De maand van Nils Duquet
“‘Schijnwerper(tje) op oorlog en vrede’

© Konstantinos Tsanakas

© Konstantinos Tsanakas
In deze donkere geopolitieke tijden kunnen de inspanningen van mensen die elke dag opnieuw bouwen aan vrede al eens aanvoelen als druppels op een hete plaat, schrijft Nils Duquet, directeur van het Vlaams Vredesinstituut en MO*columnist van de maand. ‘Toch moeten we deze kleine, glinsterende druppels van vrede blijven aanmoedigen en financieren.’
Onlangs bezocht ik het Museum Beelden aan Zee in Den Haag. Ik raakte er zwaar onder de indruk van het kunstwerk Voici mon coeur! van de Syrische beeldend kunstenaar Khaled Dawwa. Hij ging op de vlucht voor het oorlogsgeweld in zijn land en belandde in 2014 met zijn gezin in Frankrijk.
Daar begon hij een paar jaar later aan het kunstwerk. Met droge klei, zo fragiel als het leven zelf, ging hij aan de slag en bouwde een fictieve straat in Damascus na, compleet kapot gebombardeerd. Vier jaar lang verwerkte hij zijn trauma’s en transformeerde hij zijn littekens in een kunstwerk. Het resultaat, een zorgvuldig opgebouwd tafereel van zes meter lang, is ronduit indrukwekkend.
In het museum staat het kunstwerk afgezonderd van de andere beelden. Met een kleine zaklamp kom je in een donkere kamer en ga je op verkenning door Damascus. Of wat daarvan nog overeind staat. Met het licht van het lampje ontdek je de verschillende verlaten huizen en kamers in de straat. Je kan er als buitenstaander letterlijk naar binnen kijken en hebt het gevoel dat je zoekt naar overlevenden. Maar je ziet vooral verwoesting. De hele tijd spookt het door je hoofd: wat is er gebeurd met de mensen die in deze straat leefden?
Leren uit het verleden
Daar stond ik dan, met een krop in de keel en tranen in de ogen. En ik was niet alleen. Om me heen hoorde ik mensen fluisteren: ‘Wat is oorlog toch verschrikkelijk, en toch doen we keer op keer.’
Ik besefte dat Khaled Dawwa met zijn kunst niet alleen zijn eigen oorlogsverleden verwerkt. Hij gunt ons als buitenstaanders ook een blik in de gruwel van oorlog en de littekens van het geweld. Khaled Dawwa legt ons geen boodschap op. Die boodschap komt vanzelf. Een mooi voorbeeld van wat ‘vredeseducatie’ wordt genoemd. Hoe kan je niet alleen leren over een gewelddadig verleden, maar er ook uit leren?
Als directeur van het Vlaams Vredesinstituut heb ik het voorrecht om veel mensen te leren kennen die elke dag opnieuw werken aan vrede. Vrouwen en mannen die deel uitmaken van de Belarussische democratische beweging, maar hun land moesten ontvluchten. Vlaamse families die via culturele programma’s in post-conflictgebieden op heel lokale schaal werken aan trauma-verwerking en verbinding, samen met de mensen ter plaatse. De gids van het In Flanders Fields museum die ons meeneemt door de Vlaamse velden en heuvels en ons wijst op de littekens van ons eigen oorlogsverleden. En zo vele anderen.
Werken aan vrede is zo belangrijk, maar vindt vaak plaats ver weg van de schijnwerpers. In de media wordt vrede vaak weggedrumd. Zelfs wanneer Vlaamse talkshows aankondigen te willen praten over vrede, gaat het uiteindelijk vooral over oorlog, over hoe investeren in bewapening zal zorgen voor vrede.
Aandacht voor de slachtoffers van het geweld is er te weinig, alternatieve manieren om onze samenlevingen weerbaar te maken tegen geweld komen nauwelijks aan bod. Mensen die elke dag opnieuw werken aan vrede blijven doorgaans onzichtbaar. MO* Magazine is op dat vlak een uitzondering.
Educatief programma
Eenmaal per jaar heeft de wereldpers wél veel aandacht voor deze vredeswerkers: bij de bekendmaking van de Nobelprijs voor de Vrede. Vanuit het Vlaams Vredesinstituut mogen we ook een nominatie indienen.
Een paar jaar geleden hebben we ervoor gekozen om een educatief pakket rond vrede te ontwikkelen zodat jongeren hiermee op de schoolbanken aan de slag kunnen. Elk jaar in januari nodigen we ook leerlingen uit de laatste graad uit naar het Vlaams Parlement. Daar praten ze met elkaar over de kandidaten. Uiteindelijk kiezen zij wie het Vredesinstituut officieel nomineert.
Dit jaar kozen ze voor met volle overtuiging voor World Central Kitchen, een organisatie die humanitaire hulp biedt in conflict- en rampgebieden. Jongeren tonen wat werken aan vrede kan betekenen en hen inspireren, daar draait het om.
Eenzelfde bedoeling zien we ook in Vredesstad Ieper. Ook hier koppelt de stad de uitreiking van een Vredesprijs aan een educatief programma. Na lessen op school over de verschillende kandidaten is het uiteindelijk de Ieperse jeugd zélf die kiest wie de prijs verdient.
Glinsterende druppels
Volop inzetten op jonge mensen, hen overtuigen van de waarde van werken aan vrede: ik ben van mening dat het, zeker vandaag, van cruciaal belang is. Daarom krijgen jonge onderzoekers ook een speciale plaats in een nieuw Europees netwerk van vredesonderzoekers waar het Vredesinstituut het initiatief voor nam.
Met dat netwerk willen we (onder andere) jonge onderzoekers extra kansen bieden om bij te leren en door te groeien. Zo bouwen we aan een nieuwe generatie van vredesonderzoekers, die met wetenschappelijk onderzoek over vrede en geweldpreventie kan wegen op het beleid.
In deze donkere, geopolitieke tijden kunnen de inspanningen van vredesonderzoekers en al die anderen die elke dag opnieuw, stap voor stap, bouwen aan vrede al eens aanvoelen als druppels op een hete plaat. Toch moeten we die kleine glinsterende druppels van vrede blijven zien, blijven aanmoedigen en – van het grootste belang in tijden dat budgetten voor defensie de pan uit swingen – blijven financieren.
Hen allemaal belonen met een Nobelprijs is onmogelijk. Maar een fatsoenlijk budget en respect voor hun waardevol engagement? Dat moet Vlaanderen, dat er nog niet zo lang geleden, net als de straat in het kunstwerk van Khaled Dawwa, verwoest bijlag, toch kunnen opbrengen?
Meer over (duurzame) vrede
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in