Paso Piraju: wat overblijft van het paradijs

Blog

Paso Piraju: wat overblijft van het paradijs

Paso Piraju: wat overblijft van het paradijs
Paso Piraju: wat overblijft van het paradijs

De eerste gemeenschap die we bezoeken, Paso Piraju, ligt niet ver van de stad Dourados. De verwelkoming door de cacique - de leider - en zijn familie is bijzonder hartelijk: er wordt gedanst, gezongen en muziek gemaakt.

Wanneer we van de bus stappen komt een meisje op ons toegelopen en brengt een rode streep aan op onze wangen. We worden uitgenodigd om mee te dansen. De dans wordt begeleid door een klaaglijk gezang. Al dansend gaan we naar het dorpscentrum, een open plek voor het schoolgebouw. We zetten ons in een cirkel rondom cacique Carlito, die uitlegt dat Paso Piraju “dorp van het bos” betekent. Ten tijde van zijn ouders en grootouders was dit een bosrijke omgeving vol wild en fruit, een echt paradijs.

Vandaag kan de gemeenschap niet genoeg voedsel produceren om van te leven, want de grond is uitgeput. De meeste bomen zijn gekapt door de grootgrondbezitters die de Indianen van deze plek wegjoegen. Er wonen teveel mensen op het kleine gebied van amper 40 hectare. Dat verstoort de sociale organisatie van de gemeenschap en leidt tot conflicten.

Carlitos doet zijn beklag over de Cestas Basicas, dat zijn de voedselpakketten van de overheid. Die voedselhulp is ontoereikend voor de gemeenschap. Tegelijk is het vernederend ervan afhankelijk te zijn. “Hier zijn onze ware voedselpakketten”, zegt Carlitos fel en hij wijst naar de grond. Inderdaad, de Guarani weten maar al te goed dat de aarde al het voedsel kan voortbrengen dat hun gemeenschap nodig heeft. En dat is de essentie van hun strijd voor voldoende land.

We krijgen een rondleiding in het dorp en zien hoe de mensen leven. Ze bezetten deze lap grond nog maar enkele jaren. We zien hoe ze hun hutten gebouwd hebben, welke gewassen ze aangeplant hebben. Water moeten ze nog vaak uit de (vervuilde) rivier halen, omdat hun waterput dikwijls droog staat door water dat opgepompt wordt om de omringende sojavelden te irrigeren.

Bovenop de moeilijke levensomstandigheden is er de constante dreiging van het grootgrondbezit in de omstreken. Sinds deze gronden in aanmerking komen voor toekenning aan hun oorspronkelijke bewoners, worden ze regelmatig lastiggevallen en bedreigd. Twee jaar geleden kwam het tot een handgemeen waarbij twee politiemensen omkwamen. Zij waren zonder officieel bevel, in naam van de fazendeiros, het dorp binnengedrongen.

De oprukkende soja- en suikerrietplantages leggen een zware hypotheek op de haalbaarheid van de afbakening, erkenning en toewijzing van de traditionele gronden van dit volk. Een ernstig probleem, want zonder toegang tot deze gronden is elk beleid om schendingen van het recht op voedsel van de guarani te vermijden, bij voorbaat gedoemd om te mislukken.