Migratiecrisis? Kijk eerst eens goed naar de cijfers

Column

Migratiecrisis? Kijk eerst eens goed naar de cijfers

Migratiecrisis? Kijk eerst eens goed naar de cijfers
Migratiecrisis? Kijk eerst eens goed naar de cijfers

Er zijn klimaatontkenners. Dus er mogen ook ontkenners zijn van een migratiecrisis, zegt Tom De Herdt in zijn bijdrage voor “De Ontwikkelaars”

Royal Navy Media Archive (CC BY-NC 2.0)

Royal Navy Media Archive (CC BY-NC 2.0)​

Er zijn klimaatontkenners. Dus er mogen ook ontkenners zijn van een migratiecrisis.

Ik geef toe, dat laatste is niet zo makkelijk in tijden waarin onze media er zo bol van staan en waarin de sociale media er zo betweterig over doen. Ik dreig mezelf ook weg te klasseren als een exponent van de opengrenzenlobby. Toch denk ik dat je zo’n case kan maken.

Allereerst, factcheck Europa

De cijfers spreken alvast tegen dat er zoiets is als een migratiecrisis in Europa. Op basis van de Eurostat-gegevens van de laatste 10 jaar blijft het totale aantal migranten naar Europa schommelen rond de 0,8% van de bevolking, en het aantal migranten van buiten de EU rond de 0,4%. In België liggen die percentages iets hoger, maar van een tendentieel stijgende trend is geen sprake.

Ook het aantal asielaanvragen vertoont geen zichtbare trend opwaarts, tenzij voor Europa, met name als gevolg van het Duitse “wir schaffen das”-beleid. Na de piek van 2015 zakt het percentage weer tot 0,1% van de bevolking in België. Het Europese percentage asielaanvragen halveert overigens nog eens in 2017 in vergelijking met 2016. Het Europa dat bij momenten ijdel voor de spiegel staat de blinken van superioriteitsgevoel was in 2017 voor minder dan 0,2% van zijn bevolking solidair met de rest van de wereld. Met deze cijfers in het achterhoofd is het moeilijk te bevatten dat er op het hoogste politieke niveau debat is om ons asielbeleid te verstrengen.

Neen, een migratiecrisis is er niet echt, of toch niet meer nu dan pakweg 10 jaar geleden, toen we het nog over heel andere dingen konden hebben.

Dus: neen, een migratiecrisis is er niet echt, of toch niet meer nu dan pakweg 10 jaar geleden, toen we het nog over heel andere dingen konden hebben. Met deze gegevens kan je jezelf zelfs afvragen of het politiek wel zo lonend is om migratie te katapulteren tot de prioriteit der prioriteiten. Wat precies houdt de mensen bezig op het moment dat ze hun stem uitbrengen? Zelfs indien ze op zo’n moment aan migratie denken, dan nog is helemaal niet duidelijk dat ze dan meteen aan “crisis” denken.

Het jongste Eurobarometeronderzoek rapporteerde onlangs over de houding van alle Europeanen over immigratie. Slechts ongeveer een derde van mensen vindt immigratie “eerder een probleem”, ongeveer evenveel mensen denken daar meer genuanceerd over (“evenzeer een probleem als een kans”), één vijfde vooral positief, en een tiende veelal niets. Je kan hier dus moeilijk spreken over een “grondstroom” of zoiets, waarzonder je de verkiezingen niet zou kunnen winnen. Het is met migratie zoals met alles: we denken er allemaal het onze van, en het mijne is niet noodzakelijk het jouwe.

Houding Belgen en Europeanen tov immigratie

Bron Eurostat​

Uiteraard, wat niet is kan nog komen, die mogelijkheid valt, net zoals andere mogelijkheden, niet uit te sluiten. Zou het dan kunnen dat we in de aanloop naar de volgende gemeenteraadsverkiezingen bezig zijn met een mogelijk probleem dat ons over enkele decennia zou kunnen overkomen? Zulke vooruitziendheid lijkt me sterk, en vooral ook ietwat respectloos voor alle andere bezorgdheden die zouden moeten spelen in de aanloop naar een nieuwe gemeentelijke bestuursploeg.

Ten tweede, factcheck Afrika

Maar moeten we het woord migratiecrisis dan toch niet gebruiken voor het Afrikaanse continent? Daarvoor zouden alvast twee grote redenen kunnen zijn.

De eerste grote reden heet bevolkingsaangroei. Een heel aantal Afrikaanse landen is erin geslaagd de levensverwachting te verhogen, terwijl de vruchtbaarheid erg hoog blijft. Terwijl Afrika bevolkingsgewijs ongeveer dubbel zo groot is als Europa op dit moment, zal het daarom tegen 2050 vijf keer zo groot zijn. We kunnen er best vanuit gaan dat het aantal mensen dat migreert, naar de stad, naar een ander land of naar een ander continent, ongeveer in dezelfde orde van grootte zal toenemen.

De tweede grote reden heet klimaatverandering, die zich zal doen gevoelen als hetzij een toename in de temperatuur en droogte, hetzij een verandering in neerslagpatronen en dus, wellicht ook, meer overstromingen. Dat deze klimaatverandering plaatsvindt in een context van grote bevolkingsaangroei is uiteraard een niet erg gelukkige samenloop van omstandigheden.

Terwijl het internationale migratiepercentage in Europa blijft hangen rond de 0,8% is dat in Afrika tot nog toe rond de 2% van de totale bevolking, een percentage dat tot nog toe nauwelijks stijgt, eerder daalt.

Tot nog toe lijkt de impact van deze laatste factor alleszins nog mee te vallen: In haar jongste rapport schat de UNCTAD dat de internationale migratie binnen Afrika de laatste decennia toenam met 2,8% per jaar, dat is dus helemaal in lijn met de “natuurlijke” bevolkingsaangroei. Terwijl het internationale migratiepercentage in Europa blijft hangen rond de 0,8% is dat in Afrika tot nog toe rond de 2% van de totale bevolking, een percentage dat eveneens, tot nog toe, nauwelijks stijgt, eerder daalt (maar uiteraard in absolute termen wel toeneemt). Volgens een recent wereldbankrapport zou dit percentage in de toekomst, en afhankelijk van het gevoerde beleid, wel kunnen oplopen, namelijk tot zo’n 3%, als gevolg van de verschraling van het milieu ten gevolge van de klimaatverandering.

Voornaamste internationale migratiestromen binnen Afrika (2017)

Ongeveer 80% van alle Afrikaanse emigratiestromen is weliswaar internationaal, maar blijft binnen de onmiddellijke regio. Het zwaartepunt van de internationale migratie ligt ook helemaal in het Zuiden van Afrika, waar mensen naar de grote steden trekken, bijvoorbeeld in Zuid-Afrika.

Het blijft maar de vraag in hoeverre het geoorloofd is om migratie te associëren met crisis.

Maar ook in het geval van Afrika blijft het maar de vraag in hoeverre het geoorloofd is om migratie te associëren met crisis.

Om te beginnen is migratie alles behalve uitzonderlijk in Afrika. Het maakt in veel regio’s deel uit van het leven. Met name in de Sahel, waar migratie sinds mensenheugenis deel uitmaakt van het bestaan, maar ook in Zuidelijk Afrika, waar migratie tussen stad en platteland ingesleten is in het dagelijkse leven sinds de koloniale periode. Deze bestaande netwerken zullen nu een nieuwe dynamiek krijgen. De Unctad schat dat het aantal Afrikaanse stedelingen zal stijgen van 40% naar 56% tegen 2050.

Het beeld van de doorsnee (Afrikaanse) migrant past helemaal niet in het “crisis”plaatje dat wij er doorgaans van hebben

Voorts past het beeld van de doorsnee (Afrikaanse) migrant helemaal niet in het “crisis”plaatje dat wij er doorgaans van hebben: het sociaal-economische profiel van een migrant verschilt meestal niet van dat van de streek die hij achterlaat, behalve op één punt: het gaat om de best opgeleide mensen van de streek. Dat betekent ook dat migratie, onafhankelijk van andere processen, doorgaans leidt tot een groeispurt en structurele transformatie in de landen van bestemming.

Ten derde associëren we migratie met een onomkeerbare vlucht. Soms is dat ook zo, uiteraard, maar migratiepatronen kunnen ook geografische netwerken versterken, waarlangs mensen heen en weer kunnen gaan, maar waarlangs vooral kennis en kapitaal uitgewisseld kunnen worden: globalisatie langs onder wordt dat genoemd. De economische ontwikkeling van een aantal steden in India en China kan volgens deze literatuur onmogelijk verklaard worden zonder te verwijzen naar de rol die de Indische en Chinese diaspora hierin speelde.

De mate waarin migratie internationale netwerking kan versterken, is overigens in grote mate een kwestie van “transnationaal beleid”, de mate waarin gastlanden en landen van oorsprong omgaan met de diaspora en toelaten hoe deze laatste zichzelf organiseert. Volgens het genoemde UNCTAD rapport is de invloed van migratie op de Afrikaanse economie in de landen van oorsprong veel zwakker dan op de landen van bestemming.

Op de flanken van Francken: Push forward!

Dus nee, “migratie” en “crisis” hoeven niet samen te gaan, het hangt er maar vanaf hoe je met migratie wil omgaan. Alles bijeen genomen lijkt het nogal potsierlijk om ons migratiebeleid toe te vertrouwen aan een staatssecretaris van asiel en migratie. Uiteraard heeft die zijn rol te spelen. En uiteraard moet veiligheid een bekommernis zijn, zowel van asielzoekers zelf als van de 99,85% andere inwoners van Europa. Maar precies daarom ook lijkt het aangewezen om een migratiebeleid te voeren dat breder gaat.

Allereerst, als het ons menens is om migratie uit Afrika een halt toe te roepen moet het ons in de eerste plaats menens zijn onze eigen klimaatcriminaliteit te beteugelen.

Allereerst, als het ons menens is om migratie uit Afrika een halt toe te roepen moet het ons in de eerste plaats menens zijn onze eigen klimaatcriminaliteit te beteugelen. Want laat het duidelijk zijn: op dit moment is Afrika te arm om een voldoende vervuilende invloed te kunnen uitoefenen op haar eigen klimaat: die klimaatverandering, en de migratiestromen die ze op gang brengt, komt dus van elders.

Naast de minister(s) van milieu moeten we uiteraard ook de minister(s) van economie mobiliseren: Het valt immers moeilijk te begrijpen waarom Europa zo’n belangrijke kansen voorbij laat gaan om haar groei op te krikken door hetzij via migratie nieuwe goed opgeleide en dynamische arbeidskrachten aan te trekken, hetzij via internationale handel Afrikaanse arbeidskrachten te mobiliseren. Hoe lang kunnen we deze kansen nog laten liggen?

Omgekeerd is het uiteraard al even belangrijk om een Europees handelsbeleid te voeren dat Afrikaanse economieën faire kansen geeft om te groeien en zélf tewerkstelling te creëren waar dat kan.

En tenslotte is hier uiteraard ook een belangrijke rol weggelegd voor de minister van ontwikkelingssamenwerking: niet om ontwikkelingsbeleid te koppelen aan het Europese migratiebeleid, maar om intra-Afrikaans migratiebeleid te integreren in ontwikkelingsbeleid.

Dat ten langen leste zelfs zo’n marginaal agendapunt als het Europese asielbeleid hiervan de vruchten zal kunnen plukken, kan dan vervolgens niet meer dan een gelukkig toeval genoemd worden.