Synthese van een positieve investering
Prof. em. Marcel Van Spaandonck
01 juni 1998
'To get the bad customs of a country changed and new ones, though better, introduced, it is necessary first to remove the prejudices of the people, enlighten their ignorance, and convince them that their interests will be promoted by the proposed changes; and this is not the work of a day.' Benjamin Franklin (1781)
Ik werd onmiddellijk verliefd op de uitdagende term ‘Glokale Kunst’. Deze term zal ongetwijfeld opnieuw gebruikt worden in elke context waar het ‘globale’ (dat angstaanjagende nieuwe) en het ‘lokale’ (het vertrouwensvolle oude) elkaar ontmoeten en wederzijds beïnvloeden, om zo tot een totaal nieuwe begripscontext te komen. Je schrapt één sterke klank uit ‘globaal’: de wereldverspreide ‘bilabiale explosief’ /B/, terwijl je aan het traditionele ‘lokale’ een ongespannen /G/ toevoegt.
Zoals men met deze ingenieus gevonden term een woordspelletje kan spelen, zo kan men ook proberen een zinvolle synthese te maken van vier lezingen en twee debatten onder leiding van een moderator. Uit dit emotioneel en intellectueel kluwen treden verschillende fundamentele concepten naar voren die, zoals de acteurs uit het negentiende-eeuwse theater, elk een plaats op de eerste rij opeisen en toch in onderlinge verbondenheid staan.
Het aanvaarden van een krachtige ‘diversiteit’ binnen een nieuwe ‘realiteit’ leidt de toehoorders via communicatie binnen in een veranderde ‘sociale context’, die de kern is van een ‘democratie’. Hieraan moeten overheid en media zich aanpassen, om de van hen verwachte rol te spelen.
De eindnoten illustreren hoezeer de verscheidenheid aan gereleveerde aspecten aanwezig is in de algemene wetenschappelijke literatuur. Hierdoor wint de studiedag aan belang. De doelstellingen krijgen een niet te onderschatten meerwaarde doordat de wetenschappelijke en de artistieke wereld zich parallel uitdrukken.
De nieuwe realiteit
De nieuwe realiteit is het resultaat van een globalisering, vooral op economisch vlak (1). Het wordt echter duidelijk, dat globalisering niet alleen economisch, maar ook socio-cultureel en artistiek (2) moet worden geëvalueerd. In de context van globalisering wordt dikwijls verwezen naar concepten als ‘culturele identiteit’ en ‘culturele grenzen’(3). De opgestapelde ontmoetingsmogelijkheden brengen problemen met zich mee: problemen van fragmentatie (4) door etnisch nationalisme, kunst wordt de gevangene van cultuur en niet de motor van culturele bewogenheid, racisme ontstaat in het spoor van de vele politieke, economische en culturele diaspora.
In deze nieuwe realiteit komt een eeuwenoud begrip naar voren dat zich krachtiger dan ooit manifesteert, met name de diversiteit in alles: in mens, dier, natuur, techniek, cultuur en politiek (5). In de discussie werd diversiteit gekoppeld aan culturen, waarbij de gedachte van dominantie van een cultuur, of de gedachte van één wereldcultuur, werd ervaren als een beangstigend element (6). Diversiteit in taal en kunst wordt gezien als één van de geniale uitingen van de menselijke geest. Sommige sprekers bestempelen ‘diversiteit’ als een tweesnijdend zwaard omdat verschillen en gelijkenissen binnen de wereld van diversiteit zowel kunnen leiden tot begrip of onbegrip (zoals een etnie die zich verstart in aloude vormen en weigert zich te laven aan de diversiteit van andere groepen). Diversiteit is immers de vijver waarin de mens steeds opnieuw nieuwe nuanceringen van zichzelf vindt en zich aldus transformeert. Dit vereist kennis van de diversiteit in de vijver, inzicht om de verschillen en gelijkenissen te herkennen en spontaniteit om de kennis en het inzicht op een artistieke manier te gebruiken.
De studiedag zelf was een schitterende toepassing van interculturele communicatie. P.S. Van Koningsveld noemt dit in zijn uitnodiging voor een symposium over ‘Beeldvorming en interculturele communicatie’ (Leiden, december 1998) ‘een verschijnsel dat niet meer valt weg te denken uit de hedendaagse maatschappelijke realiteit’. Het is duidelijk dat kunstuitingen belangrijke kanalen zijn van interculturaliteit.
De multiculturaliteit van de ‘glokale kunst’ roept per definitie een concept op van meertaligheid in de breedste zin van het woord ‘taal’. Een innoverende terminologie is een absolute voorwaarde om deze nieuwe ‘taal’ goed te gebruiken in een grote verscheidenheid van landen en culturen. Ongetwijfeld kan dat leiden tot nieuwe vormen van productiviteit (7). Hiervoor zijn enkele basisvoorwaarden noodzakelijk. Enerzijds vereist dit een absoluut open geest om zich vlot te kunnen verplaatsen in de geest van ‘de andere’. Anderzijds moet ‘the listening experience’ voortdurend beoefend worden. Communicatie betekent meer dan het zelf meedelen van informatie (dat zou zeer eenzijdig en egocentrisch zijn!). Het betekent vooral het luisteren naar de anderen (8).
Eén van de voordelen van interculturele communicatie via ‘Glokale kunst’ is ongetwijfeld dat (traditionele) vertalingen overbodig zijn. Het is wel noodzakelijk het interculturele discours om te zetten in actie om discriminatie tegen te gaan en bij te dragen tot het opheffen van ongelijkheden (9).
Het sociale van de (multiculturele?) democratie
Meermaals weerklonk de vraag: kan er een relatie opgebouwd worden tussen de glokale kunst en de sociale context in de gemeenschappen? Is die relatie dan belangrijk genoeg om een impact te hebben op deze context? Een dergelijke impact is noodzakelijk maar moet groeien uit nieuwe vormen, geworteld in begrippen zoals ‘gelijkwaardigheid’, ‘wederzijds respect’ en ‘reciprociteit’. Om dit te bereiken, dacht men na over een ‘creatieve strategie’ die niet alleen de oude muren van ons denken kan neerhalen, maar ook moet verhinderen dat nieuwe vormen embryonaal blijven. In dit belangrijke proces duiken vooral de tegenstellingen ‘collectiviteit/individualisme’, ‘vrijheid/inperking van de kunstenaar’ en ‘spontane initiatiefnemer/vrije participatie’ op.
Daarnaast situeerden zich in dit complex samengesteld geheel nog tal van andere vragen zoals het probleem van de macht en de machtsverdeling. Wie kan/moet de culturele beslissingen nemen (afhankelijk van de kunstenaar)? Ook vragen over de internationalisering van het publiek (kijker, luisteraar en lezer) en over de onderlinge relatie tussen de kunsten zelf, geglobaliseerd en gediversifieerd (muziek, dans, literatuur en plastische kunsten), waren aan de orde (10).
Zowel de internationale deskundigen als de panelleden in het algemeen formuleerden vele vragen in de richting van een nieuw samenlevingsmodel.
Glokaal creatieve media en stimulerende overheid
Een glokaal kunstenaar kan niet overleven, zelfs niet in een nieuw samenlevingsmodel, als hij niet zichtbaar is. Daarom heeft hij de onvoorwaardelijke steun van de media nodig.
Aangezien kunstzinnige creaties vaak maatschappelijk relevant zijn (vroeger sociaal engagement genoemd), moet de kunstenaar via diverse communicatiekanalen de kans krijgen zich duidelijk te manifesteren. De keuze tussen zichtbaarheid en onzichtbaarheid is tevens de keuze tussen glokaal artistiek leven of artistieke dood.
De overheid moet, met georganiseerde middelen en in een wellicht langdurig proces, haar prioriteiten vastleggen door extra impulsen (11).
De glokale kunstenaar mag niet in het nationale of etnische kastje geplaatst worden. Het is samenwerken met de andere en niet zozeer iets doen voor de andere!
Eigen zekerheden moeten ongetwijfeld losgelaten worden, om het avontuur van de onzekerheid scheppend tegemoet te gaan.
Voor de overheid is het daarom een morele plicht de kennis van de eigen cultuur én die van andere culturen te verbreden om een beter inzicht te krijgen in mogelijke samenwerkingsverbanden met de andere culturen.
Bij de aanvang van deze studiedag stelden de organisatoren de vraag of de artistieke wereld een bijdrage tot glokale kunst kan leveren. Zoals uit de synthese blijkt, heeft deze studiedag antwoorden geformuleerd, maar een aantal vragen blijven open.
Ja, glokale kunst kan, via kunstenaars uit alle culturen, een diepgang en authenticiteit leveren die we nu nog vaak missen.
De kunst is het communicatiekanaal bij uitstek, sterker dan de gewone taal, om over wereldvisies en globale normen te communiceren. Ze kan blijvende veranderingen veroorzaken in de geesten van mensen op voorwaarde dat de wereld (media en overheid) deze glokale kunstenaars niet links laat liggen. Kunst is en blijft een confrontatie met de andere en het andere. Het perspectief aangereikt door de UNESCO in haar rapport ‘De kracht van Cultuur’ toont aan dat heterogeniteit belangrijker is dan homogeniteit.
Dit betekent dat we kennis moeten verwerven van de ‘nieuwe realiteit’ waarin diversiteit zo’n belangrijke rol speelt. De uitingen van kunstenaars maken een belangrijk deel uit van wat men nu al zo lang de interculturele communicatie noemt. Daardoor wordt aan de socialisering van een nieuw soort democratie gewerkt die wel eens tot een multiculturele democratie kan uitgroeien. De zichtbaarheid van de glokale kunstenaar is hierbij essentieel, zoals die van de diversiteit essentieel genoemd kan worden, hoezeer sommigen zich daar ook tegen verzetten.
De essentiële vraag blijft echter: aanvaardt de overheid deze visie en zal ze ondersteunend optreden?
Noten
1. Zoals geïllustreerd in de DUN & BRADSTREET’s GUIDE to ‘Doing Business around the World’ van Terri Morrison, Wayne A. Conaway en J.J. Douress, Prentice Hall, Inc. 1997, xvi-479 pp. en in ‘Our global Neighbourhood’, The Report of The Commission on Global Governance, Oxford University Press, xx-409 pp.
2. Cf. Richard D. Lewis, ‘When Cultures collide. Managing succesfully across Cultures’, Nicholas Brealey Publishing Tld. 1996, 331 pp; Fons Trompenaars, ‘Riding the Waves of Cultures. Understanding cultural diversity in Business’, The Economist’s Books, London 1993, xii-192 pp.
3. Cf. Ulrich Libbrecht, ‘Geen muren rond culturen’, Davidsfonds Leuven (Forum) 1995, 202pp; Anthony D. King, ‘Culture, Globalization and the World-System. Contemporary conditions fot the representation of Identity’, MacMillan Londen 1991, xiii-184 pp; P.B. Pedersen, J.G. Draguns, W.J. Lonner, J.E. Trimble, ‘Counseling Across Cultures’, Sage publications Londen 1996, xvii-373 pp.
4. Cf. Ian Clark, ‘Globalization and Fragmentation’, Oxford University Press 1997, 230 pp.
5. Cf. Allan Rosas and Jan Helgesen, ‘The Strength of Diversity. Human Rights and Pluralistic Democracy’, Martinus Nijhoff Publishers 1992, x-253 pp.
6. Cf. Vincent N. Parrillo, ‘Diversity in America’, Pine Forge Press California 1996, xix-235 pp.
7. Cf. Jan Blommaert en Jef Verschueren, ‘The pragmatics of International and Intercultural Communication’, John Benjamins Publishing Company Amsterdam/Philadelphia 1991, viii-249 pp.
8. Cf. Peter Hartley, ‘Interpersonal Communication’, Routledge Londen 1993, ix-215 pp.
9. Cf. Celia Roberts, Evelyn Davies and Tom Jupp, ‘Language and Discrimination. A Study of Communication in Multi-etnic Workplaces’, Longman Londen/New York 1992, xvii-422 pp; York W. Bradshaw and Michael Wallace, ‘Global Inequalities’, Pine Forge Press California 1996, xv-222 pp.
10. Cf. S.W. Couwenberg, ‘Westerse Cultuur: model voor de hele wereld?’, Kok Agor Kampen 1994, 144 pp; Ayyam Sureau, ‘Qui sommes-nous? Les rencontres philosophiques de l’ UNESCO’, Paris 1996, 112 pp.
11. Cf. Naseem Khan, ‘The Arts Britain ignores, The Arts of Ethnic Minorities in Britain’, Commission for Racial Equality London 1976 , vii-175 pp.
Marcel Van Spaandonck is ere-gewoon hoogleraar Afrikaanse talen, Mondiale Vorming en Problematiek van het theater. Hij is ook voorzitter van het AVRUG-Centrum voor Mondiale Vorming (Universiteit Gent en Provincie Oost-Vlaanderen), voorzitter van het Centrum voor islam in Europa (Universiteit Gent), Voorzitter van de Koninklijke Commissie van Toezicht op het Landjuweel, Voorzitter van de Gemeentelijke Welzijnsraad in Merelbeke en voorzitter van Plan International Belgium.