Veilig terug thuis

Blog

Veilig terug thuis

Veilig terug thuis
Veilig terug thuis

Nu ik enkele dagen terug thuis ben en probeer te bedenken wat – naast de gure winterse temperaturen – het grootste alledaagse verschil is tussen mijn tijd in de Oost-Afrika en hier, kom ik uit bij de kwestie veiligheid. Controles horen bij het dagdagelijkse leven in grote delen van de plekken waar ik was. Voor je je hotel binnenrijdt of –wandelt, om van punt a naar punt b in de stad te rijden,…de ene controle al wat geloofwaardiger dan de andere, maar toch een dagelijks gegeven.

Ik was helemaal niet van plan om mee te gaan in het mode-onderwerp van het moment maar zowel in het stabiele Hargeisa als in Nairobi lijkt Al Shabaab alles wat de klok slaat. Ik ben er nog niet helemaal uit of het om een werkelijk dan wel aangepraat verschil en schrikbeeld gaat.

Hargeisa

Zondag 29 oktober. Hargeisa is in opperste staat van alertheid. Een trip naar of van het centrum duurt dubbel zo lang als gewoonlijk. Elke 300 meter worden auto’s tegengehouden en gecheckt. De inzittende worden aan een totaal willekeurige onderzoekende blik onderworpen, en chauffeurs aangemaand om hun koffer te openen. Dan mogen ze weer verder rijden, tot de volgende stop.

Exact drie jaar eerder, op 29 oktober 2008, liet Al Shabaab bommen afgaan op drie plaatsen in Hargeisa: de Ethiopische ambassade, UNDP (VN Ontwikkelingsprogramma) en het presidentiële paleis. De operatie eiste dertig mensenlevens. De aanslag werd nooit formeel geclaimd, maar iedereen is het er over eens dat het Al Shabaab was.

Na ‘intelligence’ dat er vrouwen explosieven zouden hebben binnengesmokkeld zijn er enkele dagen later duidelijk meer vrouwelijke politieagenten (met hoofddoek onder kepie) in het straatbeeld. Elk open en vriendelijk geïnteresseerd gezicht, eigen aan de westerse ontdekkingsreiziger, lokt gegarandeerd een stop-bevel uit en een vraag naar documenten. Ik hou me dus in en heb mezelf getraind in de ongeïnteresseerde, licht arrogante naar buiten starende blik van de locals.

Op een van onze bustrips op weg terug naar huis van bureau vertelt Hibo een geanimeerd verhaal aan haar Somalische collega’s over iets dat blijkbaar best angstaanjagend en hilarisch was. Ze ziet mijn nieuwsgierige blik en vertaalt haar verhaal. In juni had ze, als deel van de civiele maatschappij, een veiligheidstraining moeten volgen. ‘Om te weten wat te doen in het geval dat we gekidnapt worden door Al Shabaab. Er werden zakken over ons hoofd getrokken, dus ik kan niet met zekerheid zeggen wie onze training gaf, maar het was zo levensecht! Dagen nadien voelde ik me nog opgejaagd en zag ik in iedereen Al Shabaab,’ vertelt ze lachend.

Enkele dagen later rolt er een ander Al Shabaab verhaal uit. Over een keer dat ze met een vriendin in de bus zat en er iemand opstapte waar ze meteen een slecht gevoel bij had. ‘Hij zag er uit alsof hij van elders kwam, het was niet duidelijk wat hij onder zijn kleding had en hij rook zo naar heel frisse zeep. We zijn maar snel afgestapt, en we hebben de politie gebeld om de bus te signaleren.’ De Somalilanders gaan er prat op dat zij het Al Shabaab beest weten te bedwingen door de waakzaamheid van hun bevolking.

De mensen zouden collectief alert zijn, te veel belang hechten aan de stabiliteit en veiligheid, en zich simpelweg niet kunnen vinden in de strenge versie van de islam die de groep aanhangt. De regering van haar kant heeft er belang bij om zich, naast als de ultieme piraten bedstrijders, internationaal op te werpen als de beste remedie tegen Al-Shabaab. Dit alles met het oog op erkenning.

Anderen zeggen dan weer dat Al Shabaab geen grote acties in Somaliland zou uitvoeren omdat enkele kopstukken ervan precies uit Somaliland zouden zijn. ‘De zoon van een minister hier trok naar het buitenland en keerde enkele jaren later terug als hoofd van Al Shabaab in het zuiden. Het kan niet zijn dat er helemaal geen banden meer zijn met hem’, vertrouwt iemand me toe.

Niettemin blijft de hoofstad in opperste staat van alertheid, ook na 29 oktober, naar aanloop van het islamitisch hoogfeest Eid al-Adha op 6 november. Een vliegtuig halen wanneer je om de paar honderd meter moet halt houden is een interessante oefening voor de zenuwen.

Nairobi

‘Wees voorzichtig als je naar Nairobi gaat,’ zegt een van de consultants me aan de ontbijttafel in Mansoor Hotel voor mijn vertrek. ‘Ik krijg van mijn ambassade (VS) security wires en ze waarschuwen voor een grote waarschijnlijkheid van bomaanslagen in de binnenstad tijdens Eid. Blijf dus best uit het centrum en ook alle plekken waar veel mensen samenkomen.’

Sinds de inval van de Kenianen in Zuid-Somalië verwacht men zich allicht terecht aan een vergelding van Al Shabaab. Hoe en wanneer ze zullen toeslaan is echter moeilijk te voorspellen. Elke onregelmatigheid wordt meteen aan hen toegeschreven (zo waren er de granaataanvallen enkele weken geleden, die uiteindelijk om een afrekening tussen de taxi-maffia bleek te gaan), op dezelfde manier dat de kidnappings die de aanleiding waren voor de inval aan de groep worden toegschreven, ook al hebben ze de daden wederom niet geclaimed.

Zo worden de draconische veiligheidsmaatregelen alvast niet echt in vraag gesteld en maakt het de inval in Somalië ook aanvaardbaarder voor de Kenianen.

Wil je in Nairobi een shoppingmall binnenrijden, dan moet de koffer open en wordt er een spiegeltje aan een lange stok onder je auto geduwd. (Echt aandachtig wordt er niet gekeken echter.) In sommige centra is er, als je te voet binnen wandelt, een rij voor de vrouwen en eentje voor de mannen en controleren de privé-bewakers uw tas en gaan ze met zo’n hand metaaldetector over je lijf. ‘Veiligheidsbedrijven doen hier gouden zaken’, zegt een Keniaanse onderzoeker me. ‘Een jaar geleden waren er niet eens van die metaaldetectoren, en nu zie je ze overal. Waar komen die vandaan denk je?’

Meer vragen dan antwoorden

Op mijn laatste dag in Nairobi lunch ik met een westerse onderzoekster die daar woont. We zitten op het terras, ik met mijn gezicht naar de parking, en ze zegt dat ze liever naast me komt zitten dan over me ‘om een beter zicht te hebben wat er daar gebeurt, kwestie van het te zien aankomen.’ (Ik denk spontaan aan Malcolm X die dezlefde reflex had.) Ook zij krijgt dagelijks veiligheids-updates via sms of email.

Ik vraag haar of het gaat om reële of aangeprate dreigingen, maar we vinden er geen eenduidig antwoord op. ‘Vanochtend klapte er ergens een band. Je had de mensen hun reactie moeten zien,’ vertelt ze me. Terwijl we eten krijgt ze bericht dat er aan de Franse ambassade schoten zijn afgevuurd. Achteraf blijkt dat de politie een man heeft doodgeschoten.

Het ziet er naar uit dat deze reis meer vragen dan antwoorden heeft opgeleverd. Over de grote belangen die er spelen in de onstabiliteit van Somalië en het uitblijven van de erkenning van Somaliland, over Al Shabaab als pasklare zondebok, bron van speculatie, overdrijvingen en fantasie – naast hun reële daden uiteraard – om de mensen in de hele regio, expats en locals, in de ban van onveiligheid te houden.

Hierover zal hopelijk nog veel productieve en nuttige inkt vloeien. Ik ben intussen weer ‘veilig’ thuis.