“‘Protest!’
Al ruim een week kampeert een groep betogers voor het gebouw van de watermaatschappij. Collega’s vertelden mij dat het voormalige werknemers zijn die huisvesting eisen. Ze hebben spandoeken opgehangen aan de hekkens en hebben een kamp opgetrokken op het voetpad. De hele tijd zitten ze er. Ze drinken thee en discussiëren, of koken een tajine op een stenen vuurkorf. Het weer is mild voor acties als deze. Regenen doet het vrijwel nooit en overdag is het altijd aangenaam warm. Een tent en wat dekens volstaan om zich ’s nachts warm te houden.
De revolutionaire golf die al ruim een jaar door de Arabische wereld raast heeft in Marokko dan wel geen volksopstand veroorzaakt, ze heeft de geesten van de mensen gerijpt. Marokkanen hebben de kracht van de massa begrepen. Vrijwel dagelijks zijn er betogingen in Agadir. Soms trekt een stoet betogers door de straten en houdt ze het verkeer op, een andere keer vat een groepje manifestanten post voor het gemeentehuis. De eisen zijn divers: hogere lonen of pensioenen, de toepassing van wetten die door mensen met invloed in de wind worden geslagen, de teruggave van land dat is afgenomen,…
De Arabische lente heeft ook de autoriteiten voorzichtiger gemaakt, bang dat een foute reactie het protest nog verder aanwakkert. Een vriend vertelde mij dat de politie vroeger snel ingreep als er iemand in de straten rond de souk (de centrale marktplaats van de stad) iets probeerde te verkopen. Nu zijn de straten errond op zondag vergeven van geïmproviseerde kraampjes. Er heerst een chaos van jewelste. Verkopers palmen het grootste deel van het voetpad in, waardoor voetgangers de straat op geduwd worden en het verkeer volledig in de soep draait. De auto’s en voetgangers verstrengelen zich in elkaar, raken in de knoop, en zoeken als rivieren een weg om hun stroom verder te zetten. De politie laat tegenwoordig alles begaan, en probeert hoogstens het verkeer wat in de hand te houden.
Een keer vertelde meneer Abdelaziz mij over een protest in zijn geboortestreek Tafraout. Altijd als ik passeer langs zijn winkel nodigt hij mij uit op de thee. Ik ben goede klant. Hout is zijn specialiteit maar hij verkoopt ook lampen, kaarsen en stoffen. De prijzen in zijn winkel zijn even mild als het weer. Dat is eerder een gevolg van de slechte ligging van zijn magazijn dan van de oprechte sympathie die meneer Abdelaziz weliswaar voor mij lijkt te koesteren. Als we samen thee drinken in de winkel vertellen we altijd over onze levens. Zo ook die keer dat hij vertelde over het protest in Tafraout, daar waar het berglandschap bezaaid ligt met reusachtige keien.
De ONA, een koninklijk mijnbouwbedrijf, had in die streek een goudmijn geopend, zo vertelde meneer Abdelaziz. Dat zinde de lokale bevolking niet, want de mijn gebruikte veel van hun water. Zo gulzig was de goudmijn, dat het grondwaterpeil maand na maand daalde. Argaan- en olijfbomen in de buurt werden droog en gingen tenslotte dood omdat ze niet voldoende water meer hadden.
Bovendien werd de bevolking volgens meneer Abdelaziz niet beter van het goud. Het ging rechtstreeks naar Zwitserland of Canada volgens hem, om er de bankrekeningen van de elite te spijzen.
Hevige protesten van de lokale bevolking waren het gevolg. Er werden sit-ins gehouden, om vrachtwagens die van en naar de mijn reden tegen te houden. De inwoners van Tafraout vroegen de interventie van de lokale gouverneur. Ze haalden uiteindelijk hun slag thuis en de mijn sloot. Nieuwe argaan- en olijfbomen werden geplant om de kapotte te vervangen.
Toch was meneer Abdelaziz niet helemaal gerust over de toekomst. Sinds de Arabische lente was uitgebroken had de koning geen voet meer gezet in Tafraout, en dat was volgens Abdelaziz de schuld van diens entourage. Die probeerde volgens hem te verhinderen dat de koning naar Tafraout kwam, zodat hij zelf kon zien wat er aan de hand was.
Voor de koning zelf had Abdelaziz enkel maar lof. Hij was volgens hem een bijzonder intelligent en goedhartig man, die zorgde dat het leven van de armen verbetert. Ook over Hassan II, de vorige koning, was meneer Abdelaziz laaiend enthousiast. Ooit had Hassan II gezegd dat water ontzettend waardevol is, en volgens Abdelaziz was het zelfs nog waardevoller dan goud.
Een revolutie zoals in Tunesië of Egypte zou er niet komen volgens Abdelaziz, en dat hoefde volgens hem ook niet. Marokko had geen bloedvergieten nodig. Met woorden zouden de Marokkanen hun land en hun leven kunnen verbeteren. Langzaamaan, maar steeds een stapje verder.
_
(ter info: het verhaal van het protest in Tafraout heb ik niet kunnen dubbel-checken, maar er zijn in elk geval sit-ins geweest tegen mijnbouwactiviteiten in de streek rond Agadir)_