Wereldhoofdstad van verkrachtingen

Blog

Wereldhoofdstad van verkrachtingen

Dat is de naam die VN-kopstukken in april dit jaar hebben bedacht om de Democratische Republiek Kongo te omschrijven. Butembo krijgt jammer genoeg ook haar deel van deze gesel te verwerken. Als dat mensen overkomt die je persoonlijk kent voel je de pijn zoveel sterker.

Toen ik begin deze week van Bujumbura terugkeerde naar Butembo, heb ik tussendoor onder meer overnacht in Bukavu. Ik ben daar aangekomen de dag na de afsluiting van de wereldvrouwenmars tegen seksueel geweld. De stad hing nog vol spandoeken. Internationale delegaties waren nog zichtbaar in het straatbeeld. Onze medewerkster van het Bukavu-kantoor had ook goed deelgenomen. Ze was tevreden.

Om middernacht ging de telefoon. Ik was meteen klaarwakker. Dit is geen uur waarop je wordt opgebeld voor een babbeltje. Ik bereidde mezelf voor op het ergste.

Het was Masumbuko. De man die voor ons kuist, kookt en klussen uitvoert op het kantoor in Butembo. Met horten en stoten volgde zijn verhaal. Hoe hij bij buren was op bezoek geweest en om 22u25 huiswaarts keerde. Terwijl hij het schoolplein overstak om sneller thuis te zijn had hij enkele silhouetten waargenomen, maar zag daar geen erg in. Wellicht ook mensen die op vriendenbezoek waren geweest.

Bij thuiskomst lagen vrouw en kinderen al in bed. Hij schepte zich nog wat eten uit en ging dat rustig in het salon opeten, als hij plots een zaklamp door de ruit zag schijnen. “Doe open”, riep een mannenstem, die hij niet herkende. “Dit is geen uur om nog mensen te ontvangen”, antwoordde hij. En dan werd het stil.

Ineens werd hij opgeschrikt door het geluid van brekend glas. De buitendeur was binnenin enkel vergrendeld, zonder hangslot. Meteen begreep hij dat er werd ingebroken. Met de arm door het gebroken glas is de grendel immers zó opengeschoven.

In een fractie van een seconde was hij in zijn slaapkamer gedoken om die deur te barricaderen. De indringers gingen meteen tot de aanval over. Met een machette hakten ze op de deur in om ze te splijten. Aan de andere kant ving Masumbuko met zijn eigen machette de slagen zo goed mogelijk op om het splijten tegen te gaan.

Toen veranderden ze van tactiek en schroefden de hengsels los om de deur eruit te lichten. Toen hij de deur voelde bewegen begreep Masumbuko dat hij kansloos was. Hij verschanste zich in de kleine ruimte tussen het plafond en het golfplatendak. Door het kabaal dat de dieven zelf maakten hoorden ze hem er niet opklimmen. Maar er was geen tijd om ook vrouw en kinderen in veiligheid te brengen. Wat er daarna is gebeurd heeft hij zelf niet meer kunnen zien. Dat heeft zijn vrouw hem verteld.

Twee bandieten hebben het hele huis doorzocht naar buit. Een derde richtte zijn geladen kalashnikov op haar borst en gebood haar niet meer te bewegen als ze aan haar leven hield. Hij heeft haar de kleren van het lijf gerukt en ter plaatse verkracht met zijn AK47 in de hand.

Het kindermeisje had de kans gezien door de openstaande deur te ontsnappen en zich te verbergen bij een vriendin even verderop. Anders was ze gegarandeerd ook verkracht geweest.

De ochtend erop werd duidelijk dat de bende (ze waren zeker met 4, misschien met 5) ook eerder al andere huizen had aangevallen. Onder meer van de celchef (een cel is een administratieve onderafdeling van een wijk). Toen die zag dat de schurken zijn dochter wilden verkrachten heeft hij zich op hen geworpen in een lijf-aan-lijf gevecht, zodat ze met haar moeder en zussen is kunnen vluchten. Het kostte hem een klap op zijn hoofd met de loop van een geweer. Toen ze hem eindelijk in bedwang konden houden was er even ruzie tussen de schurken. Diegene die zijn zinnen op het meisje had gezet was woest en wilde de vader doodschieten. Maar de anderen vonden dat geen reden. Hij heeft het gelukkig overleefd.

De korrel op een geweerloop is een verschrikkelijk wapen: daarmee sla je een gat in een mensenschedel van een centimeter breed. Dat is een beproefde techniek van Kongolese soldaten. Hun bevelen snauwden ze in het Swahili. Maar onderling spraken ze Lingala, dé taal van de soldaten. Ook al droegen ze geen uniform, alles wees erop dat het wel degelijk om soldaten ging.

De dag voordien had de minister van defensie Mwando Nsimba nog verontwaardigd gereageerd op de analyse van speciaal VN-gezante voor seksueel geweld in conflictgebieden Margot Wallström die stelt dat de FARDC-soldaten zich schuldig maken aan verkrachtingen. “Die dame heeft slechts als doel om het elan van onze troepen te breken in hun vastberadenheid om de laatste weerbarstigen van het FDLR uit te roeien door hen op oneerlijke wijze in diskrediet te brengen”, klonk het bombastisch.

Hoe wereldvreemd kan een Kongolese minister van defensie in godsnaam zijn ? Of is hij stekeblind? Of seniel geworden misschien? Ik heb die man enkele jaren geleden nog ontmoet toen hij in België kwam met zijn projecten leuren. Toen had hij nog een zinnig verhaal. Nooit gedacht dat deelnemen aan de macht zoveel onzin doet uitkramen.

Die nacht kon ik geen oog meer dichtdoen. Ik moest steeds maar aan Masumbuko en zijn vrouw denken, terwijl ik altijd maar weer de grijns van de minister op de binnenkant van het muskietennet zag verschijnen.

De dag erop nam ik de boot van Bukavu naar Goma, samen met honderden deelneemsters aan de wereldvrouwenmars. Tijdens de lange wachttijd op de voorzitster van het gebeuren, Olive Lemba Kabila, die onverwachts had besloten dezelfde boot te nemen als wij, vroeg ik aan de dame naast me wat ze nu het belangrijkste resultaat vond van de vrouwenmars. “Dat de bewindslieden nu eens eindelijk naar de vrouwen hebben geluisterd”, zei ze, “en dat mevrouw Kabila zich heeft opgeworpen als de spreekbuis van alle verkrachte vrouwen”.

Ik vertelde haar over mijn telefoongesprek van de voorbije nacht. Ik zag haar verbleken, begreep eerst niet goed waarom. “Ik heb ongeveer hetzelfde meegemaakt twee jaar geleden”, zei ze. Ze trok haar rok op tot boven de knie en toonde me drie littekens van kogelinslagen op haar scheenbeen. “Gelukkig waren de kogels eerst door een houten deur gegaan zodat hun kracht al wat was afgezwakt, anders was mijn scheenbeen wellicht verbrijzeld geweest”.

Meteen na mijn aankomst in Butembo heb ik een verhoor van Masumbuko afgenomen en op papier gezet onder de vorm van een klacht tegen onbekenden. Gisteravond heeft hij die dan nog eens overlopen met zijn echtgenote en wat aangevuld. En vandaag zijn we samen naar MONUSCO gestapt. Zou deze VN-missie zich voortaan immers niet meer gaan toeleggen op bescherming van de burgers, bestrijding van seksueel geweld en van straffeloosheid?

De Nepalese bewakers aan de grote blauwe poort verstaan geen woord Frans, en ik heb het ook behoorlijk moeilijk met de klanken uit hun mond, die enigszins op Engels lijken. Ze sturen ons door naar de civiele afdeling, we hebben niets te zoeken bij de militairen.

De verantwoordelijke voor de veiligheid blijkt in verlof te zijn, en zijn assistent is nog thuis (het is drie uur in de namiddag). Maar ik krijg wel zijn telefoon. Ik bel hem op en zeg hem in drie zinnen waar het over gaat. Een kwartier later komt hij badend in het zweet aan. We krijgen telefoonnummers om te gebruiken in geval van nood. Die zal ik meteen aan alle collega’s doorgeven, zonder al teveel vertrouwen dat dit echt tot een snelle reactie zou leiden.

Hij verwijst ons door naar een magistraat die instaat voor mensenrechten in het Butembo-kantoor. De man moet uit een West-Afrikaanse land komen, aan zijn accent te horen. Als hij het relaas van Masumbuko heeft gehoord grijpt hij naar zijn kroezelhaar. “Wanneer zal dit land ooit uit die rotzooi groeien?”, kreunt hij. “We zouden nu toch mogen hopen dat het hier stilaan beter gaat? Maar we observeren precies het omgekeerde: het aantal verkrachtingen neemt exponentieel toe!”.

Volgt het schrijnende verhaal van een jonge vrouw die vandaag had moeten trouwen. De bandieten moeten op de hoogte zijn geweest van het nakende feest. De avond ervoor is een gewapende bende bij de familie binnengevallen, hebben de aanstaande bruid meermaals verkracht, en alles geroofd wat voor het feest was klaargezet. Kan het nog afschuwelijker? Is er een doeltreffender manier om het leven van een vrouw voorgoed te kraken? Waarin kan je nog geloven als je dat moet doormaken?

Terwijl we wachten op het inscannen van de klacht van Masumbuko “voor toevoeging aan de archieven” hoor ik de magistraat aan de telefoon zijn beklag doen over “onnozele beslissingen die aan een kantoortafel worden genomen zonder er operationele conclusies aan te verbinden”. Blijkt dat in Goma werd beslist dat geen enkel VN-personeelslid zich nog op de weg Butembo-Beni mag begeven zonder gewapende escorte. En dat de aanvragen voor een escorte een week op voorhand naar Goma moeten worden gestuurd. “Wat denken die in Goma wel? Dat zij hier ons leven gaan besturen? Mensen zijn geen bergen, ze moeten mobiel zijn. Als ze willen dat we met een escorte reizen, laat hen dan een permanent escorteteam naar Butembo sturen. We zullen ons leven wel zelf organizeren!”.

Als hij is uitgeraasd stelt de magistraat voor om onze klacht tegen onbekenden ook neer te leggen op het militair auditoraat. Alles wijst er immers naar dat de daders militairen waren. “Ongelooflijk hoe die Kongolese magistraten op geld uit zijn”, zucht hij. “Bakhe!”, hij roept de naam van zijn assistent, “heb je nu al die geldsom voorbereid voor die twee kerels op het auditoraat? Als je deze heren erheen brengt kan je hen dan meteen wat toestoppen, zoals ze gevraagd hebben?”.

Ik ben te verbouwereerd om erop te reageren. Achteraf checkte ik nog eens bij Masumbuko of hij hetzelfde begrepen had als ik. Hij knikte bevestigend. Toen ben ik even moeten gaan zitten. De VN-missie die er mee moet voor zorgen dat de instellingen van Kongo weer naar behoren functioneren ten dienste van de burger, gebruiken die middelen onder meer om magistraten onder de tafel geld toe te schuiven. Voor het bereiken van de MONUSCO-doelstellingen, ongetwijfeld. Maar het is en blijft toch corruptie!?

“Wanneer zal dit land ooit uit deze rotzooi groeien?”, klinkt nu ineens zoveel pathetischer.