Wat betekent het om jong te zijn en op te groeien in een samenleving die verscheurd wordt door geweld?
Geweld van drugskartels en criminele netwerken die alle geledingen van de samenleving hebben aangetast. Dat probeert de Colombiaanse auteur Juan Gabriel Vásquez in zijn jongste roman “Het geluid van vallende dingen” (originele titel El ruido de las cosas al caer) over te brengen.
Vásquez (°1973, Bogota) groeide op tijdens de hoogtijdagen van drugsbaron Pablo Escobar, die het regime in Bogota met zwaar geschut bestookte. De roman vertelt het verhaal van de jonge Antonio die via het biljarten Ricardo Laverde, een piloot, leert kennen. Wat op het eerste gezicht een oppervlakkige vriendschap is, heeft uiteindelijk verregaande consequenties voor de levenskeuzes van Antonio.
Het verhaal gaat terug naar de jaren zeventig, toen vrijwilligers van het Peace Corps uit de VS verstrengeld geraakte met de drugsnetwerken en de marihuanateelt die op het platteland voet aan de grond kreeg, nog voor Colombia zijn cocaïnepasta distilleerde van de coca uit Peru en Bolivia. Het boek graaft in Colombia’s verleden van de jaren ‘80 en ‘90 maar geeft ook een idee van de psychologische impact van een generatie die getekend is door terroristische aanslagen.
Een absoluut meeslepend en intrigerend verhaal, waarbij Vásquez erin slaagt de spanning tot op het einde toe aan te houden en zijn personages op een heel waarachtige manier neer te zeggen. Onlangs won Vásquez, die eerder al De Informanten schreef, de Alfaguarra prijs voor Spaanstalige literatuur met deze nieuwe roman.
Het geluid van vallende dingen van Juan Gabriel Vásquez is uitgegeven door Bruna Uitgevers, A.W. 272 blz. ISBN 9789056724382