Enkele onthutste opmerkingen van een eenvoudige elektriciteitsgebruiker

Column

Over de vindingrijkheid waarmee elektriciteitsboeren de transitie naar groene stroom proberen te saboteren

Enkele onthutste opmerkingen van een eenvoudige elektriciteitsgebruiker

Wij allen gebruiken dagelijks elektriciteit. Dag en nacht gebruiken wij elektriciteit en de minsten van ons doorgronden de mysteriën van de stroom. Wie dat poneert, doet de waarheid geen geweld aan.

Wij allen gebruiken dagelijks elektriciteit. Dag en nacht gebruiken wij elektriciteit en de minsten van ons doorgronden de mysteriën van de stroom. Wie dat poneert, doet de waarheid geen geweld aan. Hier schrijft een onthutste elektriciteitsgebruiker.

Enkele dagen geleden kon ik, dankzij elektriciteit, luisteren naar het radionieuws. Wie schetst mijn verbazing toen de stem van Els Leys of Charlotte Crul of Marieke van Cauwenberghe, enfin, één van die klassieke radiostemmen met hun onnavolgbare gelaagdheid van warmte en objectiviteit die de ware journalist van onze openbare omroep kenmerkt, een stem die perfect de toon treft van wat nieuws moet zijn, dus zo’n stem vertelde me dat de grote elektriciteitsgebruikers enige tijd geld zouden krijgen om stroom te gebruiken.

Grote gebruikers, dat zijn dan chemische bedrijven, raffinaderijen, weet ik veel. Die mochten niet zomaar stroom naar hartenlust afnemen, de elektriciteitsmaatschappijen stopten hun ook nog eens geld toe.

Kille visioenen

Ik was sprakeloos. Zelfs voor de reeks uitdrukkingen die op dergelijke momenten door mijn hoofd schieten (ça alors, wie is er nu gek, zij of ik, heb je ooit zo’n zout gevreten, hebben ze hun verstand bij het groot vuil gezet en nog een paar dozijn meer) was geen plaats meer onder mijn schedeldak, geheel volgelopen als het was door verbijstering.

Waren dat niet dezelfde elektriciteitsmaatschappijen die in de herfst van vorig jaar hadden gedreigd dat het licht zou uitgaan? Die kille visioenen hadden opgeroepen, we zouden zo uit het blik koude worteltjes moeten oplepelen bij het flakkerende licht van onze laatste gehamsterde kaars. Koken, vergeet het, koken zou een schandalige luxe van steenrijk volk zijn. België zou, zoals mislukte Afrikaanse staten wel eens genoodzaakt zijn te doen, schepen moeten huren met stinkende, massa’s CO2 uitbrakende generatoren, zo niet zouden we in de donkere wintermaanden vastvriezen aan de keukenvloer.

‘Voor wie houden de elektriciteitsmaatschappijen ons eigenlijk? Dachten ze dat ze ons, gebruikers, konden chanteren?’

Want er waren zoveel kerncentrales gesloten! Onze enige redding! Defect! Vol barsten! En die onnozele windmolentjes en zonnepaneeltjes, speelgoed voor groene fundamentalisten was het, ze zouden het deze winter wel voelen aan hun bibberende billen, die betweterige selderijvreters, voelen wat het écht betekent als je het waagt uit de kernenergie te stappen.

Ik schrijf deze regels op 23 maart. Aan de hazelaar hangen de katjes, de forsythia staat knalgeel, het pruimenboompje in de tuin ontbot, ik zag zopas de eerste citroenvlinder voorbij fladderen.

De winter is vergangen, het heeft gevroren en gesneeuwd en het licht is niet uitgegaan. Het heeft niet eens geknipperd. In huis bleef het behaaglijk warm, dankzij de elektrisch aangedreven warmtepomp.

Voor wie houden de elektriciteitsmaatschappijen ons eigenlijk? Dachten ze dat ze ons, gebruikers, konden chanteren? Dat wij daar in zouden trappen? Dat wij niet in de gaten zouden hebben dat hun chantage is wat chantage zo vaak is, één grote, infame leugen?

En nog iets

En was het daar maar bij gebleven. Hadden ze zich de eerste weken van het voorjaar dan nog koest gehouden. Wellicht waren hun loze dreigingen verdampt onder de lentezon. Maar nee, ze moesten zo nodig rond toeteren dat ze te veel elektriciteit maken én … én dat zij de grote bedrijven gaan betalen om die elektriciteit op te eten.

Wij, de modale gebruikers, wij hebben toch al jaar en dag te horen gekregen dat wij, Belgen, de duurste elektriciteit ter wereld betalen of het scheelt niet veel. Dat we dus veel te veel centen moeten neertellen voor wat onze diepvrieskisten en magnetrons en radio’s verbruiken.

We weten ook dat 15 procent van onze medeburgers in armoede leven, dit wil zeggen dat ze minder dan 60 procent van het modale Belgische inkomen in de portemonnee krijgen. Dat heel wat medeburgers tegen het eind van de maand meer dagen op overschot hebben dan centen. Konden die stroompipo’s er dan niet voor zorgen dat de armste verbruikers een paar dagen hun lampen mochten laten branden voor niks? Weten zij dan niet dat ieder half eurootje dat zulke mensen _niet_moeten betalen voor hen een verlossing is? Een lichtstraal zonder stroom?

En nog iets.

In een krant las ik dat plotsklaps elektriciteit minder dan niks kostte, namelijk — € 5 per megawattuur. Min vijf euro! Maar hela, verbiedt de Belgische wet niet iets, wat dan ook, met verlies te verkopen? Maakt het een verschil uit of je een paar schoenen of een lading bakstenen of elektriciteit verkoopt met verlies?

Wellicht zullen elektriciteitsmakers, mochten ze dit al lezen, meewarig het hoofd schudden over zoveel onkunde. Maar ik hou koppig vol. Voor mijn part geef je je elektriciteit weg en krijgt de gebruiker nog een aardige cent. Er zijn dus blijkbaar toch momenten van overproductie en het is verdomd moeilijk stroom op te slaan voor later. Maar hoe komt het in je geëlektrocuteerde harses op je elektriciteit cadeau (meer dan cadeau!) te geven aan grote bedrijven, terwijl er in ons land zoveel mensen wonen die niet rondkomen?

Conclusie: de elektriciteitsboeren hebben de bevolking proberen te chanteren met, hoe kan het anders, boerenbedrog. De elektriciteitsboeren verkeerden blijkbaar in de waan dat het volk dat niet in de gaten zou krijgen. En, helemaal erg, zodra ze de kans krijgen, gaan de elektriciteitsboeren zich te buiten aan antisociaal gedrag. Wij allen echter kunnen dat alles moeiteloos vernemen, dankzij de hedendaagse elektronica. Als overspel of comazuipen of fiscale paradijzen genadeloos aan het licht komen, dan ook de rare sprongen van de elektriciteitsboeren.

Ik stop er maar mee, zo niet sleept mijn kwaaie onthutsing me mee. Misschien nog één kort ding.

Ik zou hier nog een uiteenzetting kunnen geven over de vindingrijkheid waarmee de elektriciteitsboeren de transitie naar groene stroom proberen te saboteren. Wie bijvoorbeeld een paar zonnepanelen op zijn dak legt, betaalt om zijn geproduceerde stroom op het net te mogen zetten. Tot daartoe niets aan de hand, dat lijkt me niet meer dan billijk. Maar voor je geproduceerde stroom vergoeden de elektriciteitsboeren je geen cent. Geen rotte bal. Je bent je geproduceerde stroom kwijt, afgelopen, en zij zijn hem rijk.

Als dat geen ontradingsbeleid is.

Dus liegen, afpersen en antisociaal gedrag. Dat gaat bijna altijd samen, waar en wanneer dan ook. En dan nog trucjes om de kernuitstap zo onmogelijk mogelijk te maken.

Hoe heet zoiets? Ecorealisme misschien?