1 jaar na de staatsgreep: ‘Het Turkije waar ik van hou’
PEN Vlaanderen
14 juli 2017
Zaterdag 15 juli is het een jaar geleden dat Turkije opgeschrikt werd door een staatsgreep -die gelukkig mislukte. De dagen, weken en maanden daarna waren echter niet meteen een feest voor de vrijheid van meningsuiting. Op vraag van de auteursvereniging PEN Vlaanderen schreven zes Turkse auteurs een literaire column over het Turkije waar ik van hou: 'Wij zullen ons gebroken land herstellen'.
De staatsgreep van 15 juli was een enorme schok voor bijna alle Turken -ook voor degenen die het diepgaand oneens waren met het bewind van president Erdogan en zijn AKP-partij. De eensgezinde reactie op het militaire geweld en de poging om de verkozen regering af te zetten, sloeg enkele dagen echter om in een nooit geziene vervolging van dissidenten. Iedereen die verdacht werd van banden met of zelfs verre sympathieën voor de beweging rond Fethullah Gülen werd het doelwit van staatsrepressie.
Het voorbije jaar verdwenen onder de steeds opnieuw verlengde noodtoestand tienduizenden schrijvers, academici, leraren, journalisten, parlementsleden en advocaten zonder enige vorm van proces achter de tralies. Tientallen papieren kranten, tijdschriften en digitale media kregen een publicatieverbod.
De Turkse Uitgeversvereniging publiceerde onlangs een uitgebreid rapport dat licht werpt op de inmenging van de Turkse overheid in de activiteiten van schrijvers, uitgevers, onderwijs en sociale media sinds de mislukte staatsgreep van 15 juli 2016. De Turkse boekensector werd diep getroffen: dertig boekenuitgevers moesten op wettelijk bevel de deuren sluiten. Diverse raids vonden plaats bij uitgevers en boekhandels en leidden tot de inbeslagname van boeken en gevangenschap van auteurs en uitgevers die beticht werden van terrorisme, belediging van de president of religieuze belediging op basis van kritische uitlatingen in hun publicaties. Loutere verwijzingen naar filosofen als Camus, Spinoza of Negri werden als strafrechtelijk bewijsmateriaal beschouwd in diverse rechtszaken tegen auteurs-journalisten.
Ook op wetenschappelijk en onderwijsgebied laten de gevolgen zich duidelijk voelen. 135.000 boeken en digitaal materiaal van de strekking van Fethullah Gülen (FETÖ), zogenaamde propaganda voor een terroristische organisatie, werden niet alleen in beslag genomen bij de (gesloten) uitgevers maar ook verbannen van scholen. 4800 academici verloren, zonder enig recht op verdediging, hun jobs en sociale zekerheidsrechten. Bibliotheken van scholen en openbare bibliotheken werden gedwongen boeken van deze strekking te verwijderen uit de rekken en de zoekcatalogi. Scholen werden op bevel van het Ministerie van Onderwijs bevolen bijkomend lesmateriaal, waaronder boeken uitgegeven in een andere taal, niet langer aan te moedigen. Ook (zelf)censuur in onderwijsboeken kwam reeds aan het licht.
Online media werden evenmin ongemoeid gelaten: internet boekhandels moesten net als hun collega’s van de fysieke boekenwinkels gevolg geven aan de bevelen om tal van boeken met FETÖ strekking niet langer aan te bieden. De wekelijkse humoristische magazine Leman werd het voorwerp van een ware boycot campagne via sociale media. Het delen van politieke meningen via sociale media mondde al snel uit in een heksenjacht op zogenaamde sociale media terroristen en leidde tot meer dan 1600 arrestaties van personen, waaronder diverse Turkse bekendheden die maandenlang werden opgesloten wegens kritische tweets.
Met deze zes literaire columns bieden Turkse schrijvers verzet tegen het afglijden naar een autoritaire of zelfs dictatoriale staat. Omdat ze van Turkije houden.
Andrew Reilley (CC BY-NC 2.0)
Het Turkije waarvan ik niet hou
Nedim Gürsel
Nedim Gürsel (1951) is schrijver. Hij publiceerde in Turkije een veertigtal boeken (romans, novelles, kritische essays en reisverslagen). De meeste van zijn werken werden vertaald, onder andere in het Frans.
Na zijn studies aan het lyceum van Galatasaray in Istanbul, trok hij naar Frankrijk. Hij studeerde Moderne Franse Literatuur aan de Sorbonne. In 1976 publiceerde hij een bundel korte verhalen, waarvoor hij de Prijs van de Turkse Taalacademie ontving, de meest toonaangevende literaire prijs in Turkije.
Na de coup in 1980, oordeelde een militair tribunaal dat de bundel korte verhalen het Turkse leger in een slecht daglicht stelde. Gürsels roman La Première Femme werd gecensureerd.
Gürsel is een van de stichters van het Internationale Parlement voor Schrijvers. Hij woont nu in Frankrijk en doceert Turkse Literatuur aan de Sorbonne. Hij is directeur van wetenschappelijk onderzoek aan het International French Science Research Center. Zijn werk werd bekroond met verschillende prijzen.
Het Turkije waarvan ik hou vind je in mijn boeken. Vaak had ik het erin over mijn geliefde stad Istanboel, maar ook over Anatolië, de streek van mijn hart. Nu wordt mijn land onderdrukt als nooit tevoren, verwijdert het zich steeds meer van de democratische waarden. Eenmaal is geen maal, ik wil het dus hebben over vrijheid van meningsuiting en over het Turkije waarvan ik niet hou.
Nâzım Hikmet, een van de grootste twintigste-eeuwse dichters, stierf in ballingschap nadat hij zijn beste jaren sleet in Anatolische gevangenissen. Sabahattin Ali, romanschrijver en journalist, wegbereider van het realisme, werd door de geheime politie vermoord vanwege zijn kritiek op het eenpartijstelsel. Ook andere belangrijke schrijvers en intellectuelen betaalden een hoge prijs voor hun verdediging van de vrije meningsuiting tijdens de militaire staatsgrepen in de jongste Turkse geschiedenis. Zelf heb ik me meer dan eens in de rechtbank moeten verantwoorden voor mijn romans, onder andere voor godslastering in De dochters van Allah, terwijl in een democratische lekenstaat blasfemie in principe niet eens bestaat als misdaad.
Dat Aslı Erdoğan, Necmiye Alpay en Bilir Kaya voorlopig in vrijheid werden gesteld – waar ik blij om ben – betekent niet dat de druk van de politieke macht op de oppositie vermindert. Aslı* is haar paspoort kwijt, ze mag niet meer reizen om haar vele buitenlandse lezers te ontmoeten. Journalist Ahmet Şık kreeg een waarschuwing voor zijn kritische tweet over Erdoğan. Het overkwam ook andere journalisten van de oppositiekrant Sözcü. Bij justitie heerst nog steeds absolute willekeur. In november eiste het parket van Istanbul levenslang voor Aslı, die al sinds augustus vastzat vanwege haar rubriek in de pro-Koerdische krant Özgür Gündem, die sindsdien verboden werd. Ze is nu voorlopig vrij, maar wie zal die vijf gevangenismaanden vergoeden? Wie hoort de stem van wie nog achter de tralies op een proces en eventuele vrijlating wacht?
In totaal zitten meer dan 150 journalisten achter tralies, een internationaal record. Ik schaam me, niet voor mijn land maar voor zijn leiders.
Ook de journalisten van Cumhuriyet en de schrijvers Ahmet Altan, Mehmet Altan, Şahin Alpay, Nazlı Ilıcak en Nazmiye Akman zijn sinds augustus nog steeds gevangen omdat ze hun beroep uitoefenden, voor allen wordt levenslang geëist. In totaal zitten meer dan 150 journalisten achter tralies, een internationaal record. Ik schaam me, niet voor mijn land maar voor zijn leiders.
Ik schreef onlangs een open brief naar president Hollande, die ik mocht begeleiden tijdens zijn staatsbezoek aan Turkije in januari 2014. Ik vroeg hem zijn stem te verheffen, maar hij bleef zwijgen, net als de meeste Europese leiders. De Turkse democratie is in gevaar, het is in het belang van de EU dat ze een democratische partner heeft en niet het autoritaire Turkije, bondgenoot van Rusland en Iran. Laat me tot slot mijn oude vriendin Aslı citeren. Deze zinnen uit Het stenen gebouw lijken wel haar invrijheidstelling te profeteren:
‘Aan de overkant van die stenen muur praat je meest vastberaden stem met jou. Ze roept je: “Ben je er?” Ze troost en verzekert je: “Wees niet ongerust, we blijven niet lang.”’ Ik hoop dat alle gewetensgevangenen niet lang opgesloten zullen blijven.
Vertaling van “L A T U R Q U I E Q U E J E N’A I M E P A S”, door Hilde Keteleer.
* Midden juni werd Asli Erdogans internationale reisverbod weer opgeheven. Deze tekst werd voordien geschreven
Garrett Ziegler (CC BY-NC-ND 2.0)
Van Turkije kunnen houden
Mario Levi
Mario Levi (1957) is een van de belangrijkste moderne Turkse schrijvers. Hij is ook leraar Frans, journalist, copywriter en radiomaker. Hij studeerde Franse Literatuur aan de universiteit van Istanbul. Zijn eerste artikels werden gepubliceerd in de krant Salom.
Zijn eerste boek Jacques Brel: A Lonely Man verscheen in 1986. Daarna volgde een bundel korte verhalen Not being able to go to a city. Met dit boek won hij de Haldun Taner Prijs. Zijn tweede bundel korte verhalen Madame Floridis may not return gaat over mensen in Istanboel die het moeilijk hebben om zich aan te passen aan hun minderheidsgroep en aan de maatschappij.
Zijn eerste roman Istanbul was a fairy tale telt 800 bladzijden en gaat over een joodse familie in Istanboel.
Mario Levi geeft lezingen aan de universiteit Yeditepe en hij doceert creatief schrijven. Zijn laatste roman Where were you when darkness fell werd goed ontvangen.
Jaren geleden vertelde ik een Franse journalist dat ik me met mijn hele wezen in Istanbul thuis voel. Vooral, voegde ik eraan toe, doordat het een stad is van migratie… Thuishoren beleefd door migratie… Erg tegenstrijdig? Niet voor wie even nadenkt en vanuit een diepere laag naar de geschiedenis van de stad kijkt. Het is een gevoelskwestie. Bovendien, niet alleen Istanboel, maar een groot deel van mijn land, misschien wel het hele, is met migratie verbonden.
Hoe zou je een gebied waar zoveel beschavingen tot leven zijn gekomen en leven hebben gegeven anders kunnen aanvoelen? Verschillende talen, geloven, geschiedenissen, culturen, gevoelsklimaten… Dat is Turkije… Alleen zo kun je verklaren dat de naam ‘Anatolië’, zoals het grootste deel van het land heet, afstamt van een Grieks woord: ‘Anatoli’, plaats waar de zon opkomt. Iemand vond die naam passend, anderen hebben hem overgenomen. Wat wil je nog meer?
Als meerstemmigheid evolueert tot een historische sensatie, dan beland je in de diepten van kunst en literatuur. Het is de kunst voor die verschillende stemmen, talen en geloven op te komen, die te voelen.
Het valt te begrijpen dat iemand zich met behulp van een ander probeert te realiseren. Maar het gaat erom jezelf niet alleen als gelijke, maar ook als partner van die ander te zien. Bij het marmeren van papier kan een kleur alleen door andere kleuren aan kracht winnen. Al die kleuren komen tot leven in een bak water. Water en baarmoeder… Een simpel toeval? Tja. Ik geloof niet in toeval…
Dat ik geloof zonder om een onderwerp verlegen te zitten als schrijver tot mijn laatste ademtocht in dit land te kunnen leven is genoeg.
Ik ben opgegroeid in een joods gezin. De dingen die mij dat heeft gegeven neem ik overal mee naartoe. Soms door mijn stem te laten horen, soms door te zwijgen… Het is niet altijd gemakkelijk op glad ijs te lopen.
Mijn christelijke buren zijn mijn reisgenoten geworden. Grieks en Armeens spreek ik niet, maar dankzij onze verwantschap kan ik die talen nu aanvoelen. Ik ben een nachtschrijver en kijk met mijn teksten graag naar het aanbreken van de dag.
Zo heb ik de islamitische oproep voor het ochtendgebed altijd heel diep in me gevoeld… Een stem die je bij de dageraad zegt dat gebed meer waard is dan slaap. En dan het opkomend daglicht en het krijsen van meeuwen…
Dat meemaken was iets van een andere orde… En te weten dat een steen, een doodgewone steen ogenschijnlijk, een restant van een stadsmuur, je roept van eeuwen her…
Overal in het land kunnen mensen je een verhaal of sprookje vertellen en je daarmee iets totaal onverwachts laten beleven. Want hier ligt de geschiedenis van wie gingen en wie kwamen. Ik zeg niet voor niets dat ik tot mijn grote genoegen in een migratiegebied leef. Misschien hou ik nog het meest van de verhalen die dit gebied heeft voortgebracht, van wat die verhalen op hun beurt hebben voortgebracht. Dat ik geloof zonder om een onderwerp verlegen te zitten als schrijver tot mijn laatste ademtocht in dit land te kunnen leven is genoeg. De rest is tenslotte de innerlijke reis die ik ken.
Vertaling van ‘Türkiye’yi sevebilmek’. Vertaald uit het Turks door Hanneke van der Heijden. 23 juni 2017
Garrett Ziegler (CC BY-NC-ND 2.0)
Ik ben eenzaam als een scheepswrak op de bodem van de zee
Yavuz Ekinci
Yavuz Ekinci (1979) is schrijver. Hij studeerde pedagogie en begon les te geven in 2001. Hij behaalt momenteel zijn master in Turkse Literatuur. In het literaire werk van Ekinci staan de Koerden centraal.
Hij publiceerde vier romans en drie bundels korte verhalen. Hij wordt geïnspireerd door het landschap en de atmosfeer van Zuidoost-Turkije. Op een persoonlijke manier verhaalt hij over de hoop en de pijn van de Koerdische bevolking die strijdt voor zelfdeterminatie en burgerlijke rechten.
Yavus Ekinci is redacteur van een reeks Koerdische ballingschapsliteratuur. Ekinci ontving verschillende prijzen voor zijn werk, waaronder de Yunus Nadi Prijs, de Human Rights Association Story Award en de Yaşar Nabi Nayır Prijs.
We maken tijden door waarin mensen onthoofd worden door duistere individuen, waarin mensen die de zee nog nooit gezien hebben en niet kunnen zwemmen in opperste wanhoop de zee oversteken, waarin steden veranderen in ruïnes, zeeën in graven, zielen in karkassen, waarin het kwade op handen gedragen wordt, de duisternis zich over alles heen legt.
Op zo’n dag dat de duisternis zich over alles heen legde, de hoop zo zwak was als het lichtje aan het eind van de tunnel, en ik me, als zovele anderen als ik, eenzaam voelde als een scheepswrak op de bodem van de zee, ben ik naar Sur gegaan, het historische centrum van Diyarbakır. Na een onafgebroken uitgaansverbod van 103 dagen was Sur gewond als een lichaam dat uit de gevangenis van Diyarbakır kwam.
Ik liep tussen verwoeste huizen, over opgebroken wegen, langs ingestorte moskeeën en omgevallen masten. In de blik van de mensen lag een grote leegte, op hun gezicht een enorme weemoed, in hun houding een zichtbare spanning. Niemand keek een ander aan. Iedereen boog het hoofd of keek weg om andermans blik niet te hoeven zien. Iedereen voelde de schuld schuldig te zijn tegenover alle anderen.
In de blik van de mensen lag een grote leegte, op hun gezicht een enorme weemoed, in hun houding een zichtbare spanning.
Voor een oud huis met kapot geschoten muren, ingestorte plafonds, en omgevallen deuren bleef ik staan. Door de kogelgaten in de muur hipten mussen met strootjes in hun bek. Ik bleef staan en keek naar de stralend blauwe lucht, ver, heel ver weg, en naar de voorbij drijvende witte wolken.
De vogels die een nest maakten in de kogelgaten in de muur werden voor mij een bron van hoop. Terwijl ik daar stond en bewonderend naar de vogels keek, bezig zich te nestelen in die kogelgaten, moest ik denken aan een spreekwoord van de Indianen: ‘Wie bij storm en wind naar de takken van een boom kijkt, ziet dat de boom zal vallen, wie naar zijn stam kijkt, ziet dat hij stevig op zijn plek staat.’
In deze winderige dagen, waarin de duisternis zich over alles heen legt, ik me eenzaam voel als een scheepswrak op de bodem van de zee, kijk ik niet naar de takken van de bomen, die erbij hangen alsof ze ieder moment op de grond kunnen vallen, maar naar de stam, die zo stevig staat alsof hij nooit om zal kunnen vallen.
Vertaling van ‘Denizin Dibindeki Bir Batık Kadar Yalnızım’ / Hanneke van der Heijden / 27 juni 2017
CC Carsten ten Brink (CC BY-NC-ND 2.0)
Het Turkije waar ik van hou
Irmak Zileli
Irmak Zileli (1978) is antropologe, schrijfster en hoofdredacteur en stichtster van het tijdschrift Novel Heroes. Haar eerste roman Eşik werd bekroond met de Yunus Nadi Prijs.
Naast romans schreef ze ook een wetenschappelijk boek en een boek over een interview met Halit Refiğ. Ze schrijft voor de website k24.
Het Turkije waar ik van hou is een horizontale toren van Babel. Iedere steen in die toren staat voor een andere taal, voor een ander geloof, beeld of bestaan. Degenen die de toren bouwen hebben niet de bedoeling Gods hemel te bereiken, ze verlangen er niet naar om bij het uiteindelijke uit te komen; waar ze naar streven is samen te blijven. Ze bouwen een toren, maar hoeven die niet te beklimmen. Ze klauteren niet op elkaars rug om omhoog te komen.
Zou de vloek van Babel, die de mensen in het verleden van elkaar gescheiden heeft, kunnen veranderen in een mogelijkheid om hen in de toekomst te verenigen? Sinds de mythe van Babel is er zoveel veranderd. De staat heeft de samenleving eentaligheid opgelegd, dat is zowel in Turkije gebeurd als in allerlei andere landen op de wereld. Eén taal heeft op die plaatsen de macht in handen gekregen. De meertaligheid die met Babel is begonnen is zo weer veranderd in eentaligheid. De machthebbers hebben alle andere talen dan die van henzelf veronachtzaamd, verboden, gecensureerd.
De voorvechters van de eentaligheidspolitiek mogen dan een spandoek voeren met de woorden ‘eenheid en eendracht’, ze hebben de samenleving verdeeld in plaats van die te verenigen.
De voorvechters van de eentaligheidspolitiek mogen dan een spandoek voeren met de woorden ‘eenheid en eendracht’, ze hebben de samenleving verdeeld in plaats van die te verenigen. De opgelegde eentaligheid is steeds tot uitdrukking gekomen in geweld tegen de ander. Misschien is dat ook de reden dat er geen band tot stand is gekomen tussen de taal van de literatuur en de taal van wie dominant is.
Verhalen worden niet verteld om mensen te verdelen, maar om ze te verenigen. Verhalen zijn het cement tussen de stenen in de toren van Babel. Degene die een verhaal vertelt is een arbeider die specie mengt. Cement houdt de stenen bij elkaar, waardoor die een nieuwe eenheid vormen. Om die eenheid voort te laten duren hoeven de stenen niet op elkaar te lijken. Cement heft de grenzen op en zorgt ervoor dat de stenen onder invloed van elkaar kunnen veranderen. En dan hebben we het niet over een eenwording waarbij de een boven de ander staat.
Het Turkije waar ik van hou is een horizontale toren van Babel met vele talen, culturen en seksen. Een reusachtig schepsel, dat leeft, verandert, zich transformeert.
De toren van Babel bouwen, heeft ons niet tot in Gods hemel gebracht. Maar als we de toren op zijn kant leggen en de in verschillende talen geschreven verhalen met elkaar delen, dan geeft ons dat misschien de mogelijkheid om een wereld van vrijheid en gelijkheid tot stand te brengen. Het Turkije waar ik van hou is het Turkije van degenen die vastbesloten zijn dat te doen, het Turkije dat dan mogelijk is.
Vertaling van ‘Sevdiğim Türkiye’. Vertaald uit het Turks door Hanneke van der Heijden / 6 juni 2017
Laineys Repertoire (CC BY 2.0)
Een lied in de wind
Burhan Sönmez
Burhan Sönmez is schrijver. Hij schreef drie romans die verschillende prijzen wonnen. Zijn werk werd vertaald in meer dan dertig talen, waaronder het Frans en het Duits. Burhan werd geboren in Turkije en spreekt Turks en Koerdisch. Hij werkte als advocaat in Istanbul. Om politieke redenen verhuisde hij naar Groot-Brittannië. Hij leefde daar voor meer dan tien jaar in ballingschap. Nu leeft hij in Cambridge en in Istanbul. Hij schreef voor verschillende kranten zoals The Guardian, Der Spiegel, Die Zeit, La Repubblica. Hij doceert Literatuur aan de universiteit van METU. Hij is bestuurslid van PEN International.
Thuis is waar je herinneringen zijn gegroeid. Het is een vrucht, zoet en bitter tegelijk, die je kan achterlaten, maar haar smaak blijft je altijd bij. Jaren gaan voorbij als een zachte bries, met de tijd voel je ze afkoelen, en dan verandert ze in bijtende vrieskou. Sommigen noemen het een barre oorlogsstorm, anderen noemen het de innerlijke afgrond van de mensheid.
Herinner je je moeder en vader, vaal wordende bladeren van een boom zijn ze. De wind rukt aan ze. Ze zingen een lied van verlangen in de wind, vermengd met dromen en melancholie, een lied dat over verre zeeën moet worden gedragen.
Als je dan aan het einde van een lange odyssee weer thuiskomt, ruik je datzelfde zoete en bittere. De zon komt iedere ochtend op met hoop, en gaat iedere avond onder, moe van het lijden. Is dit het lot?
De duivel regeert met de woorden van engelen, wreedheid heerst met het masker van vrijheid. Dood wordt verheerlijkt als overwinning, leugen geëerd als waarheid. Al lang zijn de vruchtbare velden bedekt met doornen.
Te midden van die velden herinner je je de smaak van een vrucht, diep in je geheugen geworteld. Opnieuw en opnieuw. Thuis, die verdoemde lucht, is tegelijk zo mooi, als een naakt lichaam in de schaduw.
Vertaling van ‘A song in the wind’ / Isabelle Rossaert
Seamus Travers (CC BY 2.0)
Turkije: het andere Europa en de ferme arbeiders van het verzet
Kader Sevinç
Kader Sevinc is een internationale politica, dichteres en sociaal onderneemster. Ze is EU-vertegenwoordiger voor de CHP, de Turkse sociaaldemocratische partij. Ze is ook verkozen lid van de PES (Party of European Socialist).
Ze werd door het tijdschrift Diplomatic Courier en het YPFP uitgeroepen tot de meest invloedrijke jonge politieke leidster van de wereld. Ze is ook lid van de Johns Hopkins Universiteit in Baltimore.
Kader Sevinc is de bezielster van The Turkish Coffee Briefings, een debatgroep in Brussel. Zij geeft workshops ‘Smart Democracy & Smart Citizenship’. Kader Sevinc is ook lid van Passa Porta, een Brussels dichterscollectief.
Turkije is de naam van het wonder dat mij nu de kans geeft mijn land en, via mijn dichtregels, ook mijn taal in het buitenland te vertegenwoordigen, terwijl ik, als dochter van een politieke gevangene die niet eens zo lang geleden, tijdens de coup van 1980, voor zijn kritische stem tot de doodstraf werd veroordeeld, ben opgegroeid in ballingschap. Wij zijn de mensen van het gebied waar het aloude verhaal wordt verteld, een verhaal waar weemoed, hoop, verdriet en vrolijkheid in elkaar overlopen. Voor u zijn wij ´de andere Europeanen´, frèle door weemoed en door hartstocht.
We zitten al een hele tijd in een donkere tunnel. De pijnlijke herinnering aan Europa, dat aan het begin van de eenentwintigste eeuw haar geheugen is kwijtgeraakt, dat haar ogen en oren voor democraten in Turkije gesloten houdt, ligt nog vers in het geheugen. ´Zo gaan vrijheid en democratie met een stormachtig applaus ten onder´, zoals het in Star Wars heet.
We zitten al een hele tijd in een donkere tunnel. Met het licht van onze ideeën zullen we de duisternis teniet doen.
Zelfs al zou Europa nu de ogen en oren openen, dan nog zijn we vlakbij het donkerste punt in de tunnel. Rechten die zijn afgepakt, het geweld van onderdrukking, onrechtvaardigheid, wreedheid, ze houden het leven gegijzeld.
In dat pikkedonker lukt het Europa niet om ´de andere Europeanen´ te omarmen, daarvoor ontberen haar armen de kracht. Het Europese project, het plan om Europa te verenigen, is zo´n opwindend idee, maar als gevolg van verkeerd beleid wordt het de beul van haar eigen transformerende kracht.
Pijnlijke herinneringen mogen door onze ziel snijden, het oude Anatolië, de wieg van zoveel beschavingen, heeft ons de kracht geschonken om ons te verzetten. Precies die kracht heeft geleid tot de protesten in het Gezi-park op Taksim, tot de ´Mars voor gerechtigheid´ door Kılıçdaroğlu, de partijleider van de CHP. Het gedicht Anatolië van de dichter Ahmed Arif, is onze getuige:
´Waar je ook bent,
binnen, buiten, in de klas, in de schoolbank,
stel je tegen ze teweer,
spuug ze in het gezicht, de beul,
de opportunist, de oproerkraaier, de verrader…
Houd stand met boeken
houd stand met arbeid.
Met nagels, met tanden,
met hoop en hartstocht en dromen.´
Of ik nu in Brussel in een historisch café mijn gedichten zit te schrijven, in mijn kantoor in de wijk waar de EU zetelt, internationale kringen op de hoogte breng van deze strijd om democratie, leerlingen in Anatolië vertel dat het Europese project zijn wortels heeft in de ´Lycische Unie´, de oudste bekende democratische unie ooit die daar in antieke tijden is gesticht, steeds doe ik dat vanuit dezelfde overtuiging: met het licht van onze ideeën zullen we de duisternis teniet doen. Onze kinderen zullen weer opgewekt en vol vertrouwen naar de toekomst kijken.
We zullen ons “Gebroken land” repareren, het beter maken dan het ooit is geweest. Het kwaad dat ons is overkomen, onze “nachtelijke pijn die van geen wijken weet”, zoals ik dat in mijn poëzie heb genoemd, zullen onze kinderen alleen nog kennen uit de getuigenis van onze gedichten.
Vertaling van “Türkiye: Öteki Avrupa ve adalete yürüyen direnişin ağır işçileri” door Hanneke van der Heijden, 10 juli.