Daba Belgique

Column

Daba Belgique

Daba Belgique
Daba Belgique

We zijn er van af. Eindelijk. ’t Wordt zoals afkicken van een dagelijkse portie fastfood. Gesmaakt heeft het niet en toch ga ik het missen, die overkill aan makke debatten met telkens dezelfde oneliners. Migratie en tsunami rijmen steevast en alles blijkt geen ‘of-’ maar een ‘en en –verhaal’ te zijn.  Als ik nog een keer ‘parking aan de rand van de stad’ moet horen, ga ik gillen. Met verbazing stelde ik gisteren vast dat er in heel België verkiezingen waren, want ik dacht aanvankelijk dat dat alleen in Antwerpen en de Brusselse rand het geval was.

In Terzake werden we in de laatste rechte lijn getrakteerd op een debat over de verbrusseling van die Brusselse rand. Je verbaast er je over dat daar überhaupt mensen willen gaan wonen, tussen dat stelletje zeurpieten. Het is nooit goed in de rand. Als rijke mensen er komen wonen doen die de prijzen stijgen en dreigt er sociale verdringing, als er arme mensen komen wonen dan stijgt de druk op de sociale woningen.

(Gisteren ging het nog maar eens over de twee oproepingsbrieven die de inwoners van de faciliteitengemeenten gekregen hebben. Mensen die zich daar uitgebreid over verzuchten, raad ik een verkiezingswaarnemerschap aan in een prille democratie en als dat niet helpt, toch maar een GAS-boete.)

Olievlek Brussel

Denderleeuw, Opwijk en Liedekerke willen dan weer geen voorstad van Brussel worden in weerwil van hun geografische ligging. Een kleine indentiteitscrisis want op twintig kilometer van Brussel ben je d’office een satellietstad. Titel van het debat was ‘De olievlek Brussel’. Migrerende mensen die worden voorgesteld als een zwart, kleverig en langzaam uitdijend goedje. Ik dacht de hele tijd aan aangespoelde zeevogels met vastgekleefde veren, die niet meer kunnen vliegen.

Het was een akelige uitwisseling met tenenkrullend taalgebruik, waarbij ‘zwartjes’ en ‘je geeft ze een hand, ze pakken een arm’ bedenkelijke hoogtepunten waren. We moesten zelfs ‘publiciste’ Mia Doornaert bijvallen. Ik herhaal, we moesten zelfs Mia Doornaert bijvallen. Dan is het officieel genoeg geweest met verkiezingsdebatten.

Daba Maroc

Vlaanderen mag dan vandaag geel en zwart kleuren, olievlek Brussel blinkt dezer maanden van het goud, het kleur van de posters van het Festival Daba Maroc. Daba betekent ‘Nu!’ in het Marokkaanse dialect en het festival houdt dan ook de vinger aan de pols van hedendaags Marokko. Theater, dans, muziek, literatuur en debat.

Uitvalsbasis van het festival zijn de Hallen van Schaarbeek die in hun consequente programmatie al jaren gepaste aandacht besteden aan het Midden-Oosten en de Arabische wereld. In de indrukwekkende hallen waan je je in een hedendaags street art souk, werk van Hassan Hajjaj, alleen al daarom de verplaatsing waard.

Cinema Inch’allah

Ik ging er kijken naar de avant-première van Cinema Inch’allah, een aangrijpende maar onevenwichtige Belgische documentaire over vier Marokkaanse Belgen die dromen van een carrière in de film. Ver na hun dertigste worstelen ze nog met de nodige groeipijnen. Eén van België’s beste acteurs, Mohamed Ouachen, mijmert in de film over het aantal mensen in België dat een link heeft met Marokko. 300.000? 350.000? In elk geval een pak mensen, en een enorm potentieel publiek.

Het festival strekt zich dan ook verder uit over meerder cultuurhuizen, met uitlopers tot in Bergen en Mechelen. Eén plek waar er alvast niets te zien is van het festival, is Daarkom, het veelgeplaagde Vlaams-Marokkaans Huis. Ik heb alle journalistieke reflexen onderdrukt om na te gaan waarom deze evidente plek niet door het festival wordt aangedaan. Soms is het beter je vermoedens niet bevestigd te zien.

Er is een behoorlijke garantie dat het niet zal gaan over bewonerskaarten en gescheiden afvalophaling. Het is maar dat u het weet.

Ik moet ook denken aan Frans als tweede taal wanneer ik de naam Abdellah Taïa aanvink in de brochure van het festival. Deze Marokkaanse schrijver, in zelfgekozen ballingschap in Parijs residerend, schrijft in het Frans. Hij is geboren in een eenvoudige familie in Salé en ging toch Franse literatuur studeren aan de universiteit van Rabat. Frans is de taal die hij als jongen als vijandig en elitair beschouwde maar waarin hij nu dingen kan zeggen die in het Arabisch aanvankelijk onuitspreekbaar leken.

Diasporama

‘Ik ben arm in het Frans’ zegt hij, en net daarom vindt hij er zijn literaire stem. Zijn boeken worden uitgegeven bij een prestigieus huis en zijn poëtische romans met autobiografische elementen worden overladen met prijzen. Hij is de Marokkaanse Bart Moeyaert wordt wel eens gezegd. Meer nog dan de verpersoonlijking van een nieuwe generatie kunstenaars heeft Taïa de twijfelachtige eer van de eerste openlijke homoseksueel van Marokko te zijn. Zijn outing kwam er in 2006 op de cover van het sowieso al controversiële tijdschrift TelQuel, partner van dit festival.

Hij is een van de jonge Marokkanen en mensen met Marokkaanse roots in de mooie portrettenreeks Diasporama van Nadia en Maya Larguet op de Marokkaanse zender M2. (noot: Onze eigen Sidi Larbi Cherkaoui werd ook in deze reeks geportretteerd.)

Artiesten vertellen over hun leven buiten Marokko en in hun land van herkomst, over migratie. Niet over druk op wachtlijsten voor sociale woningen of over taalachterstand. Maar over hoe een migrant tweemaal geboren wordt, hoe de strijd het artistiek vermogen kan aanwakkeren. Interessante dingen over identiteit, thuis zijn en je thuis voelen. Over hoe je soms banden moet doorknippen om echt jezelf te kunnen worden.

Taïa is bijna veertig, maar ziet er nog steeds uit als een jong veulen. Lief, verlegen glimlachend maar een durver en een tenger vechtertje. Zes jaar na zijn outing stormt het nog steeds, bij Marokkanen hier en daar. Hij verliest er zijn minzame glimlach niet bij. ‘Ik geniet de bescherming van de literatuur’. Daba Maroc gaat geen enkele van de hedendaagse issues uit de weg.

Nog tot eind dit jaar kan u gaan kijken naar voorstellingen gemaakt door rebelse vrouwen, door artiesten die trappelen vol ongeduld en u iets willen vertellen. Gespreksavonden en tentoonstellingen die vertrekken vanuit een urgentie. Bedenkingen over burgerschap en publieke ruimte, die even relevant zijn voor ons land als voor Marokko.

Er is een behoorlijke garantie dat het niet zal gaan over bewonerskaarten en gescheiden afvalophaling. Het is maar dat u het weet.

Cinema Inch’allah is te bekijken in Kinepolis en de Brusselse Vlaamse Gemeenschapscentra.
Op 31 oktober is Abdellah Taïa uitgenodigd op het Daba Maroc festival.
De Diasporamaportretten zijn online te herbekijken.

Bie Vancraeynest is coördinator van jeugdhuis Chicago in Brussel.