Religieuzen buiten kinderen uit in Senegal
Marc-Andre Boisvert
11 juni 2013
In de Senegalese hoofdstad Dakar lopen kinderen van amper vijf jaar oud met tinnen blikjes in hun handen. Ze doden de tijd met bedelen terwijl hun familie hen eigenlijk had toevertrouwd aan een religieuze school.
De jongetjes worden talibés genoemd, studenten van een islamschool of daara. Daar werden ze heen gestuurd om bescheidenheid aan te leren door te bedelen en de Koran te bestuderen, samen met hun leraar, de marabout.
Een aantal van de marabouts hebben echter een lucratieve handel opgezet door deze jongens hele dagen de straat op te sturen om te bedelen. Van studeren is geen sprake meer.
Horrorverhalen
Een van de talibés die we aanspreken zegt dat hij twaalf jaar is, maar hij ziet er niet ouder uit dan zes. Onophoudelijk herhaalt hij “geef me een aalmoes”. Hij vertelt dat hij “moet terugkeren naar de daara met een dollar voor de marabout, anders zal die hem geselen met een kabel.” Hij kan geen enkel vers uit de Koran opzeggen. In zijn blik heeft hij wat suikertjes en een paar centen verzameld.
“Mensen geven aan de kinderen zonder te beseffen wat er gebeurt. Deze kinderen zijn onzichtbaar”, zegt Isabelle de Guillebon, directeur van Samusocial in Senegal, een hulporganisatie die opkomt voor straatkinderen. Zijzelf en haar medewerkers stapelen de horrorverhalen over uitbuiting op. Allemaal kinderen die het slachtoffer werden van fysiek, emotioneel en seksueel geweld.
Toen afgelopen maart negen kinderen stierven toen een van de daara’s in de Medinawijk van Dakar afbrandde, was de Senegalese bevolking razend. De autoriteiten sloten de daara en brachten de overblijvende kinderen terug naar hun families.
Dat was niet de eerste keer dat de overheid ingreep. Verschillende hulporganisaties zoals Human Rights Watch hebben de autoriteiten al onder druk gezet om iets aan deze uitbuitingspraktijken te doen. In 2005 heeft de overheid al strengere wetten ingevoerd op bedelen en de uitbuiting van kinderen.
Maar ook vandaag zijn zeker 8000 talibés dagelijks op pad met hun blik in de straten van Dakar. Drie maanden na de tragedie in de Medina is er weinig vooruitgang te merken om deze praktijken de wereld uit te helpen.
Gebrek aan onderwijs en kansen
“Eigenlijk zijn het gewoon straatkinderen”, zegt de Guillebon. De zogenaamde talibés zijn voor haar gewoon een deel van de 10.000 tot 12.000 straatkinderen in Dakar.
“Velen van hen komen uit ver afgelegen regio’s. Ze hebben psychologische ondersteuning nodig om met hun families herenigd te worden. Tenslotte is er een reden waarom ze hier zijn. Als we kinderen en familie niet goed opvangen en begeleiden, dreigen ze gewoon terug te komen en in hetzelfde patroon te hervallen.”
Het allerbelangrijkste, zegt ze, is om de ouders ervan te overtuigen hun kinderen niet in de steek te laten.
“Een aantal van hen werd gelokt naar Dakar. De marabouts komen naar de dorpen en profiteren van het gebrek aan onderwijs en kansen”, zegt Laudolino Carlos Medina van de Vereniging van Kindervrienden, een organisatie die bemiddelt met de familie en zorgt voor de repatriëring van jongens die terug willen naar hun familie.
Hij kent de trucs die marabouts gebruiken om ouders te overtuigen om hen hun kinderen toe te vertrouwen. “Ze brengen twee of drie talibés mee die ze hebben opgeleid en laten hen verzen uit de Koran zingen. Ouders zien hoe goed die jongens het doen en vertrouwen vervolgens hun eigen kinderen toe aan de marabouts.
Criminele leerschool
Terwijl we in een taxi in Dakar rondrijden gebaart de chauffeur, Ousmane Ndiaye, naar twee talibés die vechten op een hoek van de straat. “Kijk naar die kinderen. Delinquenten!”, roept hij uit.
Ndiaye stuurt zijn twee zonen en dochter naar de daara.
“Ze moeten de Koran bestuderen, net zoals ik dat vroeger deed. Maar tijdens de weekdagen gaan ze ook naar de staatsschool. Mijn marabout gaat daarmee akkoord. Ik denk dat traditionele en moderne scholen best hand in hand kunnen gaan. Kinderen hebben beide nodig. In de daara leren mijn kinderen de waarden van de islam, dat is belangrijk voor een Senegalees. “
Terwijl hij naar de vechtende jongens kijkt voegt hij er nog aan toe: “Die kinderen leren helemaal niets. Ze leren enkel maar hoe ze criminelen worden. Hun ouders zouden zich moeten schamen.”