De Paraplurevolutie is een kans voor Xi Jinping

Column

De Paraplurevolutie is een kans voor Xi Jinping

De Paraplurevolutie is een kans voor Xi Jinping
De Paraplurevolutie is een kans voor Xi Jinping

De Hongkongse Paraplurevolutie ligt schijnbaar op apegapen. Een beweging van honderdduizenden mensen viel terug naar een groep van enige honderden. De diehards waar makkelijk op te schieten valt. Figuurlijk dan, want Peking zal niet gauw naar dezelfde recepten grijpen als een kwarteeuw geleden, op Tiananmen.

Een zichtbare repressieve aanpak is immers contraproductief. Toen de ordehandhavers op 28 september traangas gebruikten, deed de algemene verontwaardiging daarover de aantallen juist toenemen. En kijk naar de afranselingen van betogers door maffialui in Mongkok afgelopen weekend. Ook dat zorgde voor meer steun.

Bovendien is geweld niet nodig. Hoewel experts het niet eens zijn over de exacte impact ervan, beschikt Peking over een arsenaal van straffen voor een stout Hongkong. Eén voorbeeld is het administratieve afremmen van Chinees toerisme naar Hongkong, wat vorige week gebeurde. Als de groepen wegblijven, rinkelt de kassa niet meer. En wat een aanslag op de inkomsten betekent voor de convicties, is bekend.

Sommigen vragen zich af of het protest überhaupt iets kan opleveren. Als Peking niet onder de indruk is van Tibetaanse monniken die zichzelf in brand steken, zo argumenteert een Hongkongse ex-minister van Onderwijs, waarom zou er dan worden geluisterd naar studenten die spijbelen en het zakendistrict bezetten?

Emigreren

Peilingen geven aan dat 40 procent van de Hongkongse bevolking die mening is toegedaan. Staan ze daarom aan de zijde van Peking en diens lakkei C.Y. Leung? Geenszins. Eén op vijf inwoners van de voormalige Britse Kroonkolonie denkt eerder aan emigreren. Ze proberen weg te komen omdat ze zich niet opgewassen weten tegen de communistische mastodont. Zo ging het bij de overdracht van Hongkong aan China in 1997 ook: al wie kon, maakte plannen om desgewenst de benen te nemen.

De onwrikbaarheid van China’s leiders is meer pose dan realiteit.

Dat alles betekent evenwel niet dat het protest echt dood is. De eisen zijn redelijk, breed gedragen en genieten ook internationale steun. Wie zich afvraagt welke symbolische data voor contestatie zich aandienen in de nabije toekomst, kan alvast deze noteren: tussen 20 en 23 oktober houdt de Chinese Communistische Partij het vierde pleneum van het 18de Partijcongres en begin november heeft de volgende APEC-top in Peking plaats.

Bovendien is de onwrikbaarheid van China’s leiders meer pose dan realiteit – een soort van onderhandelingstruuk die de tegenpartij tot toegevingen moet bewegen. In deze eeuw heeft de Hongkongse bevolking al twee keer haar slag thuis gehaald. In 2003 wisten grootschalige protesten de invoering van een draconische veiligheidswet tegen te houden en twee jaar geleden werden de plannen om het onderwijs te voorzien van verplicht ‘pattriotisch onderricht’ evengoed teruggefloten. Alleen, de zaak ligt dit keer anders, de implicaties reiken veel verder. Fundamenteel gaat het immers niet over de manier waarop Hongkong wordt bestuurd, maar over de gewenste mate van autonomie voor veel problematischer perifere gebieden als Tibet en Xinjiang.

Lastige oefening

Voor Xi Jinping en zijn hofhouding is het een lastige oefening. Willen ze volstrekt niet toegeeflijk lijken voor Tibetanen en Oeigoeren, jegens Taiwan moeten ze zich zo positief mogelijk profileren. Immers, dat de facto al zes decennia onafhankelijk en al geruime tijd gedemocratiseerde eiland wordt teruggelokt naar de stal van het moederland.

Op menige mini-blog worden de Hongkongers afgeschilderd als ondankbare honden die onnodig op hun achterste poten staan.

Hoewel de relaties sinds de kieszege van president Ma Ying-jeou (2008) zijn verbeterd, is het Taiwanese staatshoofd nu duidelijk over zijn positie. ‘Vrijheid, democratie, mensenrechten en een rechtstaat zijn kernwaarden voor het Taiwanese volk’, zei hij midden september in een interview met al-Jazeera. ‘De Hongkongers streven diezelfde waarden na, we maken ons zorgen over hen en steunen hen’.

Een dergelijke houding zie je bij de Chinese burgers niet. Wel integendeel. Op menige mini-blog worden de Hongkongers afgeschilderd als ondankbare honden die onnodig op hun achterste poten staan.

Daar zijn verschillende redenen voor. Vooreerst zijn alle activisten die probeerden hun steun te betuigen opgepakt of anderszins aan de ketting gelegd, zo meldt de onafhankelijke mensenrechtenorganisatie Chinese Human Rights Defenders.

Harmoniseren

Bovendien is van media- of internetvrijheid geen sprake. Een Hongkongs onderzoeksinstituut dat de Chinese censuur bestudeert, meent dat het Publiciteitsdepartement -zoals Propaganda nu heet – de voorbije weken overijverig is geweest. Van elke 1000 berichten die werden rondgestuurd, zijn er maar liefst 15 ‘geharmoniseerd’ (lees: weggezuiverd), vier keer zoveel als in ‘normale’ tijden. Een andere tactiek is het ‘begeleiden’ van de publieke opinie, waarbij internauten door de overheid betaald worden om Pekings standpunten op zoveel mogelijk fora te verkondigen. Met andere woorden: de Chinese burgers zijn gemuilkorfd en slecht geïnformeerd, bijgevolg zijn hun publieke uitlatingen geen betrouwbare afspiegeling van hun overtuigingen.

En eigenlijk doen die er weinig toe. Xi Jinping zei bij zijn aantreden in maart 2013 zelf dat hij twee prioriteiten had: een handhaving van de economische groei zonder al te grote afhankelijkheid van overheidsinvesteringen; en de uitbouw van een functionerende rechtstaat. Bij dat laatste objectief kan Hongkong -met zijn functionerende rechtsstaat, zijn uit het Britse koloniale tijdperk stammende (relatief) vrije media en degelijke bestuursorganen- een voorbeeld en motor zijn.

Het begrip rechtsstaat heeft voor Xi Jinping een hoog newspeak-gehalte.

Maar te oordelen naar de manier waarop de meest stringente anti-corruptiecampagne sinds de oprichting van de Volksrepubliek nu wordt gevoerd, heeft het begrip rechtsstaat voor Xi een hoog newspeak-gehalte. Het gaat eerder om een politiek gemotiveerde heksenjacht dan over de uitbouw van onafhankelijke instellingen en controlemechanismen.
Nochtans, als hij dat wil, kan Xi China hervormen. Sinds Deng Xiaoping heeft geen enkele leider zo’n greep op het land gehad als hij. Sommigen gewagen zelfs al van een persoonlijkheidscultus zoals die sinds de dood van Mao niet meer werd gezien.

Of Xi zijn macht ten goede wil aanwenden, zal ondermeer blijken uit de afhandeling van de Paraplurevolutie.