“‘‘Je raakt snel gewend aan aanslagen als je in Beiroet leeft’’
Meer dan een week geleden werd Beiroet hevig getroffen door een dubbele zelfmoordaanslag in Bourj al-Barajane, voor sommigen een residentiële sjiitische buitenwijk van de hoofdstad, voor anderen een regio onder controle van de Hezbollah die best vermeden wordt. De bloedige aanslag die door ISIS werd opgeeist heeft 44 doden en tal van gewonden veroorzaakt. Nog nooit heeft ISIS Libanon zo hard getroffen.
Aanslagen in Beiroet lijken wel seizoensgbonden te zijn; de herftsperiode lijkt het ‘ideale’ seizoen voor zelfmoordterroristen om in actie te komen.
Enkele jaren gelden, in oktober 2012, werd de Libanese generaal Wisam al-Hassan door een autobom vermoord.
Al-Hassan, een prominente soenniet van de 14 maart alliantie en directeur van de interne veiligheidsdiensten, was een felle criticus van de 8 maart alliante, maar vooral van de sjiitische Hezbollah.
De bomaanslag was zo hevig dat zelfs de vensters van mijn universiteit gedurende enkele seconden hevig trilden. Angst en paniek verspreidden zich; een bediende barstte in tranen uit, studenten belden hun ouders om te weten of alles goed met hen was, een vrouw kwam naar me toe en vroeg of ik geschokt was door de aanslag.
Natuurlijk was ik geschokt, een bomaanslag maak je niet elke dag mee. Na dertig minuten tijd was alles voorbij; de aanwezige studenten gingen verder met studeren alsof er niets aan de hand was. De avond na de aanslag bleef ik slapeloos; de spanningen tussen soennieten en sjiieten bereikten in sommige wijken hun hoogtepunt. Er barstten rellen tussen soennieten en sjiieten uit en het leger werd ingezet om de gemoederen te bedaren.
Aanslagen in Beiroet maken, helaas, deel uit van de dagelijkse realiteit, je leert ermee leven, je raakt er snel aan gewend.
Hezbollah en Syrië
Een jaar later, oktober-november 2013, werden de sjiitische buitenwijken en vooral Haret Hreik terug het doel van zelfmoordterroristen. Een sjiitische jonge vrouw vertelde sarcastisch hoe ze ongedeerd en wel aan twee aanslagen heeft kunnen ontsnappen, jammer genoeg betaalde ze de derde aanslag met haar leven. Dat de sjiitische gemeenschap van Libanon het doel geworden is van ISIS verbaast echter niemand. Sinds het begin van de Syrische burgeroorlog heeft de Libanese overheid een distantiëringspolitiek opgelegd aan alle politieke partijen.
De overheid is duidelijk in haar politiek: we moeien ons niet met wat er in Syrië gebeurt. Niet alle partijen respecteren de opgelegde politiek van de premier Tamam Salam; de Hezbollah, verzetsbeweging voor sommigen, terroristische groep voor anderen, heeft zijn soldaten naar Syrië gestuurd om het leger van Assad te steunen tegen de Syrische oppositie, de gruweldaden van ISIS en Jabhat al-Nusra.
In een politiek gepolariseerd land als Libanon waar de staat onmachtig is, is het niet altijd evident om de excessen van sommige partijen te controleren, vooral als ze gewapend zijn. De militaire steun van de Hezbollah wordt hevig bekritiseerd vanuit soennitische Arabische hoek. De rijke soennitische golfstaten willen snel een einde maken aan de wrede dictatuur van Assad voordat er zich een sjiitische invloedsregio vormt dat zich uitstrekt van Libanon, door Syrië naar Irak en Iran toe.
Ondertussen is de oorlog, ondanks de vele oproepen van Hassan Nasrallah leider van de Hezbollah, tot islamitische éénheid, confessioneel geconnoteerd: voor veel Syrische soennieten is het een oorlog tussen ‘ondergedrukte soennieten’ tegen ‘sjiitische ketters’, terwijl de sjiieten de oorlog presenteren als een strijd tegen het toenemende ‘takfirisme’ in de regio. Volgens Nouhad Machnouq, huidig minister van Binnenlandse Zaken, leeft Beiroet slechts het begin van een reeks zelfmoordaanslagen.
Ondanks de checkpoints en militaire controles zijn de sjiitische buitenwijken terug het slachtoffer geworden van brutale aanslagen. Die buitenwijken zijn historisch gezien jong en het resultaat van de toenemende immigratie naar de hoofdstad als gevolg van het conflict tussen de Palestijnse PLO en Israël in Zuid-Libanon. Beiroet was voordien hoofdzakelijk een soennitische en grieks-orthodoxe hoofdstad. Tegenwoordig is de stad een mix van gesegregeerde religieuze groepen. Iedere groep leeft in zijn eigen buurt zonder echt in interactie te komen met iemand van ‘de andere groep’.
Die segregatie zorgt ervoor dat Libanezen eigenlijk, behalve op het werk en universiteit, weinig in contact met elkaar komen en elkaar niet echt kennen, elkaar wantrouwen. Het lijk alsof de burgeroorlog psychologisch voortleeft in het bewustzijn van veel Libanezen. ‘De nieuwe generatie is meer confessioneel dan die van de burgeroorlog’, aldus mijn vergrijsde buurvrouw.
Medeleven voor Bourj al-Barajne ver te zoeken
Na de aanslagen van Parijs zijn de westerse media Beiroet volledig vergeten. Alsof Libanon niet belangrijk genoeg is. De hele wereld heeft linea recta zijn steun betuigd aan de slachtoffers van de aanslagen in Parijs terwijl die van Beiroet in vergetelheid zijn geraakt. Zelfs hier in Libanon werd er gesympathiseerd met Parijs en soms meer dan met Bourj al-Barajne.
Het lijkt alsof de burgeroorlog psychologisch voortleeft in het bewustzijn van veel Libanezen.
Die sympathie wekte interessante discussies op op de sociale media. Sommige Libanezen vroegen aan landgenoten waarom ze plotseling hun profielfoto op Facebook veranderden naar een Franse vlag of Eiffeltoren. De tegenreactie was verbazingwekkend maar ook zeer oprecht: ‘zolang de sjiitische buitenwijken een duwayla, een kleine staat binnen Libanon, onder controle van de Hezbollah, blijven en niet van het Libanese leger, zet ik geen voet in die buurt’; ‘de sjiitische buitenwijken lijken op spookwijken waar levende en gestorven leiders als heiligen verheerlijkt worden en waar zwarte bannieren met rode druppelende inscripties als ‘Oh Hussein’, affiches van Mousa al-Sadr en Hassan Nasrallah het stadslandschap domineren.’
Begrip, solidareit en Libanese eenheid waren die dag ver te zoeken. Een christelijke vriendin vertelde spottend dat het niet veel uitmaakt hoeveel doden er zijn gevallen en dat ‘sjiieten toch tien kinderen per gezin maken waardoor het verlies wel snel gecompenseerd zal worden’.
De Libanese journalist, Nasri al-Sayegh, schreef na de aanslagen een interessant opiniestuk in as-Safir, één van de drie meest gelezen Libanese kranten. In zijn stuk schrijft hij: “Die buitenwijken [van Beiroet], wie zijn ze? Alsof ze een andere hoofdstad zijn van Libanon… Alsof ze tot een ander land behoren… Die buitenwijken leefden in harmonie met hun dichte en verre buren, dat ondanks de haatdragende Libanezen en de verschillende religieuze denominaties in de regio.” (as-Safir, 14/11/2015)
Meer dan een week na de aanslagen is ondertussen voorbijgevlogen en Libanon viert zijn onafhankelijkheid van Frankrijk. Het lijkt alsof de stad de tragedie van donderdag twaalf november al vergeten is.