Om structuur aan te brengen in een dreigende chaos neemt de mens sinds de vroegste tijden zijn toevlucht tot oertegenstellingen waaromheen de verbeelding dan de ongrijpbare en onbeheersbare realiteit kan organiseren. Goed en kwaad; landbouwer en veeteler; arbeid en kapitaal; eigen en vreemd: de tweedeling heeft vele gedaanten.
In de Indiase verbeelding gaat het vaak over stad en binnenland, en vaak is de stad in kwestie Mumbai, vroeger Bombay. Dat heeft te maken met haar omvang, de tastbare tegenstellingen tussen onpeilbare rijkdom en onvoorstelbare armoede, en het feit dat Mumbai ook de plaats is waar de Indiase verbeelding gefabriceerd wordt en uitgevoerd naar alle bioscopen en tv-toestellen van het land, de regio, het continent en de wereld.
Mumbai in de debuutroman van Thayil is de hoofdstad van de narcotica, op de eerste plaats het bijna traditionele opium. Thayil beweert dat hij zelf heel wat jaren veloren heeft in de wazigheid van de verslaving. Dat kan de verklaring zijn voor zijn inlevende beschrijving van het genot dat de verslaving voorafgaat; het is in elk geval niet te merken aan zijn trefzekere en beheerste taal. Narcopolis blijft ook niet steken in de wereld van opiumgebruikers, die al decennia opzijgeduwd werd door de veel hardere wereld van heroïnegebruikers en dealers. Het Mumbai van dit boek verkleurt dan ook van het roze van de hippiezonnebril naar het donkerbruine van de onderkant van de samenleving. Niet voor gevoelige zielen, wel voor liefhebbers van echte literatuur –maar voorlopig niet in het Nederlands.
Narcopolis door Jeet Thayil is uitgegeven door Faber and Faber. 292 blzn. ISBN 978 0 571 28307 1