De hamvraag van de huidige geopolitiek is: welke verantwoordelijkheid heeft de “internationale gemeenschap” als een regering haar soevereiniteit misbruikt om haar burgers op grove en systematische manier te onderdrukken? De meeste westerse regeringen en ngo’s vinden dat ze in dat geval moeten tussenkomen, maar nogal wat Afrikaanse leiders vrezen dat de humanitaire argumenten gebruikt worden voor een soort neokoloniale machtspolitiek.
De Franse auteur Jean Bricmont is het met hen eens. Hij argumenteert in zijn boek dat het Westen zeer selectief, en dus ongeloofwaardig, is als het over mensenrechten gaat. Waarom is de verdrukking van de Afghaanse vrouw een interventie waard, terwijl dat in Saoedi-Arabië blijkbaar niet geldt? Bovendien, argumenteert Bricmont, plaatst de moraliserende houding van de humanitairen hen te veel in een positie van dubbele afwijzing, bijvoorbeeld tegen het regime van Uribe in Colombia maar niet pro Farc, tegen de Amerikaanse invasie in Irak maar niet pro verzet.
Daarin toont Bricmont zich een harde stalinist en een onzuiver denker, ook al bewieroken verschillende vooraanstaande progressieven zijn boek in voorwoorden en nawoorden als een uitzonderlijk heldere bijdrage aan een belangrijk intellectueel debat. Activisten moeten zich tegen een bepaalde macht durven keren zonder zich zorgen te maken over de vraag of ze daardoor impliciet of objectief steun verlenen aan twijfelachtige alternatieven, zegt Bricmont.
Tegelijk wijst hij in het kader van de conflicten in Palestina en Irak het zoeken naar oplossingen af als een ongewilde steun aan de bezettingen. Humanitaire interventies introduceert een interessant debat, maar beantwoordt de opgeworpen vragen onvoldoende.
Humanitaire interventies door Jean Bricmont is uitgegeven door EPO. 246 blzn. ISBN 978 90 6445 478 3