Waarom de Japanse vrouw nog niet kan schitteren

Monica Fierlafijn

12 januari 2019
Blog

Carrièrevrouw, politica of moeder?

Waarom de Japanse vrouw nog niet kan schitteren

Shinzo Abe’s kabinet sprak in zijn eerste termijn als president over gendergelijkheid als een bedreiging voor de Japanse cultuur en familiewaarden. Ondertussen maakte hij er tijdens zijn tweede termijn zijn paradepaardje van.

Shinzo Abe’s kabinet sprak in zijn eerste termijn als president over gendergelijkheid als een bedreiging voor de Japanse cultuur en familiewaarden. Ondertussen herpositioneerde hij zich succesvol tijdens zijn tweede termijn en tracht hij nu een Japanse samenleving te creëren waarin vrouwen zullen schitteren (‘A Society Where Women Shine’).

Women + economy

Abe’s Liberaal Democratische Partij (LDP) maakte Womenomics een van de kernpijlers van hun beleid. Dit houdt in dat economische groei gelinkt wordt aan het bevorderen van de vrouwenemancipatie. Tegen 2020 wil de partij niet alleen meer vrouwen aan het werk krijgen, maar zouden ook 30 procent van de leiderschapsposities in de publieke en private sector moeten ingenomen worden door vrouwen.

Tegen 2020 wil de partij niet alleen meer vrouwen aan het werk krijgen, maar zouden ook 30 procent van de leiderschapsposities in de publieke en private sector moeten ingenomen worden door vrouwen.

De term Womenomics werd voor het eerst gebruikt door Kathy Matsui van Goldman Sachs. In een rapport dat de economische strategie voor Japan bepaalt, definiëren ze de hoogopgeleide vrouw als de meest onderbenutte bron van Japan. Ze zien haar als een oplossing voor een drievoudig probleem; de natie wordt geconfronteerde met een stagnerende economie, een krimpend arbeiderspotentieel en moet bovendien werken aan haar internationaal imago.

Het Global Gender Gap Report meet de vooruitgang die landen maken op het gebied van gendergelijkheid in 4 dimensies: economische participatie, onderwijsniveau, gezondheid en politieke betrokkenheid. In 2017 zakte Japan tot de 114de plaats van de 144 betrokken landen en belandt zo net boven Ethiopië en Tajikistan. Deze lage positie is voornamelijk te verklaren door een ondervertegenwoordiging van vrouwen in politieke functies en in de bedrijfswereld.

Door de Japanse vrouw aan het werk te krijgen en te houden kan zowel het BBP groeien, het tekort aan werkkrachten worden weggewerkt en de positie in internationale rankings verbeterd worden. Maar hiervoor moeten eerst de werkomstandigheden en de politieke cultuur grondig gevormd worden.

Carrièrevrouw, politica of moeder

Meer dan de helft van de Japanse vrouwen neemt ontslag na de geboorte van hun eerste kind. Ook als ze een hogere functie bekleden dan hun echtgenoot. Japanse vriendinnen willen na het afronden van de universiteit interessant werk zoeken, maar daarna plannen ze vaak om fulltime voor de kinderen te zorgen. Sommigen keren na 10 jaar terug om, dikwijls parttime, te werken en anderen blijven huisvrouw. Huwelijk en moederschap staan het werken in Japanse bedrijven in de weg, of toch eerder omgekeerd.

Sinds Japan een economische grootmacht werd in de jaren ’70 wordt de bedrijfscultuur gekenmerkt door discipline. De ‘lifetime employement’ waarbij een werkkracht wordt aangeworven fris na het afstuderen tot de pensioenleeftijd is bereikt, is nu niet meer relevant.

Maar van een salaryman of carreer woman worden nog steeds lange overuren en nog langere drinksessies achteraf met collega’s verwacht. Daarbij ook een gezinsleven combineren is bijna onmogelijk, zeker omdat in veel gevallen de vrouw de huishoudelijke taken zo goed als volledig op zich neemt.

Niet anders dan in de bedrijfswereld wordt ook de politiek voornamelijk bepaald door Japanse mannen. In het nationaal parlement, genaamd Diet, bezetten vrouwen amper 97 (!) van de 707 zetels. Maar nog meer dan uit de nummers blijkt uit het discours hoe vrouwonvriendelijk het politieke klimaat is.

Tijdens een debat in het parlement van Tokio in 2014 over steun voor jonge moeders in de metropool werd de speech van Ayaka Shiomure volledig in het belachelijke getrokken. Een van de partijgenoten van Shinzo Abe riep dat zij degene was die zo snel mogelijk zou moeten trouwen. Een andere politicus vroeg of ze wel in staat was om kinderen te krijgen, waarop andere raadsleden met gegniffel reageerden.

© Voices of East Anglia

Vrouwen doen Japan schitteren

Shinzo Abe’s plan om de gendergelijkheid in Japan te bevorderen komt dus niet te vroeg. Concreet is zijn beleid gericht op het uitbouwen van kinderopvang, de private sector aanmoedigen meer vrouwen aan te werven, belastingen ten nadele van een tweede verdiener wegnemen, vaderschapsverlof aanmoedigen en meer van dat. Maar de motivatie achter de beleidsdoelstellingen is waar het wrang aanvoelt.

Abe wil kinderopvang uitbouwen, de private sector aanmoedigen meer vrouwen aan te werven en belastingen ten nadele van een tweede verdiener wegnemen, maar de motivatie achter de beleidsdoelstellingen voelt wrang aan.

Nadat Abe vijf vrouwen benoemde als zijn kabinetsleden, prees hij zichzelf aangezien dit er meteen voor zorgde dat Japan 20 posities steeg in een internationale ranking. Naast zorgen over de internationale prestatie lijkt het beleid vooral gericht op het potentieel van de vrouw te benutten om de economie te stimuleren.

De Japanse overheid, en de LDP in het bijzonder, benadert de lage participatie van vrouwen als een economisch en demografisch probleem, eerder dan een sociale noodzaak.

De aandacht voor vrouwenrechten komt het debat in Japan zeker ten goede en als een deel van de beleidspunten succesvol geïmplementeerd wordt, kan dit voor individuen een wereld van verschil maken. Maar dat de nadruk gelegd wordt op gelijke rechten nu het de Japanse economie, demografie en imago ten goede komt, is bezwaarlijk. De Japanse vrouw verdiende ze ook zonder deze drievoudige doelstelling.