Jonge 'altochtonen' kijken naar de toekomst

Interview

Jonge 'altochtonen' kijken naar de toekomst

Jonge 'altochtonen' kijken naar de toekomst
Jonge 'altochtonen' kijken naar de toekomst

Thomas Van Roey

05 januari 2015

In december bedankten vijftien jonge vluchtelingen Gentse voorbijgangers voor het jaar dat afliep. Ze noemen zich de "altochtonen van de toekomst". Nu een nieuw jaar zich vol belofte heeft aangekondigd, kijken drie van hen vol hoop naar 2015. MO* luisterde naar een jeugdige maar eerlijke blik op de toekomst. 'We voelen ons als wereldburgers.'

Ⓒ Thomas Van Roey

Amir. 17 jaar, kwam vier jaar geleden uit Afghanistan naar België.

Ⓒ Thomas Van Roey

Amir

17 jaar, kwam vier jaar geleden uit Afghanistan naar België

‘School is belangrijk voor je toekomst. Later wil ik president worden van Afghanistan.’

‘Toen ik in België aankwam volgde ik eerst Nederlandse lessen. Na zes maanden mocht ik naar een gewone school. Nu volg ik Wetenschappen-wiskunde in het derde middelbaar. Eigenlijk zou ik in het zesde moeten zitten, dus dat is wel een beetje lastig. Maar school is belangrijk voor je toekomst.

Later wil ik president worden van Afghanistan. Of ingenieur, of architect.

Sinds vrijdag besta ik echt. Na bijna vier jaar wachten heb ik eindelijk een identiteitskaart gekregen. Mijn ouders begonnen te huilen wanneer we de kaart kregen. De stress was eindelijk weg.’

‘Vroeger was je er altijd wel, maar nu besta je ook voor anderen. Ze hebben mijn geboortestad fout geschreven, maar dat maakt niet uit. Daarvoor werden we beschouwd als illegaal, nu voel ik me een wereldburger.

We willen graag dat mensen even luisteren naar ons verhaal. Wij vragen niets, maar vertellen enkel. De meeste mensen hebben namelijk geen idee hoe zo’n asielprocedure werkt en wat we doormaken. Daar hopen we iets aan te veranderen.’

Ⓒ Thomas Van Roey

Ivo. 17 jaar, kwam een jaar geleden uit Mozambique naar België.

Ⓒ Thomas Van Roey

Ivo

17 jaar, kwam een jaar geleden uit Mozambique naar België

‘Ik ben een jaar geleden met mijn familie, per vliegtuig, aangekomen in België. Het was hier winter en heel koud. Dat waren we niet gewend in Afrika. Het sneeuwde hier en we hadden geen warme kledij bij ons.’

‘Hier denken ze soms dat we dom zijn en niets kunnen, maar dat is niet zo.’

‘We hebben met onze groep het woord ‘altochtoon’ uitgevonden. Een combinatie tussen allochtoon en autochtoon. Zo voelen we ons ook, als een mengeling van beiden.

Voor we naar hier kwamen had ik in Mozambique al wetenschappen gestudeerd. Ik moest nog twee jaar doen voor ik mijn diploma zou krijgen. Hier denken ze soms dat we dom zijn en niets kunnen, maar dat is niet zo.

Ze wilde me in het derde middelbaar zetten, maar ik wilde naar een hogere klas. Ik mocht jammer genoeg geen wetenschappen gaan studeren. Nu volg ik talen in het vijfde middelbaar. Ik leer nu Spaans, dat lijkt een beetje op Portugees dat ik al ken. Maar ik hou van wiskunde. Dat doe ik echt graag. Ik wil op de universiteit iets met informatica of veel wiskunde studeren.’

‘In het begin hebben we eerst vier maanden in een opvangcentrum in Limburg gezeten. Daarna konden we naar een sociaal huis in West-Vlaanderen. We moesten dus met al onze zakken en kleren het hele land door. Dat was een lange reis! Met die zware valiezen hadden we bijna onze trein gemist. Gelukkig had de conducteur ons gezien en heeft hij gewacht.

Ik hoop dat we in de toekomst niet te vaak meer hoeven te verhuizen. Het is niet leuk om altijd afscheid te moeten nemen en nieuwe vrienden te moeten maken.’

Ⓒ Thomas Van Roey

Param. 19 jaar, kwam zeven jaar geleden uit Afghanistan.

Ⓒ Thomas Van Roey

Param

19 jaar, kwam zeven jaar geleden uit Afghanistan

‘Ik was 12 jaar oud toen we naar hier zijn gekomen. Het was goed om naar België te komen, want in Afghanistan mochten we niet studeren. Hier wel.

Ik ben al zeven jaar in België maar heb nog steeds geen papieren. Enkele maanden geleden zeiden ze dat we binnen een maand antwoord zouden krijgen, maar ik heb nog steeds geen nieuws. Ik kan elk moment bericht krijgen, dat is behoorlijk spannend.’

‘Ik krijg geen kans om een mooi leven te leiden. Alles hangt af van een klein stukje papier.’

‘Ik krijg geen kans om een mooi leven te leiden. Alles hangt af van een klein stukje papier. Als ik ergens heenga moet ik altijd mijn paspoort tonen. Maar dat heb ik niet. Ik blijf dus altijd thuis met oudjaar. Mijn vrienden gaan naar de disco en ik kan niet mee.

Ik droomde ervan om voetballer te worden, maar ook dat gaat niet zonder papieren.

Ik heb met steun van de Europese Unie een documentaire gemaakt over het leven van vluchtelingen. De titel is ‘Paradox of non-existence’ en gaat over bestaan of niet bestaan. Want we bestaan wel, ook al bestaan we voor de samenleving niet.

Ik studeer nu Film en Multimedia in Leuven. Nog één jaar en dan heb ik mijn diploma. Daarna hoop ik aan het Rits in Brussel te kunnen studeren.’

‘Mensen zouden aangemoedigd moeten worden om iets over ons te leren, net zoals wij over jullie leren.’

‘Veel mensen weten niets over migranten. Ze zouden aangemoedigd moeten worden om iets over ons te leren, net zoals wij over jullie leren. Zo begrijpen mensen beter wie we zijn, wat we hebben meegemaakt en waar we vandaan komen.

De Belgische maatschappij is heel goed, met sociale zekerheid in de vorm van kindergeld, de ziekteverzekeringen, pensioenstelsels. Mensen zouden daar blij om moeten zijn, want in veel andere landen bestaat dat niet. Hier is het helemaal anders. Hier worden we wel ondersteund.’