Le Fils de L'Autre

Extra

Le Fils de L'Autre

Le Fils de L'Autre
Le Fils de L'Autre

Freddy Sartor (Filmmagie)

19 maart 2012

“Kijk Ismaël en Isaac, de twee zonen van Abraham!” zegt een van de twee jonge kerels lacherig wanneer ze samen in de spiegel kijken. Hun situatie is eigenlijk hallucinant, absurd, ronduit belachelijk bijna. Bij het bestoken in 1991 van de Israëlische havenstad Haifa met Scudraketten zijn zij bij de evacuatie van het ziekenhuis waar ze net geboren waren – de ene met een Joodse, de andere met een Palestijnse moeder – per ongeluk verwisseld en als pasgeboren baby “aan de andere kant” terechtgekomen.

Normaliter zou dat aanleiding kunnen zijn voor een zoveelste flauwe komedie, mocht het uitgangspunt in dit geval niet zo schrijnend echt zijn. De cineaste Lorraine Lévy wil met ‘Le Fils de l’Autre’ vooral een vredesboodschap brengen. Zo ontwapenend naïef als ‘Une bouteille à la mer’ van Thierry Binisti was, vooral dan het 17-jarige Joods meisje dat met een papiertje in een in zee gegooide fles eens wou weten waarom jonge Palestijnen zich in Israël komen opblazen, zo uitgekookt is ‘Le Fils de l’Autre’. Eens het misverstand aan het licht is gekomen – Joseph, 17, de zoon van het joodse gezin moet zijn militaire dienstplicht vervullen, wil bij de luchtmacht, moet testen ondergaan waaruit blijkt dat zijn bloedgroep hoegenaamd niet met die van zijn biologische ouders overeenstemt – biedt het ziekenhuis beide gezinnen excuses aan.

De confrontatie met elkaar zorgt daar voor pijnlijke én spannende momenten; voelen de moeders, eerst en vooral slachtoffers, zich verenigd in een gemeenschappelijk gevoel van ongeloof, van niet begrijpen, de vaders staan onmiddellijk als kemphanen tegenover elkaar, gestaald door jarenlange wederzijdse haatcampagnes. Ze hebben ten slotte de vijand in eigen schoot grootgebracht. Ook de oudere zoon van het Palestijnse gezin heeft het er vreselijk moeilijk mee.

En de hoofdrolspelers, de jongens zelf? Zij kunnen vrijwel onmiddellijk goed tot uitstekend met elkaar overweg, vinden — niettegenstaande de uitleg van de rabbijn — hun dubbel(zinnig)e identiteit niet eens zo’n probleem. Wat door de cineaste zelfs vrij aannemelijk wordt gemaakt. Yacine studeert in Parijs en Joseph ambieert een artistieke, een muzikale carrière, net zoals zijn (Palestijnse) vader. Dus in vrede samenleven – ook al zijn de tegenstellingen immens — kan als men maar wil! Een vredesboodschap om u tegen te zeggen.

Op dinsdag 10 april om 20u gaat deze film in avant-première in cinema Sphinx in Gent. MO* mag 5 duotickets weggeven voor de avant-première (met dank aan het filmtijdschrift Filmmagie, cinema Sphinx en Cinéart).