Wereldvoedseldag: Een epidemie van gezonde kinderen

Blog

Wereldvoedseldag: Een epidemie van gezonde kinderen

Wereldvoedseldag: Een epidemie van gezonde kinderen
Wereldvoedseldag: Een epidemie van gezonde kinderen

Naar aanleiding van Wereldvoedseldag maakt Susan Shepherd, voedingspecialist bij Artsen Zonder Grenzen, de balans op van de globale aanpak van ondervoeding in Niger. Sinds 2005 kregen volgens schattingen meer dan een miljoen een behandeling tegen ondervoeding in Niger, en dat is meer dan in eender welk ander land ter wereld.

Met je kind naar de dokter gaan voor een basisonderzoek en een paar vaccinaties lijkt één van de zovele routineuze taken voor ouders. Ken je eigenlijk iemand die ooit de mazelen heeft gehad? Veel ouders vragen zich af of al die vaccinaties in feite wel nodig zijn. Maar de voorbije week werd ik er Niger door moeders, verpleegkundigen en artsen aan herinnerd hoe belangrijk en hoe efficiënt die eenvoudige handelingen zijn.

Kindersterfte daalt

Niger is een Afrikaans land, dat voor een stuk in de Saharawoestijn ligt en voor een stuk in de Sahel, de droge savanne ten zuiden van de Sahara. De voorbije zes jaar kende het land drie voedselcrisissen, hoewel de meerderheid van de bevolking voor zijn levensonderhoud van landbouw afhankelijk is.

Maar ondanks die moeilijkheden boeken de Nigerese politici en gezondheidssector flink vooruitgang. Hoewel het land nog steeds onderaan de ranglijst van de Human Development Index staat, daalt de kindersterfte er peilsnel. En ondanks de ernstige economische problemen, zijn steeds minder kinderen ondervoed. Dat gaat lijnrecht in tegen de klassieke visie dat het economisch beter moet gaan met een land om de gezondheidszorg te kunnen verbeteren.

2005 kanteljaar

Hoe pakken ze dat dan aan in Niger? In 1990 had het land de hoogste cijfers voor kindersterfte ter wereld. Maar aan het einde van de eeuw begon de overheid vaccinatiecampagnes en de verdeling van vitamine A te promoten. Tussen 1998 en 2005 steeg het percentage kinderen dat een dosis vitamine A had gekregen van 7% naar 75%. Het aantal kinderen dat een vaccin tegen mazelen kreeg, verdubbelde.

In maart 2005 echter, zagen onze teams in het zuiden van Niger ondervoede en zieke kinderen toestromen, meer dan we er ooit hadden gezien. Het ministerie van Gezondheidszorg keurde een nationaal voedingsprotocol goed, UNICEF organiseerde zich en heel wat ngo’s kwamen naar het land. Op het einde van 2005 waren er 100.000 kinderen geholpen (60.000 daarvan door Artsen Zonder Grenzen). Op dat moment was dat de grootste hulpoperatie bij een voedselcrisis ooit.

En zoals vaak na een ernstige crisis waren er heel wat positieve verandering. Sinds 2005 kregen steeds meer kinderen een behandeling tegen ondervoeding; volgens schattingen meer dan een miljoen en dat is meer dan in eender welk ander land ter wereld. Het ministerie van Gezondheidszorg voert elk jaar ook minstens één onderzoek naar ondervoeding bij kinderen jonger dan vijf uit. Het opvolgen van de situatie is een eenvoudig maar onmisbaar onderdeel van elk systeem van gezondheidszorg.

Globale aanpak

Voeding en gezondheid zijn nauw met mekaar verbonden. Ondervoede kinderen worden sneller ziek, en zieke kinderen raken sneller ondervoed. Malaria is in Niger bijvoorbeeld een belangrijke factor in de ziekte- en sterftecijfers. Het is dan ook ondenkbaar om kinderen voor ondervoeding te behandelen zonder te controleren of ze aan malaria lijden. Sinds 2005 is het aantal kinderen jonger dan vijf dat tegen malaria behandeld werd verdrievoudigd. Die schaalvergroting was mogelijk omdat de nationale overheid besloot dat gezondheidszorg voor kinderen jonger dan vijf gratis moest zijn, en omdat het Wereldfonds hielp met de levering van geneesmiddelen.

En dan zijn er nog de vaccinaties. Sinds 2005 is het aantal kinderen ouder dan twee dat de volledige reeks vaccins heeft gehad, verdubbeld. Er is nog een lange weg te gaan – en kinderen in Niger genieten niet van alle bescherming die immunisatie in ontwikkelde landen biedt – maar er zijn zeker stappen voorwaarts gezet.

Veel van deze vooruitgang werd gerealiseerd door internationale en Nigerese ngo’s, in het gunstige kader dat de overheid creëerde. Maar de financiering van ngo’s is niet stabiel en niet voorspelbaar. De volgende belangrijke fase is dan ook het integreren van het verband tussen gezondheid en voeding in de openbare gezondheidszorg. Het gaat minstens evenveel om de gezondheid van kinderen als om hulpverlening bij noodsituaties.

Daarin ligt nu de uitdaging voor het initiatief Scaling Up Nutrition (SUN). Dat wil ondervoeding wereldwijd aanpakken. De leden van SUN vergaderden vorige week in New York. Nigerese moeders en artsen hebben alvast getoond wat er mogelijk is. De vraag voor SUN is hoe het kan helpen om deze resultaten te consolideren en nog te verbeteren in landen als Niger. Om te beginnen moet erkend worden dat de combinatie van voedselsupplementen en basisgezondheidszorg één van de efficiëntste maatregelen is. Als de Nigerese leiders en nationale en internationale ngo’s hun schouders eronder zetten, dan kan deze epidemie van gezonde kinderen zich erg snel verspreiden.

Susan Shepherd is een pediater uit Canada. Ze coördineert bij Artsen Zonder Grenzen de projecten rond ondervoeding.