De onstuitbare opkomst van onverschilligheid

Een samenleving waarin mensen behulpzaam en zorgzaam zijn voor elkaar is een betere samenleving dan één waar onverschilligheid heerst. En toch wint de onverschilligheid terrein.

  • © Brecht Goris 'De strijd tegen onverschilligheid is een constante strijd, dagelijks en intern in elk van ons.' © Brecht Goris

Voor één keer moest ik niet rennen om de trein te halen. Ik was veel te laat, maar wel ruim op tijd voor de volgende trein.

Ik vond het niet erg om twintig minuten te wachten. Stations hebben mij altijd geboeid. Plekken waar duizenden mensen komen en gaan, elkaar kruisen, soms zuchtend, soms flirtend.

Langste kwartier ooit

Stations zijn misschien wel de beste plek om de diversiteit van een stad te zien. De gehaaste pendelaars; maar ook degenen die geen haast hebben en in de stationkroegjes rustig hun pintje drinken; oude mensen die zich nerveus afvragen of ze wel het juiste ticket hebben en op tijd zijn; studenten die snel voor een examen alles nog een keer herhalen; scoutsgroepen die voor sfeer en het nodige lawaai zorgen; toeristen die poseren voor een foto; mensen die diep in hun zakken moeten zoeken naar het nodige geld om hun ticket te betalen; bedelaars die geld vragen en verzekeren dat het niet is om alcohol te kopen en daklozen in hun vertrouwd plekje in het station.

De blikken van de mensen die in hem een onbeschaafde mislukking zagen, waren onverdraaglijk.

Een van die daklozen lag op de trappen in de grote hal van het Brussels centraal station. Zijn hoofd lag op één trede en de rest van zijn lichaam op een andere. Zijn broek was wat afgezakt en delen van zijn rug en achterste waren bloot.

Het was zondag tegen de middag en aardig warm. Ik dacht dat wat water hem goed zou doen en hem zou helpen om wakker te worden, op een betere plek te gaan liggen en zijn broek op te trekken. De blikken van de mensen die in hem een onbeschaafde mislukking zagen, waren onverdraaglijk.

Ik haalde mijn fles water uit mijn tas en terwijl ik zijn richting uitliep, begon ik te twijfelen. ‘Misschien slaapt hij, is het wel een goed idee om hem wakker te maken?’ Er waren zoveel blikken op hem gericht van mensen die zoals ik stonden te wachten op hun trein. Wat zouden die wel denken als ik als eerste en enige van ons iets zou doen? Wat als de dakloze kwaad of agressief zou worden met al die blikken op hem gericht? Ik wist het niet meer.

Wachten duurt altijd lang, maar dit was misschien wel mijn langste kwartier ooit. Uiteindelijk heb ik niets gedaan. Ik nam de trein richting Antwerpen terwijl ik mij afvroeg waarom ik niets deed.

Bus 38

Ik weet dat ik niet onverschillig ben. Dit heeft vooral te maken met de opvoeding die ik heb meegekregen als kind. Je moet altijd behulpzaam zijn en respect tonen voor wie ouder is. Bijna iedereen dus voor een kind.

Zoals we leren om behulpzaam te zijn, kunnen we ook leren om onverschillig te zijn. Wat bijna vanzelfsprekend is in een systeem dat steunt op eigenbelang en doorgedreven individualisme, dat egoïsme promoot en de wet van de sterkste ophemelt.

Zoals we leren om behulpzaam te zijn, kunnen we ook leren om onverschillig te zijn.

Zo’n tien jaren geleden zat ik op het Muntplein te genieten van een zomerdag. In de verte zag ik een vrouw lopen om bus 38 te halen, die net de halte wilde verlaten. Ze viel voor de deur van de bus, tussen bus en trottoir.

Terwijl ik snel naar haar toe liep, dacht ik dat de buschauffeur of een van de andere mensen in de bus haar ook ter hulp zouden schieten. Echter, niemand die een vinger uitstak. Ook nadat ik haar rechtop hielp en vroeg of ze ergens pijn had. Ze wilde plaats nemen in de bus. Ik hielp haar binnen en de bus vertrok.

Tien jaar geleden schoot ik als de bliksem in actie, een paar weken geleden zat ik te twijfelen. Hoe is het zover kunnen komen?

Opsluiten in onverschilligheid

Voor mensen die niet onverschillig willen zijn is het niet gemakkelijk. Eigenbelang en onverschilligheid vormen de heersende code op straat en in onze omgeving.

Als onverschilligheid rondom je heerst, ga je ernaar handelen want anders verstoor je de code. Je voelt je ongemakkelijk omdat je niet onverschillig bent. En ook ongemakkelijk voor de onverschilligen rondom je omdat je hen met hun onverschilligheid confronteert.

Dat ongemakkelijk gevoel maakt kwetsbaar. Je biedt kleine hulp aan zoals tassen dragen, de weg tonen, oudere mensen helpen bij opstaan tot een plaats vrijmaken in de bus. Vervolgens word je bekeken alsof je aan het storen bent, erger zelfs, alsof je slechte bedoelingen hebt.

Dit maakt dat je twijfelt om de volgende keer je hulp aan te bieden. Het is heel frappant om te zien hoe snel we ons aan dergelijke ervaringen aanpassen en onszelf opsluiten in onverschilligheid.

Zorgzaamheid

Toen ik een aantal jaren geleden op een late meiavond in Sevilla was, zag ik een oude vrouw een klein meubelstuk dragen. Mijn  ervaringen in België deden me even twijfelen om haar ter hulp te schieten, maar de reflex van behulpzaamheid was sterker.

Oude vrouwen in Albanië zijn de moeders van iedereen.

In mijn beste Spaans vroeg ik haar of ik kon helpen. Hulp die ze meteen aanvaardde. Eens bij haar thuis een paar honderd meters ver mocht ik niet vertrekken zonder iets te drinken. Dat was de eerste en laatste keer dat ik fanta heb gedronken. Toen ik afscheid nam zei ze tegen mij ‘mijn zoon’. Dat voelde raar en onwennig.

Nochtans is het in Albanië, waar mijn roots liggen, doodnormaal om een oudere vrouw ‘moeder’ te noemen. Oude vrouwen in Albanië zijn de moeders van iedereen.

Intussen wint ook in Albanië de onverschilligheid terrein, dankzij het hardcore kapitalisme van de afgelopen vijfentwintig jaar. De druk op de mensen stijgt en het algemeen belang moet plaats maken voor het eigenbelang.

De strijd tegen onverschilligheid is een constante strijd, dagelijks en intern in elk van ons. Een moeilijke strijd want ze pakt de kapitalistische waarden aan die wij allen, van Albanië tot België, ons eigen hebben gemaakt. Anderzijds is de strijd tegen onverschilligheid essentieel om onze menselijkheid te behouden in tijden van ontmenselijking en vervreemding.

Een samenleving waarin mensen behulpzaam en zorgzaam voor elkaar zijn is een betere samenleving dan één waar onverschilligheid heerst.

Bleri Lleshi is politiek filosoof en auteur van o.a De neoliberale strafstaat, EPO, 2014. Momenteel werkt hij aan een boek over racisme. Zijn blog vind je hier en je kan hem volgen op Facebook en Twitter.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Filosoof, politicoloog & auteur

    Bleri Lleshi is filosoof, politicoloog en documentairemaker en heeft verschillende boeken geschreven, waaronder De neoliberale strafstaat (2014), Liefde in tijden van angst (

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.