Zuid-Soedan: “De tijd dringt voor 80.000 mensen”

Blog

Zuid-Soedan: “De tijd dringt voor 80.000 mensen”

Zuid-Soedan: “De tijd dringt voor 80.000 mensen”
Zuid-Soedan: “De tijd dringt voor 80.000 mensen”

Caroline Scholtes, een Belgische verpleegster, is net terug van een missie van drie maanden in de Zuid-Soedanese staat Jonglei, die de voorbije maanden door geweld werd geteisterd. Sindsdien zijn naar schatting 80.000 mensen verdwenen of ondergedoken in de wildernis en afgesloten van elke vorm van humanitaire hulpverlening.

Wat is de situatie in Jonglei?

Na een reeks gevechten tussen rebellen en het Zuid-Soedanese leger is de bevolking van het zuidelijk gelegen graafschap Pibor de brousse ingevlucht. Daarna volgde geweld tussen de verschillende etnische groepen in de brousse, waarbij veel gewonden zijn gevallen. Nu willen de burgers niet naar huis terugkeren uit vrees om aangevallen te worden.

We weten dat een deel van hen naar Kenia, Ethiopië, Oeganda of de Zuid-Sudanese hoofdstad Juba is gevlucht. In de omgeving van het dorp Gumuruk hebben we 24.000 mensen gevonden en 10.000 anderen verblijven in afgelegen gebieden in het district. Maar er zijn dus nog 80.000 mensen van wie we niet weten waar ze zijn, die zich verstoppen en in erbarmelijke omstandigheden moeten overleven.

Wat voor werk doet Artsen Zonder Grenzen ter plaatse?

Veel hulpverleners werden geëvacueerd omdat de gezondheidscentra geplunderd werden. Artsen Zonder Grenzen beheert een ziekenhuis in Gumuruk, waar we de bevolking basisgezondheidszorg bieden. In twee dagen tijd heeft ons team er een operatiezaal in een tent opgezet. Van daaruit proberen we de oorlogsgewonden en de gevluchte en extreem geïsoleerde bevolking te bereiken. We weten niet wat de gezondheidstoestand van die mensen is…

Met een helikopter hebben we ook mobiele klinieken georganiseerd. We landen in de brousse met kisten vol medicijnen, en plastic zeilen en stokken om een beetje schaduw te creëren. Daarna moeten we roeien met de riemen die we hebben. Net als in de Romeinse tijd schuimen boodschappers de brousse af om de informatie door te geven aan de mensen die ze tegenkomen. Al gauw kwamen er honderden mensen om hulp vragen. Elke dag deden we meer dan honderd consultaties, waarbij we zorgvuldig moesten selecteren: mensen met ernstige infecties, ondervoede kinderen, zwangere vrouwen die een infectie hadden opgelopen…

We hebben echter vastgesteld dat de mensen weigeren om in geval van nood naar het dorp terug te keren, zelfs voor voeding of verzorging. In Gumuruk hebben we wel patiënten uit de brousse gehad, onder wie oorlogsgewonden, maar vooral vrouwen en kinderen. De mannen blijven zich verstoppen. Die mensen vertellen ons over de dagen in de brousse en over verscheurde gezinnen die getekend zijn door de dood van familieleden… Ik heb een jongen van drie of vier jaar oud gezien die bang was voor de toenadering van een volwassene omdat hij drie dagen alleen in het moeras had doorgebracht zonder hulp of eten.

Die mensen zijn alles kwijt. Toen ik aan de vrouwen vroeg wat hun prioriteiten zijn, antwoordden ze steevast eten en toegang tot gezondheidszorg. Ze zijn bang om te verhongeren omdat ze in een ongeziene situatie verkeren: ze hebben geen vee meer door de raids, ze hebben hun velden niet kunnen bewerken en hebben dus niets om hun gezin te eten te geven. Aangezien ze geen toegang hebben tot hun dorp bevinden ze zich in een dramatische situatie.

Met welke uitdagingen worden de teams van Artsen Zonder Grenzen geconfronteerd?

Je moet weten dat de streek aan de bron van de Nijl ligt. Het zijn immense vlakten die doorkruist worden door kronkelige rivieren en veel beken. Het is een landschap zonder enige vorm van landbouw en zonder wegen.

Zodra er veel regen valt, worden die gebieden overstroomd en moerassig. De eerste uitdaging is dus logistieke. Een helikopter is vaak de enige mogelijkheid om de mensen te bereiken. Daarnaast is er sprake van een geografische uitdaging: in een gebied dat vier keer zo groot is als België, is het moeilijk om mensen te vinden die zich verstoppen.

En dan is er nog een uitdaging waar de bevolking heel waarschijnlijk mee te maken krijgt, en dat zijn de risico’s op epidemieën. Door de erg beperkte toegang tot drinkwater en voedsel is het risico op cholera, malaria of mazelen erg groot. Bovendien vrezen we voor een epidemie van hepatitis E die al lelijk heeft huisgehouden in de vluchtelingenkampen in de staat Maban, waar we ook actief zijn.

Voor onze teams is het echt een dagelijks gevecht. De tijd dringt voor die duizenden verdwenen mensen. Toen ik vertrok, zouden de teams een helikopter krijgen om intensieve zoekacties te beginnen. Ten slotte vragen we nog aan andere hulpverleners om onder meer voedsel, onderdak en materiaal voor waterzuivering te voorzien.

Wat heeft u persoonlijk geraakt tijdens deze missie?

Het dagelijks leven van onze teams is niet voor de hand liggend: we logeren in tenten met een beperkte toegang tot drinkwater, we koken op vuur en we kunnen maar beperkt communiceren via de satelliettelefoon. Maar wanneer we per helikopter aankomen in het midden van de brousse tussen honderden mannen en vrouwen die enkel nog hun trots hebben ondanks hun onvoorstelbare leefomstandigheden… dan kun je niet onverschillig blijven. Die mensen hebben een indrukwekkende instelling en fysieke kracht. Ik kreeg het koud toen ik naar hen luisterde. In vergelijking met hun situatie moeten we ons ervan blijven overtuigen om door te zetten, ook al moeten we het even met minder doen.

Om meer te weten te komen over Artsen Zonder Grenzen in Zuid-Sudan klik hier