Sri Lanka stelt onderzoek in naar massagraf
Nana Van de Poel
10 april 2013
De Sri Lankaanse overheid heeft een commissie opgericht om onderzoek te voeren naar een massagraf in de stad Matale, dat beenderen van meer dan 150 mensen bevat. Het graf werd in december vorig jaar ontdekt en de gevonden beenderen zijn ongeveer 25 jaar oud. Het vermoeden dat ze toebehoren aan vermoorde marxistische rebellen wordt steeds sterker.
De woordvoerder van president Mahinda Rajapaksa bevestigde op zondag dat de president de nieuwe commissie van experts laat oprichten. Deze komt er in toevoeging van een lopend politieonderzoek. In maart riep een rechter het massagraf al uit tot de plaats van een misdaad.
Toevallige ontdekking
Het graf werd vijf maanden geleden blootgelegd door graafmachines bij de uitbreiding van een staatsziekenhuis in de centraal gelegen stad Matale, ongeveer 140 kilometer van de hoofdstad Colombo. In totaal werden er skeletten van 154 mensen gevonden, in keurige rijen en met vijf of zes op elkaar gestapeld.
Aavankelijk dacht men dat de gevonden lichamen wel eens tot slachtoffers van een epidemie in de jaren veertig konden behoren. Het ziekenhuis kon echter geen documenten vinden die bewijzen dat er ooit slachtoffers begraven zijn op het terrein.
Vermoorde rebellen
Een verklaring die steeds waarschijnlijker lijkt, is dat het massagraf de beenderen bevat van vermoorde marxistische rebellen. Het Volksbevrijdingsfront of Janatha Vimukthi Peremuna (JVP), een Sri Lankaanse marxistische beweging, eist al sinds de ontdekking van het graf een grondig onderzoek van de menselijke resten.
De groepering leidde tegen het einde van de twintigste eeuw twee gewapende opstanden tegen de regering, waarvan een in 1971 en een van 1987 tot 1989. In die periode verdwenen duizenden mensen gelinkt aan het Volksbevrijdingsfront na arrestaties door veiligheidsdiensten.
De organisatie is ervan overtuigd dat het massagraf de beenderen bevat van rebellen die na hun arrestatie gefolterd en vermoord werden. Die theorie wordt nu gesterkt door het feit dat forensische experts vorige week bevestigden dat de resten niet ouder kunnen zijn dan 1986, en niet nieuwer dan 1990.