Publieke opinie kleurt groen, maar politieke wil ontbreekt
Jana De Poorter
30 augustus 2010
De Belgen zijn stilaan klaar voor een nieuw energietijdperk, nu is het nog wachten op de overheid. Die sust met loze beloften en opgeblazen succesverhalen de gemoederen, maar laat de kans zich te profileren als voortrekker ostentatief links liggen.
Zonnepanelen zijn de nieuwe modetrend wat dakdecoratie betreft en steeds meer Belgen proberen het met minder energie te doen en stappen bewust over naar een andere energieleverancier. Met maar liefst 200.000 particulieren die overstapten gedurende de afgelopen zes maanden, wordt de 290.000 van 2009 wellicht ruimschoots overtroffen.
Mensen stellen zich zichtbaar vragen bij de prijs en vooral de milieuvriendelijkheid van hun aardgas en elektriciteit. Ze zoeken uit welke energieleverancier het beste bij hun vraag past, sluiten zich aan bij groepsaankopen of investeren in milieuvriendelijke initiatieven. Deze algemene bewustwording opent de energiemarkt voor concurenten van Electrabel, die stilaan zijn monopoliepositie kwijtgeraakt. Na de mislukte klimaattop in Kopenhagen is het thema energie hotter dan ooit.
Slechte leerling
Ook de Europese Unie ziet de noodzaak van hard inzetten op initiatieven die de klimaatsverandering moeten tegengaan. Alle lidstaten dienden tegen 30 juni een actieplan op te maken waarin ze duiden hoe ze in de toekomst zullen zorgen dat 13 procent van hun energie hernieuwbaar is. Als voorzitter van de raad van de Europese Unie kan en moet België hier het goede voorbeeld geven en een voortrekkersrol spelen.
De beloften zijn zoals altijd veelbelovend - ja hoor, klimaat wordt een belangrijk thema tijdens het voorzitterschap - maar twee maanden na de deadline is België het enige West-Europese land wiens actieplan uitblijft. Ons land plaatst zich hiermee als doorgewinterde EU-lidstaat bij het lijstje van nieuwe lidstaten als Polen, Estland en Roemenië. De reden? Vakantie! En onze ingewikkelde staatstructuur is de medeschuldige. Uiteraard.
Politieke onwil
Alsof dit alles nog niet genoeg is, is België nog steeds voorstander van het aankopen van groene energie uit het buitenland in plaats van het zelf op te wekken. Bovendien blijft de sluiting van kerncentrales uit en zijn er zelfs plannen voor een nieuwe steenkoolcentrale in Antwerpen. Er zijn miljarden euro’s vrijgemaakt voor de banken, maar windmolenparken kunnen niet worden gerealiseerd.
Economie krijgt absolute voorrang op ecologie, leg dat maar eens uit aan toekomstige generaties. Hoe is het mogelijk dat er in een democratie niet wordt geluisterd naar een bevolking die schreeuwt om verandering? Dit is al lang geen kwestie meer van niet kunnen, maar een gebrek aan politieke wil.
Statussymbool
Wat opvalt is dat onze overheden selectief zijn in het gebruik van de term groene energie: als het is om kiezers over te halen en de mensen van hun goede bedoelingen te overtuigen staan de ongelooflijke succesverhalen en beloften klaar. Positieve kritieken van experts, wilde plannen voor de elektrische wagen en de sluiting van kerncentrales en klaar is kees: de bevolking is gepaaid en nu kunnen we de kern van de zaak verder negeren.
Natuurlijk klinkt het chic om met woorden als ecologie en duurzaamheid te kunnen uitpakken: ecologie wordt gedegradeerd tot statussymbool. Maar als puntje bij paaltje komt en er beslissingen moeten genomen worden die de toekomst van ons - jongeren - en die van onze kinderen aanbelangen dan… is het vakantie!