“‘Oorlogstaal en alles is rustig?’
MO*columniste Ching Lin Pang kijkt met enige onrust naar de escalerende ruzie tussen de Verenigde Staten en Noord-Korea. ‘De kans dat er een oorlog uitbreekt, is even reëel of irreëel als een ongeval hebben op de snelweg tussen Brussel en Antwerpen.’
Ik vlieg meermaals per jaar naar Azië voor werk. Ik bedenk me dat dit pendelen tussen België en Azië begonnen is in mijn studententijd. Ik heb nooit stilgestaan bij de menige risico’s, die het vliegen met zich kan meebrengen zoals vliegtuigongeval, kaping, terreur, aanslag op de eigen gezondheid, enzovoort.
9/11 en de daarop volgende aanslagen hebben me evenmin weerhouden van transcontinentale mobiliteit. Maar de recente ruzie tussen Amerika en Noord-Korea die almaar escaleert, heeft me tot nadenken gestemd. Zou ik deelnemen aan het internationale congres in Sejong, Zuid-Korea midden september? De berichtgeving over de toenemende spanningen tussen Amerika en Noord-Korea was ronduit verontrustend omdat het dreigde te escaleren met de frequente raketlanceringen van Kim Jong-Un telkens gevolgd door steeds meer opruiende oorlogstaal van Trump.
Na een kort moment van aarzeling besloot ik de geplande reis te maken, temeer omdat mijn partner meeging. De kans dat er een oorlog uitbreekt, is even reëel of irreëel als een ongeval hebben op de snelweg tussen Brussel en Antwerpen. Ik ben erg vertrouwd met de Chinese en Japanse cultuur maar mijn kennis van het schiereiland Korea, dat als het ware geklemd zit tussen de twee grote culturen is mij onbekend - op kimchi en K-pop na. Ten derde de gedachte dat indien er een oorlog zou uitbarsten ik tenminste samen ben met mijn partner was, gaf mij om één of andere reden rust.
Plots begreep ik waarom de overheid subsidies uitreikt aan kunstenaars - veelal pottenbakkers en schilders - om zich hier te vestigen: anders zou hier niemand wonen buiten beren en herten.
Tijdens mijn verblijf had ik de kans om een uitstap te maken naar het Seoraksan National Park met zijn bloedmooie landschappen en uitstekende wandelpaden. Het was een Koreaanse vriend, die ons naar dit oogstrelend natuurgebied bracht. Onderweg stopten we in het kunstenaarsdorpje in de regio Naeseorak. Het was een soort sympathiek smurfendorpje met huizen in eigenzinnige vormen omzoomd met prachtig onderhouden tuinen en een panoramisch uitzicht om ‘u’ tegen te zeggen.
De deugddoende zonnestralen maakten het dorpje nog pittoresk en irenisch, ware het niet dat we plots schoten hoorden in de verte. Het was een bizarre gewaarwording: zonovergoten dorpje dichtbij de gedemilitariseerde zone op de 38ste breedtegraad. Soldaten houden schietoefeningen in de nabije omgeving. Plots begreep ik waarom de overheid subsidies uitreikt aan kunstenaars - veelal pottenbakkers en schilders - om zich hier te vestigen: anders zou hier niemand wonen buiten beren en herten.
Een Koreaanse maaltijd vervult al de voorwaarden van de nieuwe Vlaamse voedingsdriehoek, die ongeveer in de periode voorgesteld werd. We deden ons tegoed aan tofu, kimchi met uiteenlopende smaken, wortels, varens en wilde kruiden, waarvan we nooit gehoord hebben en ook ongewone bereidingen van vruchten die we oneetbaar achten zoals gelei van gemalen eikels. Maar de hamvraag over de verslechterde relaties tussen Noord-Korea en de VS kwam uiteraard ter sprake in de omgang met onze Koreaanse vriend en universitaire collega’s.
Eigenlijk zijn Koreanen meer ongerust over de onveiligheid in Europa met de aanhoudende terreuraanslagen in de vele grootsteden.
Onze Koreaanse vriend gaf een laconiek antwoord. Een mogelijke dreiging vanuit Noord-Korea is niets nieuws. We hebben ermee leren leven. In elk geval, wat baat het als we ongerust worden en ons slaap ervoor laten? Ook mijn collega’s aan National Seoul Universiteit en KDI, een denktank gespecialiseerd in ontwikkelingssamenwerking reageerden op gelijkaardige wijze. Zuid-Korea gevaarlijk? Neen, niet echt. Eigenlijk zijn Koreanen meer ongerust over de onveiligheid in Europa met de aanhoudende terreuraanslagen in de vele grootsteden. En juist dan op 15 september de dag dat we het internationaal congres hadden, kwam het nieuws binnen van de zoveelste aanslag in de Londense metro, die door IS werd opgeëist. En aldus verliep mijn 5-daagse verblijf zoals gepland zonder geopolitieke rampen. Intussen ben ik terug in het land na een tussenstop in Beijing en Hangzhou.
De oorlogstaal tussen de twee leiders alsmaar persoonlijker. Donald Trump noemt Kim Jong-un ‘de kleine raketman’, die prompt Trump bestempelde als iemand ‘die geestelijk gestoord gedrag’ vertoont. De rest van de wereld kijkt perplex toe en vraagt zich af hoe dit opbod aan wederzijdse verwijten kan gestopt worden.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet honderd procent gerust ben in een vreedzame oplossing. Misschien ben ik beïnvloed of opgehitst door de westerse media, die voortdurend over de ruzie berichten. Ben ik dan niet bevreesd voor terreuraanslagen? Niet echt of tenminste, ik denk er niet aan. Is dit een menselijke psychologische kronkel? Dat het gevaar elders acuter is dan het gevaar dicht bij huis om de eenvoudige reden dat men ophoudt met bang te zijn en voor het leven kiest als een gevaar niet bezworen kan worden? Of is de aanname dat het leven allerlei risico’s inhoudt waaraan we niets kunnen doen een vorm van antifragiliteit, volgens Nassim Taleb een belangrijke eigenschap voor de homo sapiens in de 21ste eeuw? Wie zal het zeggen? Het is vandaag zonnig en de eerste dag van het academiejaar. Ik vertrek zo dadelijk naar de universiteit om mijn studenten te begroeten.