Private eigendom als electorale munt

Simon Horsten

19 maart 2010
Blog

Private eigendom als electorale munt

Chávez’ politieke levensvatbaarheid hangt grotendeels af van zijn ver doorgedreven populisme, en dat moet na elf jaar presidentschap almaar vaker worden gespijsd met spectaculaire, mediagenieke en provocatieve acties of beslissingen. Onteigeningen, bijvoorbeeld, live op televisie.

“Privébezit moet ten dienste staan van het maatschappelijk belang,” zo luidt Chávez’ devies. Reden genoeg om industriegebouwen, landbouwgebieden, winkelcentra, huizen en leegstaande terreinen naar eigen goeddunken te accapareren. Omdat dat goed staat op televisie, omdat het de daadkracht van een staatsman toont, omdat de armere Venezolanen (het leeuwendeel van zijn electoraat) zo met eigen ogen kunnen zien dat Chávez goed voor hen zorgt. Dat er van het bouwen van ‘socialistische’ woningen op zo’n onteigend terrein vaak niets terechtkomt, is weinig relevant: het doel is bereikt, de boodschap overgekomen. De enkelingen die merken dat de beloftes zelden of slechts deels worden nagekomen, wegen niet op tegen de massa kiezers die Chávez in actie heeft gezien.

Theatraal gebaar

Vorige maand maakte hij het weer erg bont. In zijn wekelijkse, urenlange tv-show Aló Presidente wandelde hij met de burgemeester van Caracas, Jorge Rodríguez, en het gebruikelijke applauspubliek in rode outfit over de Plaza Bolívar, de Grote Markt van de hoofdstad. “Wat voor gebouw is dit, meneer de burgemeester?” “Dat zijn winkels, mijnheer de President.” “¡Exprópiese!” (“Onteigenen!”). Het historische centrum dient in staatshanden te zijn, en dus gebood Chávez de onteigening van verscheidene gebouwen, zonder zich iets aan te trekken van de jobs en woonplaatsen die hij zo met een theatraal gebaar wegvaagde.

Een verbitterde eigenares van een winkelzaak luchtte achteraf haar hart op de grootste overgebleven oppositiezender Globovisión (door Chávez ‘Globoterror’ genoemd): “Gaat u mijn mensen werkgeven, President? (…) Kapotmaken is makkelijk, iets opbouwen veel moeilijker.”

Huizen voor het volk

In de provinciehoofdstad Barquisimeto is onlangs dan weer een industrieterrein van 213.400 m2 onteigend. Vierentwintig bedrijven moeten opkrassen, waaronder ook een gebouw van de grootste bier- en voedselproducent van het land, Polar, waarmee Chávez een geschil heeft.

In een enquête geeft viervijfde van de stadsbewoners aan niet akkoord te gaan met de beslissing. Bovendien gelooft het grootste deel van de ondervraagden niet dat de beloofde huizen voor ‘het volk’ er zullen komen. Overigens zijn het zulke enquêtes en peilingen die Chávez almaar drastischer doen handelen: voor het eerst in jaren komen er verkiezingen aan waarvan niet al op voorhand in de sterren staat geschreven dat Chávez en de zijnen ze zullen winnen. De parlementsverkiezingen van 26 september zijn dan ook cruciaal voor het voortbestaan van het chavista-bestuur en voor een geloofwaardig functioneren van de Venezolaanse democratie.

Grondverschuivingen

Op een subtielere en bijgevolg nog pijnlijkere manier dan in Aló Presidente wordt het kiespubliek elders in Venezuela bespeeld, en dan vooral in Mérida, de universiteitsstad in het Andesgebergte waar ik momenteel woon.

De Ley de Tierras Urbanas (‘Wet betreffende Stadsterreinen’) van een halfjaar geleden stelt in artikel 33, ‘Verzekerde bewaring van terreinen’, dat de ‘georganiseerde gemeenschap’ als ‘bewaker’ (‘custodio’) kan optreden van terreinen in de stad die voorwerp zijn van een onteigeningsprocedure of ‘zonder nut’ zijn verklaard. Wel mogen de bewakers in geen geval de terreinen bezetten. (originele tekst: “La comunidad organizada del lugar donde se encuentre ubicada la tierra urbana, cuestionada, podrán actuar como custodio de las tierras en proceso y las que hayan sido declaradas sin uso, a fin de asegurar el bien de posibles invasiones. En ningún caso podrán los custodios ocupar estas tierras.”)

Chávez beloofde dat zulke ‘bewaakte terreinen’ nadien door de overheid gekocht zullen worden en volgebouwd met woningen. Wanneer dat zou gebeuren, zei hij er niet bij.

De laatste weken zijn in Mérida tientallen terreinen, voornamelijk van de Universidad de Los Andes (ULA), in bewaring genomen door bewoners die in Chávez nog steeds hun enige hoop op beterschap zien. De catch is dat die terreinen helemaal niet ‘zonder nut’ zijn verklaard of anderszins in aanmerking komen voor onteigening door de overheid. Meer zelfs: heel wat van de bezette percelen zijn om geografische redenen (i.e. gevaar op grondverschuivingen) ongeschikt om op te bouwen. En de lokale overheid heeft daarenboven helemaal de financiële middelen niet om al die terreinen te kopen, laat staan er huizen op te plaatsen.

Rechteloosheid

De situatie is intriest: overal in de stad hangen rond terreinen spandoeken met leuzes als ‘Terrein in bewaring!!! Presidentieel decreet’ en ‘Waardige woningen voor een socialistisch volk’. Voor de ingang zijn armzalige tentjes opgesteld en houden hele families, soms gewapend, dag en nacht de wacht. Hoe lang ze moeten wachten, weten ze niet, maar tot aan de verkiezingen in september zullen ze in ieder geval aan het lijntje worden gehouden.

De overheden, allemaal bevolkt door chavista’s, doen niets: noch de custodios effectief helpen, noch het groeiende veiligheidsprobleem aanpakken van mensen die het recht in eigen handen nemen. Ze houden enkel de illusies van arme Venezolanen in stand en huldigen, met groot gevaar voor de openbare orde, de ‘macht van het volk’. Doordat (semi-)misdaden door chavista-aanhangers niet vervolgd worden, groeit bij een groot deel van de bevolking het gevoel van rechteloosheid. Zoals ik in mijn vorige bericht al schreef: het Venezolaanse rechtssysteem is zijn onafhankelijkheid kwijt en totaal onbetrouwbaar geworden.

Eén ‘bewaakt’ terrein, van Mérida uit half de bergen in, is teruggenomen door de studenten van de ULA: de Jardín Botánico. Ze hingen op hun beurt spandoeken op: ‘Gebied in bewaring door studenten’ en ‘De Botanische Tuin onderricht en bewaart de schoonheid van Mérida’.

Chávez en zijn acolieten zien hun populariteit in de peilingen dalen en zetten dus de grove middelen in. De onteigeningen en terreinbewakers zijn maar één voorbeeld. Alleen al de laatste week werden ook voorstellen gelanceerd om het internet te censureren en het parlement om te vormen tot ‘Gemeenschappelijk parlement’ (‘gemeenschappelijk’ als antoniem van ‘bourgeois’).

Wie wint hier nu bij? Voorlopig niemand. Chávez speelt hoog spel: hij bindt zijn kiezers sterker aan zich, maar drijft een groot deel van de bevolking tot ergernis en afkeer. Of de overheid bij de vage, valse beloftes aan de arme bevolking politiek garen spint, weten we pas in september. Tot dan is het hopen dat de polarisering van de maatschappij niet te zeer op de spits wordt gedreven.