“‘Wat na de ILO-missie? (Venezuela 9)’
Nadat er een dag geen beeld en geen klank was van regeringszijde omdat we onze bevindingen en verwachtingen aan de vice-minister hadden meegedeeld en we besloten in te gaan op het verzoek van de vakbonden om de ontmoeting met hen elders te laten plaatsvinden, was de vraag hoe de missie zou eindigen. Bij de ontmoeting met de vice-minister hebben we aangegeven dat bij de oplossing van de huidige problemen de sociale partners een belangrijke rol kunnen spelen. Hij reageerde zeer kregelig en zei dat Fedecamaras tweemaal berouw moet tonen, eerst voor de staatsgreep van 2002 en ten tweede voor het politiseren van de aanslag op werkgeversleidster Albis Munoz.
Zoals gesteld van bij het begin van deze blogreeks, blijft die staatsgreep geleid door de werkgevers hangen, wat legitiem is. Ook al stelt de huidige leiding van Fedecamaras dat ze dialoog wil met de regering en afstand neemt van wat toen gebeurde, het is een feit dat dit de dialoog blijft blokkeren. Maar de laatste dag is de toonzetting opnieuw vriendelijk en ontvankelijk. Er zijn duidelijk nieuwe afspraken gemaakt binnen de regeringsdelegatie. Wij (de drie missievoorzitters) geven onze commentaren, die terug zullen te vinden zijn in de conclusies van de missie.
“ILO-klacht heeft geen bestaansreden maar nieuwe generatie opent mogelijkheden”
Opnieuw is vice-minister Elio Colmenares aan het woord, hij dankt de missie voor de respectvolle discussies en het feit dat ondanks de vele vragen wij nooit commentaren gegeven hebben ten aanzien van de media. Hij herhaalt de sociale doelstellingen van de regering en dat er overal wel eens problemen zijn en die ook in alle transparantie zullen opgelost worden. Hij beklemtoont dat het ILO-geval nooit bestaan heeft in de realiteit en dat de agressie ten aanzien van Fedecamaras moet teruggebracht worden tot gewone criminaliteit en niets te maken heeft met de schending van het recht op vereniging. De 7 besprekingen in de “Commissie van de Normen” in de ILO en zeker de vraag van de werkgevers tot het oprichten van een onderzoekscommissie “Venezuela” werd door wijlen president Chávez beschouwd als een soort staatsgreep. Hij herhaalt dat de vroegere mislukking van het overleg met de sociale partners één van de aanleidingen was van de revolutie. Maar samen met de minister van arbeid zegt hij toch open te staan voor de aanbevelingen van de missie. Dit is een opening die er voordien niet geweest is, zeker wanneer de minister eraan toevoegt dat de regering ook rekening houdt met het feit dat er een nieuwe generatie leiders is aangetreden.
Vice-president Arreaza: “De regering staat open voor uw aanbevelingen binnen grenzen.”
Wij worden ontvangen door vice-president Jorge Arreaza, schoonzoon van Chávez. President Maduro was in Cuba tijdens onze missie. Wij geven opnieuw onze belangrijkste beschouwingen en aanbevelingen,. De vice-president benadrukt de belangrijke realisaties van Chávez. Hij was de eerste werknemerspresident, onderwijs, het huizenprogramma, de strijd tegen de armoede en voeding. Hij beklemtoont dat er andere en permanente methodes van democratie zijn uitgebouwd en dat er ook heel wat overleg is, ook met werkgevers. “De regering staat open voor de aanbevelingen van de missie binnen de grenzen van de grondwet en de wetten van Venezuela.”
Sociale dialoog niet tegengesteld aan ‘inclusieve democratie’
Gezien de conclusies van de ILO-missie nog niet gepubliceerd zijn, is enige discretie gepast. Uit voorgaande blogberichten blijkt al duidelijk welke thema’s ongetwijfeld aan bod zullen komen. De objectieve en volledige strafrechtelijke afhandeling van de aanslagen op gebouwen en personen van de werkgeversorganisatie bijvoorbeeld en de compensaties en rechtvaardige afhandeling van onteigeningen. Maar de klemtoon zal vooral liggen op de vrijheid van vereniging en de herneming van de sociale dialoog met alle werkgeversorganisaties en vakbonden. Dit hoeft helemaal niet tegengesteld te zijn aan de ‘inclusieve democratie’ (de rechtstreekse dialoog met het volk). Bepaalde elementen van de nieuwe arbeidswet (LOTTT 2012) vormen hierbij duidelijk een hinderpaal, dat wordt dus een moeilijk punt. De ILO zal ook technische ondersteuning en begeleiding aanbieden aan regering en sociale partners. Zo blijft de ILO compleet in haar rol, zonder over systemen te oordelen toch aangeven dat de algemeen aanvaarde internationale arbeidsregelgeving moet toegepast worden.