Bioboer bezorgd over lovenswaardige EU-ambities
Meer biologische landbouw kan alleen met een andere supermarkt
Bavo Verwimp
27 augustus 2020
‘Mag uw komkommer een beetje krom zijn? Mag er een vlekje op uw appel?’, vraagt bioboer Bavo Verwimp. En dan heeft hij het ook over het aanbod in de supermarkten. Want een kwart van de Europese landbouwgrond moet tegen 2030 biologisch beheerd worden, zo wil de Europese Commissie. Maar dan moeten ook de supermarkten hun vorm- en schoonheidsvereisten aanpassen.
Omdat supermarkten erin slagen handelaars en boeren hun kwaliteitsnormen op te leggen, ontstaat ook daar de mythe dat zelfs biogroenten en -fruit er altijd perfect moeten uitzien, schrijft bioboer Bavo Verwimp.
Gabe Raggio / Pixabay
Een kwart van de Europese landbouwgrond moet tegen 2030 biologisch beheerd worden, zo wil de Europese Commissie. Bioboer Bavo Verwimp kan dat alleen maar toejuichen. Hij vreest wel dat er niets van dat plan terechtkomt als de supermarkten dezelfde vorm- en schoonheidsvereisten blijven hanteren. ‘Mag uw komkommer een beetje krom zijn? Die tomaat wat groter dan de andere? Mag er een vlekje op uw appel?’
Het was geen toeval dat de regeringen van dit land vanaf dag één van de lockdown supermarkten als een noodzakelijke sector behandelden. Als de bevolking wil overleven, moet de supermarkt open blijven.
De afgelopen maanden hebben we ondervonden hoe kwetsbaar onze distributiesector is. De coronacrisis was niet alleen een stevige testcase voor de zorgsector, ook in de supermarkten gingen de alarmbelletjes rinkelen. Alleen al de vrees voor mogelijke tekorten zorgde voor een ware stormloop op de supermarkten. Medewerkers konden niet volgen met het aanvullen van de rekken wc-papier. Zelfs een heel tijdelijk probleem, op een beperkt stukje van het aanbod in de supermarkt, zorgde voor een kettingreactie van paniek onder de klanten.
Want een leeg rek past nu eenmaal niet in het beeld dat de supermarkt ons wil tonen. Een onbeperkte weelde van producten moet de klanten het gevoel geven dat we op een roze consumptiewolk leven. Voor wie voldoende geld heeft, is het aanbod onbeperkt, in alle geuren, kleuren en merken.
De mythe van de perfectie en de overvloed
Op de voedingsafdeling stelt dat probleem zich nog scherper. Zeker verse groenten en fruit zijn het nec plus ultra van de supermarkt. Elke supermarkt die zichzelf respecteert heeft een afdeling verse voeding, met bergen fruit en groenten van over de hele wereld.
Elke stukje fruit is er even vers en oogt perfect. Geen vlekjes op de appels, geen kromme komkommers en zeker allemaal perfect even grote bloemkolen. Want op elk moment van de dag moeten alle ingrediënten voor handen zijn, zelfs voor het meest exotische recept uit een hip kookboek. Het is de mythe van de overvloed.
Geen vlekjes op de appels, geen kromme komkommers en zeker allemaal perfect even grote bloemkolen.
Maar achter die façade van overvloed schuilt een verraderlijk systeem dat ecologisch maar ook sociaal onhoudbaar is. Want wie even logisch nadenkt, beseft dat producten die de natuur ons brengt nooit zo perfect rond, blinkend en overvloedig zijn. We kunnen die mythe alleen in stand houden door achter de schermen heel veel groenten en fruit weg te gooien, of niet te oogsten.
Begin augustus hadden alle winkels plots een enorme omzet van watermeloenen. Want als de hitte het land treft, is een frisse versnapering nodig. Boeren van overal in de wereld zaten blijkbaar allemaal te wachten op hun veld van net rijpe meloenen. Maar wat zou er gebeurd zijn als die hittegolf er niet was geweest? Wie zou die meloenen dan gekocht en opgegeten hebben?
Een gelijkaardig verhaal gaat op voor de net iets minder perfect ogende appels, kromkommers of vreemde courgettes. Als die voor de versmarkt bestemd zijn, moet de mythe van perfectie in stand gehouden worden.
Niet perfect? Dan stuurt de veiling je onverbiddelijk huiswaarts met je pallet lekkere en gezonde groenten. Want wat krom is, past niet in het concept van supermarktkwaliteit.
De macht groeit niet op het veld
De praktijken die gangbaar zijn in de grootdistributie hebben intussen als een sluipend gif ook de biosector bereikt. Supermarkten slagen erin om handelaars en boeren hun kwaliteitsnormen op te leggen, en daarom ontstaat ook daar de mythe dat zelfs biogroenten en -fruit er altijd perfect moeten uitzien. Maar wie al eens appels of komkommers geplukt heeft, weet dat de natuur zo niet werkt. Ook niet in de biologische landbouw.
Wanneer worden er ook ambitieuze doelstellingen opgelegd aan de sector die échte macht heeft in dit verhaal?
Ondertussen kampen we met een gigantisch klimaatprobleem. Om dat aan te pakken, heeft de Europese Unie een nieuwe Green Deal gelanceerd. Een belangrijk onderdeel daarin is de _Farm to Fork-_strategie, met heel wat nobele ambities om onze landbouw klimaatvriendelijker te maken. In die strategie zit ook de ambitie om een kwart van onze landbouw biologisch te maken.
Dat is natuurlijk goed nieuws. Maar nergens wordt de vraag gesteld of het huidige distributiesysteem die ambitie wel kan waarmaken. Een upgrade van onze landbouw naar 25 procent bio kan immers alleen als ook onze supermarkten volgen. Als de mythe van altijd-alles-perfect en altijd-alles-voorradig wordt doorprikt.
Nieuwe en creatieve manieren om biologische groenten en fruit tot bij de consument te brengen, zijn een even grote uitdaging als de productie ervan. Op dit moment bieden de korte keten, zelfoogstboerderijen en voedselteams een oplossing voor heel wat bioboeren. Maar als een kwart van de Europese landbouwgrond biologisch moet worden, dan zal ook de supermarkt zichzelf moeten heruitvinden.
Want tussen boerderij en eten op tafel, tussen Farm en Fork, zit de supermarkt. Wanneer worden er ook ambitieuze doelstellingen opgelegd aan de sector die échte macht heeft in dit verhaal?
Bavo Verwimp is bioboer en landbouweconoom.