Blog

Wolven

Wolven
Wolven

In Congo is het vaak moeilijk om het clichébeeld van de Afrikaanse solidariteit staande te houden. Door de extreme armoede proberen steeds meer Congolezen eerst zichzelf te redden. 'Ieder voor zich' is hier een dagelijkse realiteit.

Hoe luidt de Romeinse uitdrukking die zegt dat mensen elkaar het licht onder de zon niet gunnen? Homo homini lupus? Ik moet er hier in Congo steeds vaker aan denken, wanneer ik zie hoe Congolezen elkaar het leven onmogelijk maken. Bij vele mensen rondom mij zie ik een weerzin om elkaar te helpen, naast een grote dosis wantrouwen en jaloezie. Sommigen noemen het ‘la crabologie’, als krabben in een mand die elkaar onophoudelijk weer naar benenden trekken.

In het boek ‘Futur Simple’ van Koen Vidal en Stephan Vanfleteren lees ik over de jonge judoka die plots dubbel schoolgeld moest betalen omdat ze een judowedstrijd had gewonnen, een wedstrijd waar weliswaar geen prijzengeld aan vast hing… Mijn vriend de kunstenaar vertelt hoe hij maandenlang door de douane gepest wordt wanneer hij de kans krijgt zijn werken in het buitenland tentoon te stellen. En zelf probeer ik al weken een officieel document tegen een redelijke prijs in handen te krijgen. Wantrouwen en corruptie, de twee grootste kwalen van dit reuzenland? Op de boulevard du 30 juin wandel ik zelfs voorbij het ‘Ministère des relations avec le parlement’… Je zou haast denken dat het openlijk deel uitmaakt van de staatscultuur!

Dat is ook wat Jacques me verzekert, een provinciale ambtenaar die ik ontmoet in Mbandaka. Bij een glas lauw bier (elektriciteit om een koelkast draaiende te houden is in deze stad een schaars goed) praten we over de moeilijkheden van het leven in Congo en het wanbeleid van de regering. Maar Jacques is eerlijk genoeg om toe te geven dat de corruptie-ziekte ook tot in de aderen van zijn provinciale overheid is doorgedrongen. Waarom hij er dan niets aan probeert te veranderen, vraag ik hem. “Het maakt deel uit van het systeem”, zucht hij, “ je kunt er niets aan doen”. En natuurlijk is bij iedereen de angst om de eigen baan te verliezen nog steeds groter dan de drang om op de barricaden te gaan staan. Maar zelfs die drang is naar mijn vermoeden niet zo bijster groot. Want het is naast een vervelend natuurlijk ook een heel handig systeem. Zoals de bewaker van de buren het uitlegt: “In Congo kan je alles gedaan krijgen.”

Ik word er zelfs enigszins rustig van, van de gedachte dat dit een systeem is waarvoor heel veel Congolezen misschien zelf kiezen. Waarom zouden buitenlandse organisaties er dan tegen proberen te vechten? Op weg naar huis draai ik het venster van de auto open. De warme lucht waait me in het gezicht. Op de hoek van mijn straat steek ik de dienstdoende politieagent een briefje van 500 francs toe. De man heeft tenslotte al maanden geen loon ontvangen en staat daar moedig het chaotische verkeer te regelen. En misschien beschouwt hij me dan de komende weken even niet als een winstgevend doelwit. Zou corruptie dan toch een Belgisch importproduct zijn?