De maand van Sahadi Daria
“‘De eerste schooldag moet een magisch moment voor élk kind zijn’
MO*columnist en schooldirecteur Sahadi Daria geniet telkens van de magie van de school, waar hij als kind altijd vergeefs van droomde. ‘Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van ons allen om ontheemde kinderen te helpen. Het recht op onderwijs moet er voor élk kind zijn.’
Sahadi Daria: 'Ik ben acht, sta aan een schoolpoort in Ankara en besef dat ik nooit een van die gelukkige kinderen op school zal zijn.'
© Konstantinos Tsanakas
MO*columnist Sahadi Daria stond op zijn achtste aan de schoolpoort in Ankara. Om plastic bloemen te verkopen, niet om naar school te gaan. Als vluchteling zwierf hij met zijn familie van land naar land en moest hij noodgedwongen mee voor een inkomen zorgen. Vandaag is Daria schooldirecteur in Antwerpen en beleeft hij elk jaar de magie van de eerste schooldag, waar hij als kind altijd van droomde.
Wie is Sahadi Daria?
Schooldirecteur van Stedelijke Basisschool De Apenstaartjes in Antwerpen Linkeroever.
Verliet Afghanistan met zijn gezin toen hij één jaar oud was.
Zijn vader was leraar en pleitte openlijk voor onderwijs voor iedereen.
Kwam als 15-jarige in België terecht waar hij voor het eerst in zijn leven onderwijs genoot.
Woonde in Arendonk, Geel, Turnhout en nu Antwerpen.
Was coördinator sportloodsen bij Buurtsport, werkte met niet-begeleide minderjarigen, was deradicaliseringsmedewerker en coördinator van een OKAN-school.
Voor de eerste schooldag was ik dit jaar extra vroeg op school. Niet om een kind aan de hand af te zetten aan de schoolpoort, maar voor mijn derde jaar als directeur van de kleuter- en lagere school Apenstaartjes in Antwerpen.
Ik wilde goed voorbereid aan de slag gaan. Mijn mailbox puilde nog uit van ongelezen berichten, maar die konden wel even wachten. Want de eerste kinderen zouden zo aankomen, en ik keek ernaar uit om hun glimlach te zien. In feite keek ik daar al de hele vakantie naar uit.
De verwonderde blikken en het enthousiasme van de kinderen zorgden werkelijk voor een magisch moment, die eerste schooldag. En ja, soms waren er ook tranen. Ik zag hoe juffen die kinderen zorgzaam troostten, en mijn gedachten dwaalden af naar vroeger. Naar een van mijn eigen “eerste schooldagen”.
Dromen van school
In die herinnering sta ik aan de andere kant van de schoolpoort, buiten de school, en zie ik hoe ouders en kinderen hand in hand voorbij lopen. Ik sta er alleen. Alleen, met mijn kleurrijke plastic bloemen en kauwgoms in de hand. Ik hoop dat mijn glimlach de ouders overtuigt om iets te kopen. Telkens wanneer dat niet lukt, zakt de moed me in de schoenen — of beter de sleffers. Ik besef dat ik geen geld verdiend heb om rijst mee te kunnen kopen. En diep vanbinnen zorgt een ander besef voor een nog intensere pijn: ik word me ervan bewust dat ik nooit een van die gelukkige kinderen op school zal zijn, dat ik gevangen zit in mijn uitzichtloze bestaan.
'Ik ben acht, sta aan een schoolpoort in Ankara en besef dat ik nooit een van die gelukkige kinderen op school zal zijn.'
Acht jaar ben ik op dat moment. Een jaar eerder waren we aangekomen in Ankara, Turkije, hopend op een beter bestaan voor ons gezin. Maar het leven in Ankara bleek zwaar en armoedig. Meteen nadat we er aankwamen moesten alle kinderen, ook ik, gaan werken om te kunnen overleven. De dagen als kindarbeider waren toen lang, en de nachten kort en gevaarlijk.
Spullen verkopen aan de schoolpoort was te confronterend, daarom stond ik er maar enkele keren. Sindsdien droomde ik ervan op een dag te weten hoe die kinderen zich voelden die wél naar school konden gaan.
In goede handen
Ik ontwaak uit mijn gedachten en sta terug aan de schoolpoort van de Apenstaartjes, op de Antwerpse Linkeroever. Dit keer sta ik wel aan de juiste kant van de poort, en dan nog wel als directeur.
Als directeur van een basisschool heb je veel aan je hoofd. Het wordt steeds drukker naarmate de septembermaand vordert. Dat is natuurlijk een deel van de job. Je moet het echt graag doen, en binnen de functie dingen zoeken waar je energie uit haalt.
'In theorie heeft ieder kind recht op onderwijs. Maar in de praktijk is het een onbereikbare droom voor vele vluchtelingenkinderen.'
Die eerste schooldag is voor mij een van die dingen. Het is een dag waarop ik kinderen kan verwelkomen en zelf ook weer even kind kan zijn.
Of er zijn die momenten wanneer ik op de speelplaats ga wandelen om even met de kinderen te spelen of een babbeltje te slaan. Soms verrassen de kinderen van de derde kleuterklas me met hun vragen en uitleg over bepaalde onderwerpen. Ik sta versteld van hun intelligentie, van hun verbeelding en van de woorden die ze gebruiken.
Ook mijn gedreven collega’s geven me energie. Al in de tweede week van augustus zagen we elkaar op school om allerlei zaken voor te bereiden. Dat moeten ze niet doen, maar ze zijn zo gedreven om alles op tijd klaar te krijgen. Wanneer later iedereen actief mee nadenkt tijdens de eerste personeelsvergadering, weet ik dat onze leerlingen in goede handen zijn.
8 miljoen kinderen
Ook dan denk ik weer even terug aan de dagen dat ik plastic bloemetjes verkocht aan de schoolpoort. Dan denk ik aan de zovele kinderen die deze kansen niet krijgen. Uit het onderwijsjaarrapport 2021 van de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR blijkt dat de helft van de wereldwijd bijna 8 miljoen vluchtelingenkinderen niet naar school kan gaan.
Zij zullen nooit een geweldige leerkracht hebben, die hen op hun talenten wijst en hen op weg helpt in het leven. In theorie heeft ieder kind recht op onderwijs, maar in de praktijk is dat een onbereikbare droom voor vele vluchtelingenkinderen. Ik weet als geen ander hoe belangrijk onderwijs net is voor deze kwetsbare groep. Want alleen met onderwijs kunnen ze hun eigen leven in handen nemen en, wie weet, ooit de leiders van morgen worden die conflicten kunnen oplossen.
Het heeft geen zin om alleen de Belgische overheid of politici te vragen meer aandacht te hebben voor onderwijskansen voor kinderen op de vlucht. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van ons allen om ontheemde kinderen te helpen. Legaal of illegaal, ieder kind heeft recht op onderwijs.
In België wordt dat recht effectief gewaarborgd door het verbod om inschrijvingen te weigeren op basis van een verblijfsstatuut, en doordat de school recht heeft op subsidies en verzekering voor alle kinderen. Ik vraag alle nationale en supranationale overheden over de hele wereld om gelijke onderwijskansen voor ieder kind te voorzien.
Dat ik mijn dromen mocht waarmaken in België, daarvoor ben ik nog elke dag dankbaar. Toch heb ik nog één grote droom: dat de eerste schooldag voor alle kinderen op deze wereld elk jaar een magisch moment mag zijn.