“‘'Macht komt uit de loop van een geweer'’
‘Macht komt uit de loop van een geweer’ zou de Chinese leider Mao ergens eind de jaren 1920 gezegd hebben. De Grote Leider bevestigde met zijn bewind zijn eigen stelling en het gezegde werd werelderfgoed. De loop van een geweer roept macht op, fascinatie ook, maar evenzeer onderdrukking, bedreiging en dood. Tomas Baums ervaringen met die kogelmond laten hem vooral onbehaaglijk achter. Zeker nu de geweerlopen die in ons straatbeeld verschenen, lijken te blijven.
Fascinatie in de proefbank
Het is wat contradictorisch, maar voor veel vredesonderzoekers zijn wapens dagelijkse kost. Een beetje zoals een dokter gefocust is op ziektekiemen. Meestal blijven wapens voor ons iets uit rapporten, statistieken of beeldmateriaal.
Maar soms – en terecht – komen we er ook rechtstreeks mee in aanraking. Gelukkig tot nog toe in gecontroleerde omstandigheden. Tijdens een bezoek aan de Proefbank voor vuurwapens in Luik bijvoorbeeld. In die Proefbank – al in 1672 opgericht – identificeert, test en markeert men onder meer alle vuurwapens die in België gefabriceerd of ingevoerd worden.
De Proefbank heeft ook een erg uitgebreid arsenaal van in beslag genomen vuurwapens: alle types, maten en gewichten die u zich maar kunt indenken. Terwijl ik tussen al die lopen rondliep, werd mijn belangstelling gewekt. De .44 Magnum van ‘Dirty Harry’ lag binnen handbereik.
Tijdens het bezoek zagen we ook een scherpschuttersgeweer waarmee je meer dan anderhalve kilometer ver trefzeker kan schieten. Op het einde keek ik er vrijwillig recht in de loop van een Kalashnikov en vond dat onbehaaglijk, doch fascinerend.
De macht van een loop
De macht die hij proefde, sprak uit de ogen van die jonge dienstplichtige.
Dat althans het gevoel van macht uit de loop van een geweer komt, ontdekte ik aan een checkpoint tussen Israël en de Palestijnse Gebieden. Zo’n checkpoint is op zich al erg intimiderend door de lange rijen, de draaideurtjes en de aanwezigheid van bosjes militairen. Als kers op de intimidatietaart werden mijn reisdocumenten gecontroleerd door een achttienjarige knul die tijdens het bladeren door mijn paspoort ostentatief een geladen geweerloop op mijn borst gericht hield. Helemaal niet nodig, maar de macht die hij proefde, sprak uit de ogen van die jonge dienstplichtige. Ikzelf voelde me er onbehaaglijk geïntimideerd door. Ook al omdat ik wist dat buitenlanders met Westerse papieren nog een luxebehandeling krijgen in vergelijking met lokale burgers.
Kindgericht
En dan Brussel, enkele weken geleden. Sinds kort passeer ik elke morgen op weg naar het werk twee gewapende soldaten. De terreurdreiging heeft een zichtbare impact. Los van het feit dat ik denk dat onze veiligheid dient bewaakt te worden, maakte ik in een eerdere column al bedenkingen bij dat kaki in plaats van blauwe antwoord op terreur. Maar geen verkeerd woord over de soldaten die daar de wacht optrekken. Ze stellen zich vriendelijk op en groeten de voorbijgangers. Ze hebben uiteraard een machinegeweer in aanslag, maar houden de loop discreet naar beneden gericht. Kwestie dat de voorbijkomende forenzen met hun ochtendhumeur niet tegen de loop van een geweer aankijken. Tijdens de krokusvakantie stapte ik er met mijn kinderen langs, en maakte de loop van een geweer meer indruk dan ooit te voren. De goedbedoelde positie van hun geweer, maakte namelijk dat de loop net op de hoogte van het hoofd van mij negenjarige dochter brandde. Daar werd ik intuïtief zeer onbehaaglijk van.
Bobby kan het ook
Toch blijft het idee hangen dat lopen van geweren niet op straat horen. Bij sommigen mag dat al geruststellend werken, bij mij niet.
Tussen fascinatie, macht en bedreiging dus. Toch blijft het idee hangen dat lopen van geweren niet op straat horen. Bij sommigen mag dat al geruststellend werken, bij mij niet. En als het een kwestie van gewoon worden is, wel, dan word ik het liever niet gewoon. Ik ben overtuigd van de nood aan overheidsdiensten die over onze veiligheid waken, ook met een geweer in de aanslag wanneer dat nodig is. Bij wijze van uitzondering dus, en niet als regel. In de UK draagt het grootste deel van de politiemensen – zoals de Londense ‘bobbies’ – zelfs geen pistool in een holster. In Frankrijk is het dan weer al jarenlang gebruikelijk om zwaar bewapende soldaten te zien opduiken onder de Eifeltoren.
Het is aan ons om alert te blijven over de manier waarop we de veiligheidsdiensten in onze openbare ruimte aanwezig willen. Ingrijpende maatregelen mogen niet sluipenderwijs voortbestaan. Eerst was de motivatie immers terreurniveau 3: een tijdelijke maatregel. Nu we recent terug gezakt zijn naar niveau 2, blijven de lopen en de kaki uniformen toch aanwezig op straat. Dit zou gerechtvaardigd kunnen worden op basis van artikel 167 van de grondwet. Dat artikel verwijst naar ‘de staat van oorlog’. U bent het – hoop ik – met mij eens dat dat niet onze standaardinstelling mag worden.