‘Er is geen alternatief.’ ‘Er bestaat niet zoiets als de samenleving.’ Jazeker wel, aldus de econome Kate Raworth. In haar meteen klassieke Doughnut Economics toont ze feilloos aan dat een andere samenleving en een andere economie niet alleen denkbaar maar ook realiseerbaar zijn. Journaliste Naomi Klein ziet Trump in het Witte Huis dan weer als het culminatiepunt van een maatschappij waar men meer merk dan mens is. In “Nee Is Niet Genoeg” pleit ze hartstochtelijk voor groot gemeenschappelijk verzet.
Raworths kracht schuilt in haar eenvoud. Wat, stelt ze, als niet het permanent aanzwengelen van de economie het doel is van het menselijke bestaan? Wat als we ons eens opnieuw over het doel van de economie bogen? Waartoe dient al ons handelen, produceren, vervoeren, bouwen, werken en baggeren?
© Reuters
De Homo Economicus die we sinds twee eeuwen officieus geworden zijn, de m/v met het talent iedere keuze rationeel af te wegen en een neus voor de eigen winst, zou weleens de grootste illusie uit de geschiedenis kunnen zijn. Meer dan verstandelijke wezens met gevoel voor eigenbelang blijken we een soort die uitmunt in samenwerken. Sterker: die zin en geluk put uit samen dingen doen. Of zoals ook Klein stelt: voor ons welzijn hebben we behoefte aan verbindingen, aan gemeenschap en aan een doel.
Waarom, vraagt Raworth zich af, nemen we niet dat welzijn van mens en omgeving als uitgangspunt van onze economie in plaats van, zoals nu, de wereld te kneden volgens de regels van een economisch model dat eerder ideologisch dan wetenschappelijk onderbouwd is en er tegelijk alles aan doet om precies het omgekeerde te bewijzen?
Raworth duikt diep in de economische geschiedenis om ontstaan en achtergrond te omschrijven van correlaties en verbanden die doorgaans voorgesteld worden als even vanzelfsprekend en onwrikbaar als de zwaartekracht. Precies die kennis maakt dit boek meteen klassiek en een absolute aanrader voor iedere beleidsmaker. Neem nu de “milieu-index” van Simon Kuznets. Die stelt dat economische groei eerst de milieuvervuiling vergroot, maar ze daarna op wonderbaarlijke wijze laat verdwijnen.
Een soortgelijke grafiek bestaat er voor het verband tussen groei en ongelijkheid. Ook hier doet economische groei ongelijkheid eerst toenemen vooraleer die – door de unieke kracht van groei alleen – weer afneemt. Het zijn grafieken waarin de mens, de natuur, de overheid niet aan bod komen, en die dus een zeer beperkt zicht op de werkelijkheid bieden.
‘Het patroon is dat er geen patroon is’, vond Kuznets. Het beeld was te mooi om niet te gebruiken. Bovendien kwam het zo rond 1972 net op tijd om de twijfelaars aan de wenselijkheid op langere termijn van al die economische groei en grootheidswaan de mond te snoeren: Er was geen reden tot ongerustheid, ongelijkheid en milieuvervuiling zouden helemaal vanzelf verdwijnen.
Milieuvervuiling verdwijnt niet, ze wordt meestal gewoon verplaatst. Bovendien blijken onderwijs, politieke rechten en herverdeling veel doeltreffender in het aanzwengelen van milieubewustzijn dan groei op zich.
Raworth laat iets anders zien. Milieuvervuiling verdwijnt niet, ze wordt meestal gewoon verplaatst. Bovendien blijken onderwijs, politieke rechten en herverdeling veel doeltreffender in het aanzwengelen van milieubewustzijn dan groei op zich. En om die voorwaarden te creëren, is dan weer een actieve overheid nodig. Daar hamert zowel Raworth als Klein op: het belang van het algemene belang en van een overheid die met subsidies en belastingen stuurt in plaats van lijdzaam te ondergaan wat de markt zogenaamd voorschrijft. Vooral, benadrukt Raworth, omdat we weten wat goed is voor ons allemaal. We stellen er verklaringen en verdragen over op. We zweren er dure beloften bij. Wat zijn de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) anders dan de voorwaarden voor een menswaardig leven op een biodiverse wereld?
Raworth noemt de twaalf SDG’s, van het recht op gezond voedsel en zuiver water tot vrede en rechtvaardigheid, het sociale fundament van iedere toekomstbestendige samenleving. Ze vormen de binnenste cirkel van haar verder zeer eenvoudige economische model. De buitenste cirkel – of het plafond — zijn de negen ecologische kantelpunten, van oceaanverzuring en klimaatverandering over het verlies van biodiversiteit en zoet water tot bodemverarming. Schematisch vormen die twee cirkels een donut en wil de mondiale samenleving een toekomst hebben, dan blijft ze met al haar handelen, verschepen en produceren maar beter binnen de zone tussen sociaal fundament en ecologisch plafond.
Het verfrissende aan Raworth is dat ze alles met elkaar verbindt en ook gloedvol aantoont dat klimaatverandering niet zozeer een technisch probleem is, als wel het gevolg van sociale en economische weeffouten en dat het tijdverlies is om de schroeven van een bestaand economisch systeem te blijven aandraaien. Of zoals de twintigste-eeuwse uitvinder Buckminster Fuller het formuleert: ‘Je verandert niets door de bestaande werkelijkheid te bestrijden. Om iets te veranderen, bouw je beter een nieuw model dat het oude overbodig maakt.’
Trumpistan
In Nee is niet genoeg (originele titel No Is Not Enough) mondt de snoeiharde analyse van de VS als Trumpistan die Klein maakt uit in een vergelijkbare conclusie: om Trump en de ultieme privatisering en vermarkting van de openbaarheid te verslaan, is in de eerste plaats samenwerking tussen alle tegenbewegingen nodig en ten tweede een gezamenlijk geconstrueerd beeld van de wereld die men zich wenst. Gewoon ‘Nee’ roepen is niet genoeg, je moet een tastbaar alternatief klaar hebben.
Het kabinet-Trump valt nog het best te omschrijven als een gelegaliseerde kleptocratie en de banden tussen Trumps fortuin en de fossiele sector zijn hecht.
Een van de eerste beslissingen die Trump als president nam was het doordrukken van de pijpleiding in North Dakota. Allesbehalve toeval, stelt Klein. Het kabinet-Trump valt nog het best te omschrijven als een gelegaliseerde kleptocratie en de banden tussen Trumps fortuin en de fossiele sector zijn hecht.
Klein beschrijft het allemaal nauwkeurig, waarbij ze de chaos na de orkaan Katrina in New Orleans via een beperkt aantal bedrijven verbindt met de plundering van Irak. De chaos van deze administratie, voegt ze eraan toe, hoeft ons niet te verbazen. Die is nodig om er onpopulaire maatregelen door te drukken. En ja, ze acht deze president in staat de grootste chaos ooit te ontketenen, door hemzelf omschreven als “fire & fury”. De reden is nog steeds dezelfde als waarom Bush junior Irak binnenviel: neoliberalisering is dood zonder hoge olieprijzen.
Een boek dat amper zes maanden na Trumps inauguratie verschijnt, is vanzelfsprekend snel geschreven. Geen wonder dat Klein af en toe te betrappen is op te korte bochten en onnauwkeurigheden. Maar haar besluit verdient de nodige aandacht. Om te weten wat er nu moet gebeuren, onderzoekt ze waar het fout liep met de antiglobalistische tegenbeweging na de terreuraanslagen van 2001.
Klein meent dat die zich liet uiteendrijven uit angst geassocieerd te worden met de “vijand”. Bovendien slaagde ze er onvoldoende in klimaatverandering te verbinden met een sociale agenda. Dat laatste probeerde Klein in Canada: samen met een schare middenveldorganisaties stelde ze er het Leap Manifesto op, een partijloos politiek manifest waarin de economische theorie die Raworth formuleert naadloos vervat zit. Beide boeken bieden samen dus een zeer duidelijke blik op welke toekomst mogelijk en noodzakelijk is, maar tonen ook aan dat er op dit moment een gevecht om die toekomst aan de gang is.
Doughnut Economics. Seven Ways to Think Like a 21st-Century Economist door Kate Raworth, is uitgegeven door Random House, 372 blz. ISBN 978 16 0358 674 0
Nee Is Niet Genoeg. Tegen Trumps Shockpolitiek, voor de wereld die we nodig hebben door Naomi Klein, is uitgegeven door De Geus, 272 blz. ISBN 978 90 4453 930 1
__Dit artikel werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Voor slechts €28 kan u hier een jaarabonnement nemen!