Stemmingen in de schaduw van de olieboor

Bram Claeys

23 mei 2011
Blog

Stemmingen in de schaduw van de olieboor

Stemmingen in de schaduw van de olieboor
Stemmingen in de schaduw van de olieboor

Energiebeleid blijft de inzet van de stellingenoorlog tussen Republikeinen en Democraten in het Amerikaans Congres. Afgelopen week sneuvelden twee voorstellen, een van de Democraten dat taksvrijstellingen voor de olie-industrie wilde recupereren, een ander gesteund door de Republikeinen dat het makkelijker moest maken om te boren naar olie.

De climate ride – onze fietsdemonstratietocht van New York naar Washington DC - eindigde dinsdag 17 mei met een rally op het gazon aan het Capitool. Een paar uur later zou de senaat stemmen over een voorstel om ongeveer 21 miljard dollar te recupereren van de grote oliebedrijven. Terwijl die door de hoge olieprijzen recordwinsten boeken, blijven ze immers tegelijk belastingvrijstellingen krijgen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Dus roepen een hele reeks milieugroepen in koor met de Democraten dat die vrijstellingen weg moeten.

Jammer genoeg filibusterden de Republikeinen de stemming, om er vervolgens tegen te stemmen. Het voorstel sneuvelde met 52 stemmen voor en 48 tegen – er waren 60 voor-stemmen nodig. Republikeinen beschouwen het wegnemen van de taksvrijstellingen als een verhoging van belastingen, en dat zien ze niet zitten.

Het debat had een hoge symboolwaarde. Sommige commentatoren deden het voorstel van de Democraten af als een soort reflexmatige aanval op de Grote Industrie, niet gespeend is van populistische pogingen om de massa’s te behagen. Dat kan best zijn. Het is natuurlijk wel waar dat het nog veel belangrijker is om de gevoeligheid van de economie voor fluctuerende olieprijzen structureel aan te pakken. Anderen, zoals het Center for American Progress, wijzen op de frappante overeenstemming tussen het al dan niet krijgen van veel campagnesteun vanwege de olie-industrie en het al dan niet steunen van de taksvrijstellingen. De 48 senatoren die voor het behouden van de vrijstellingen stemden, kregen meer dan $21 miljoen steun van de olie-industrie. De 52 senatoren die de vrijstellingen weg willen, kregen samen $5,4 miljoen. De strijd is overigens niet gestreden, senator Harry Reid kondigde een nieuwe discussie aan binnen de algemene budgetdiscussie later dit jaar.

Maar de olie-industrie haalde niet alle slagen binnen.

De senaat – inclusief 5 Republikeinen – stemde afgelopen week een voorstel weg om offshore olieboringen gemakkelijker te maken. Vergunningen zouden in het voorstel sneller uitgereikt worden, om zo sneller “Amerikaanse” olie op te kunnen pompen. Maar blijkbaar was het toch een stap te ver in het post-BP tijdperk. Ofwel was het niet echt nodig, omdat de administratie op zich al genoeg nieuwe vergunningen uitreikt.

Overigens doet de steenkoolindustrie het ook niet slecht. Na een gigantisch lek in een afvalwaterreservoir van een steenkoolmijn in Tennesssee in 2008, zou het EPA, de federale milieuadministratie, nieuwe regels uitschrijven over de opslag van giftig kolenslib. Die regels zijn er nog altijd niet, en eerder deze maand kondigde het EPA aan dat ze er niet zouden komen voor eind 2012. Datzelfde EPA moest ook nieuwe regels voor een betere handhaving bij kolenwinning via bergtopverwijdering (mountain top removal – dat is wat de naam zegt) uitstellen voor onbepaalde tijd. Het zette de LA Times aan tot een verschroeiend edito over het milieubeleid van president Obama.