardigde rechtsregels, die geen uitstaans hebben met rechtvaardigheid of het respect voor de mensenrechten, in het voordeel van de settlers.
Betoging Sheikh Jarrah op vrijdag
© Marjan Claes
Palestijnse families geteisterd door settlers
Samen met Samer zitten we op een stoeltje in de zon voor zijn huis. Hij vertelt ons het verhaal van Sheikh Jarrah van naaldje tot draadje. Op zich lijkt het een ingewikkeld kluwen van historische gebeurtenissen en rechtsregels. Maar wanneer Samer ons foto’s toont en we rond ons zien wat er aan het gebeuren is, wordt alles glashelder. Op de foto’s zie ik een man die een paar maanden geleden overleden is aan een beroerte nadat zijn familie uit hun huis verjaagd werd; een groep settlers met haatvolle smalende tronies; een settler die met een kalasjnikov Palestijnen op straat voor hun huis bedreigd; een oude vrouw die weggeduwd wordt door settlers wanneer ze haar huis probeert te beschermen. De beelden zijn pijnlijk.
De familie werd op gewelddadige wijze uit hun huis gegooid, ze kregen niet eens tijd om hun spullen te verzamelen.
Terwijl we praten, zien we een settler binnenwandelen in een huis aan de overkant van de straat. Op het dak prijken een gigantische menora, Hebreeuwse geschriften en verschillende camera’s. Dit huis behoort toe aan de Hanoun familie. In 2009 om 4u30 ‘s ochtends werden de ramen en deur opgeblazen door de Israëlische politie. De familie werd op gewelddadige wijze uit hun huis gegooid, ze kregen niet eens tijd om hun spullen te verzamelen. Nog geen half uur na deze gruwelijke gebeurtenis, keek de familie lijdzaam toe hoe settlers hun huis innamen. De volgende zes maanden kampeerde de familie op de straat voor haar huis uit protest tegen het gebeurde, zonder resultaat.
Ondertussen blijven settlers af en aan lopen, ik denk dat ze zich klaarmaken voor de shabbat. Wanneer Samer een settler ziet, wijst hij hem aan en zegt met luide stem ‘Do you see this stupid man, he is stupid’. Het zal niet de laatste keer zijn die namiddag dat ik het woord ‘stupid’ hoor. Samer zegt dat hij kalm moet blijven omdat hij pas vrijgelaten is uit de Israëlische gevangenis. Wanneer hij problemen zou krijgen met de settlers, is hij degene die gearresteerd wordt. Een groep van hen staart ons aan. Wanneer Samer naar hen wijst, lachen ze hem in zijn gezicht uit. Ik zie ze lachend wegrijden in hun auto. Ik heb een eindeloze bewondering voor de Palestijnen die dag in dag uit in deze omstandigheden moeten zien te overleven en ondanks deze nachtmerrie nog een glimlach op hun gezicht kunnen toveren.
Samer toont ons het huis van zijn buurman waar eveneens settlers wonen. In totaal werden tot nu toe zes woningen van Palestijnen onteigend. Dit gebeurde met ondersteuning van de Israëlische politie en het is de Israëlische politie die nu instaat voor de bewaking ervan. Het huis waar we naar kijken is van de El Kurd familie. In 2000 breidden ze hun huis uit. Ze deden dit zonder bouwvergunning omdat de Israëlische autoriteiten weigerden hen toestemming te verlenen zonder een aanvaardbare reden. Ze werden uit het verlengde deel van hun huis dat zonder vergunning gebouwd werd gezet, dienden de sleutel af te geven en moesten een boete van 25000 dollar betalen. In november 2009 trokken er settlers in…
Sticker met symbool Lehava
© Marjan Claes
Naast het huis zien we een bromfiets staan waar een sticker op plakt van ‘Lehava’. Dit is een extreem rechtse gewelddadige Joodse groepering. Lehava is een acroniem voor ‘het voorkomen van assimilatie in het heilige land’. Drie van hun leden werden in december 2014 gearresteerd op verdenking van brandstichting in een school in Jeruzalem waar zowel Palestijnen als Israëli’s studeren, een symbool van co-existentie. Op de muren van de school stonden slogans zoals ‘dood aan de Arabieren’ en ‘je kan niet samenleven met een kanker’ te lezen. Dit is het soort mensen waar de Palestijnen hier gedwongen mee samenleven.
‘This is my home, this is Israel, God gave us this land!’.
Wanneer we de tuin inlopen zien we de settlers voor het huis zitten, overal hangen camera’s. Samer speelt het spel mee en heeft op zijn beurt ook camera’s geplaatst om hen te filmen.
Wanneer een van hen langs ons loopt vraagt Samer hem wat hij hier doet. Het is een jonge man.
Hij raakt Samer aan wanneer hij met een grote grijns op zijn gezicht roept ‘This is my home, this is Israel, God gave us this land!’. Achteraf vernemen we dat hier jongeren geplaatst worden die beschouwd worden als probleemjongeren binnen de orthodoxe gemeenschap.
Achter het huis waar de settlers leven, woont de Al Kurd familie. Ze wonen zo goed als samen met de settlers. Wanneer ze hun huis verlaten, moeten ze steeds langs hen passeren. De familie dreigt nu ook uitgezet te worden uit hun oorspronkelijke huis.
Elke dag worden de Palestijnen die hier leven geconfronteerd met settlers die hen uitdagen. Niet alleen door hun aanwezigheid, maar ook door hun onrespectvol en gewelddadig gedrag. Wanneer Samer ons richting oude stad rijdt, zien we hoe een groep van settlers een Palestijnse jongen lastigvalt. De straten in de buurt van Damascus gate, in het Palestijns gedeelte van Jeruzalem zijn gevuld met ultra-orthodoxe Joden die in het midden van de straten lopen alsof ze van hen zijn.