Ece Temelkuran: ‘Turkije is het land van gehoorzamen versus ongehoorzamen’
Vanavond, vrijdag 24 maart, opent schrijfster Ece Temelkuran mee het Passa Porta festival. Het is geen eenvoudige klus om haar in één hokje te vangen. Wellicht is de meest accurate, maar verder geheel vage, omschrijving dat Temelkuran Turkse is, een kritische pen hanteert en geen blad voor de mond neemt.
Laat het net dit etiket zijn dat als lood weegt en dat haar naar haar tweede woning in het Kroatische Zagreb, weg van het gebarsten Istanboel, dreef.
Ze is ‘legaal nog welkom’, glimlacht Temelkuran, zelfs na het schrijven van haar jongste, kritische boek The insane and the Melancholy, waar ze de Turkse republiek ontpelt, de lezer langs de militaire coups voert die het land kende, de agenda en modus operandi beschrijft van de huidige president. Maar mentaal is ze vermoeid, ze heeft de afstand nodig om haar land te begrijpen.
Ze begon te schrijven op haar negentiende, als journaliste, als jongere, gebeten door de Koerdische kwestie en de politieke gevangenen van haar land. Ze werkte voor CNN, werkte voor Milliyet, schreef boeken over de Armeense kwestie, een belofte aan haar vermoorde vriend Hrant Dink, schreef een boek over het Venezuela van Chavez, volgde de piqueterosbeweging in Buenos Aires, reisde in landen als India, Maleisië, Libanon, Tunesië, schreef boeken en artikels over de Arabische Lente.
Temelkuran is afkomstig van Izmir, ‘dat deel van de Egeïsche zee dat niet als Turks wordt gezien’, of in de woorden van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan: ‘het ontrouwe Izmir’. Ze stamt uit een seculier midden. De term “ politieke” familie, wat op haar website te lezen staat, wil ze liever nuanceren. ‘Laat ons zeggen dat ik uit een eerder socialistisch nest stam, maar dat ik het marxisme zelf heb moeten ontdekken.’
In 2012 werd ze ontslagen als journaliste na het schrijven over de massamoord in Uludere, aan de Turks-Iraakse grens. Ze besliste niet om terug te gaan naar de journalistiek, tenminste zo staat ook op haar website te lezen. Maar ze kon het niet laten, en blijft ook journalistiek haar ding doen, voor Birgün, geregeld in The Guardian…
‘In Turkije is de realiteit banaal, vulgair en gewelddadig, de details tellen niet mee’
Ece Temelkuran: Ik vind alle schrijven, gek genoeg, poëzie, zelfs journalistiek. Maar journalistiek, zeker in mijn land, is een slagveld geworden. Je wordt in het andere kamp gestoken als je het ene kamp bekritiseert en vice versa. In Turkije is de realiteit banaal, vulgair en gewelddadig, de details tellen niet mee. Je krijgt dus nauwelijks of geen kansen om elegant om te gaan met de realiteit. Dat is bijzonder vermoeiend, en het neigt me vaak tot stoppen met journalistiek.
Maar tegelijk ontsnap ik er niet aan want journalistiek is voor mij een standpunt, een manier van leven om perspectief te zien, om grip te krijgen op de dingen. Het ontreddert me soms dat ik er geen afstand van kan doen, ook niet in mijn literatuur. Literatuur biedt de kans tot meer schoonheid, maar ik zie het niet als een schuilplaats. Als je op zoek gaat naar de waarheid, is literatuur misschien nog een gesofisticeerder en bloederiger slagveld dan de journalistiek.
In je boek The insane and the melancholy beschrijf je de geschiedenis van de Turkse republiek, en hoe dat naar het overgepolitiseerde en gepolariseerde Turkije van vandaag heeft geleid. Maar die politieke brulcultuur weerklinkt ook elders in de wereld, schrijf je. Ook in Europa.
Ece Temelkuran: Tot vorig jaar, tot de Brexit, werd Turkije gezien als dat geschifte land waar alles kon gebeuren, en waar de gebeurtenissen ver van de Europese normen en waarden stonden. Die relativerende nimby-houding houdt helaas geen steek meer als je kijkt naar de opmars van het rechtse en extreemrechtse populisme in Europa en de VS. Het is zeer vergelijkbaar met de politieke toon die wij in Turkije in de voorbije decennia over ons heen kregen.
Europa en de VS hebben veel te leren van Turkije. We zijn namelijk niet op één dag geschift geworden. Het was een langdurig en heel pijnlijk proces naar die geblokkeerde samenleving die we nu zijn.
Turkije was, toen ik het in mijn beginjaren als journalist leerde kennen, hèt land van de ideologische breuklijnen. De breuklijnen hebben zich verlegd.
‘Het leger is nooit de beschermer geweest van de seculiere samenleving, maar voedde integendeel de politieke islam’
Ece Temelkuran: In het dominante politieke narratief van de voorbije vijftien, twintig jaar werd ons wijsgemaakt dat er een tweedeling was tussen de oude bewakers van het secularisme — de onderdrukkers, gelijkgesteld aan het leger, die hun ideologie op een repressieve manier oplegden — en zij die voor de èchte Turkse identiteit stonden — de gewone mensen, de moslims. Dat is altijd een foute dichotomie geweest. Het leger, gelijkgesteld aan secularisme, is nooit de beschermer geweest van de seculiere samenleving, maar voedde integendeel de politieke islam.
Onder de vleugels van de AKP is die tweedeling in identiteit de samenleving gaan beheersen. Beetje bij beetje werd de polarisering dieper en universeler.
Maar de breuklijnen bestonden toch al langer?
Ece Temelkuran: Als je verder teruggaat in de tijd, zijn we de nuance wellicht verloren in 1980, bij de militaire staatsgreep. Laat ons er geen doekjes om winden: de generaal van het leger steunde openlijk en officieel de Fethullah Gülenbeweging. Die heeft het vermogen om snel allianties te vormen, volgens de noden van het moment.
De AKP was zo’n alliantie. Erdogan zelf stamt van een generatie en een beweging die geboetseerd is in de tijdsgeest na de coup, kort gezegd: conservatief, militair, niet-seculier, nationalistisch. Dat werd vergeten toen de AKP in de regering kwam. De eerste termijn was een “festival” van multiculturalisme, de basis van Turkije. Maar het was een façade, een politiek spel waarbij allianties werden aangegaan uit politieke opportuniteit.
De voorbije jaren hebben we toegekeken hoe Tayyip Erdogan een voor een die banden weer heeft doorgesneden. Hij is teruggegaan naar zijn ideeën van weleer: nationalisme en ultra-conservatisme. Daar kan je niet naast kijken. Niet.
‘Erdogan is teruggegaan naar zijn ideeën van weleer: nationalisme en ultra-conservatisme. Daar kan je niet naast kijken’
Is dat de nieuwe tweedeling: conservatief versus progressief Turkije?
Ece Temelkuran: Nee. Vandaag is de Turkse samenleving verdeeld in “gehoorzame” en “ongehoorzame” mensen. Om de clichés even door elkaar te schudden: dat betekent dat vrouwen in minirokjes de regering onvoorwaardelijk steunen en vrouwen in een niqab misschien niet.
Dat geldt ook voor de zogenaamde progressieven, de linkse intellectuelen. In een land dat overgepolariseerd is, moet je ook naar hen kijken. De linkse generatie, die net als de president geworteld is in het 1980-klimaat, heeft toegelaten dat de politiek overal is doorgedrongen, dat ons onderwijs nationalistisch werd georiënteerd. De intellectuelen van die generatie legitimeerden dit en lieten toe dat universele rechten als gelijkheid tussen man en vrouw werden verworpen, dat ideeën werden opgedrongen door geweld, dat je niet meer thuis bent in je eigen land.
Ece Temelkuran
Geloofde je dan nooit in de AKP, ook niet een beetje in de eerste termijn ? De analyse van velen is dat de AKP democratiseerde, dat Erdogan taboe-onderwerpen aansneed en openingen schepte in de Koerdische en de Armeense kwesties, naar de alevieten toe, dat hij hervormde?
Ece Temlkuran: Maar wiens hervormingen? Die om tot de EU te horen? En over die taboes: ik zei het al. Het politieke idee van deze regering is om allianties te maken in het licht van de dag. Het heeft niets te maken met “een droom voor Turkije” maar alles met machtshonger.
De hele vredesdialoog met Öcalan was niet echt? Je was hier van in het begin heel kritisch over.
‘Niemand vroeg de Koerden noch de Turken wat. Ze werden simpelweg niet betrokken, ook de intelligentsia niet’
Ece Temelkuran: De dialoog was niet transparant, dat is het punt. Dat schreef ik ook, ik vroeg me luidop af waarom die twee mannen plots, op dat moment, besloten om er een punt achter te zetten. Niemand vroeg de Koerden noch de Turken wat. Ze werden simpelweg niet betrokken, ook de intelligentsia niet. Dat vond ik niet echt betrouwbaar, niet geloofwaardig. Ik zag er electorale belangen in en het bezorgde Erdogan het cachet van de vernieuwer, waarmee hij ook scoorde in links Turkije, als “die ene man die taboe’s doorbrak”. Daarna werd die ene man de enige man.
Die “enige man” geldt nu in Europa als een dictator die dreigende taal brult, de bron van alle Turkse kwaad. Dat vindt jij dan weer een brug te ver.
Ece Temelkuran: Ja, absoluut, want niemand heeft het over het systeem, over de ideologie, de geschiedenis die hem heeft gemaakt tot wie hij nu is. Dat is unfair. Op die manier onttrek je de verantwoordelijkheid van vele anderen die hem gelijk gaven. Recep Tayyip Erdogan speelt en leeft in een verhaal, en hij speelt en leeft dat verhaal niet alleen.
Tegelijk, zeg je, is hij de man wiens carrière en populariteit steunt op crises en tweedelingen.
Ece Temelkuran: Recep Tayyip Erdogan begon er zijn politieke carrière mee. Hij werd populair omdat hij een korangedicht citeerde en in de gevangenis belandde. Hij zat er, naar Turkse standaarden, niet eens lang, maar riep zichzelf tot martelaar uit.
Het stond in de sterren geschreven dat hij de nieuwe leider van een nieuwe politieke beweging zou zijn. De tijdsgeest was star en conservatief. Hij was niet alleen. Abdullah Gül, het brein, de intellectueel binnen de nieuwe partij AKP, richtte zich tot jongeren met de stelling: wij zijn de WASP’s (White Anglo-Saxon Protestants in de VS, of de witte toplaag, td) van Turkije. Hij stelde de AKP en hun volgelingen voor als de nieuwe bourgeoisie, de nouveaux riches van Anatolië. Het Turkse kapitaal moest, met andere woorden, van handen veranderen.
Dat is overigens ook waarom het “seculier kapitaal” uit Turkije weggaat. Veel Turkse bedrijven verhuizen hun hoofdkwartieren naar Europese landen, omdat ze verslagen zijn door die nieuwe bourgeoisie die drijft op het cliëntelisme van deze regering.
‘Veel Turkse bedrijven verhuizen hun hoofdkwartieren naar Europese landen, omdat ze verslagen zijn door die nieuwe bourgeoisie die drijft op het cliëntelisme van deze regering’
Waren de “believers” dan zo naïef?
Ece Temelkuran: Er waren zoveel momenten waarop niemand luisterde als ik het overdreven enthousiasme van het Westen bekritiseerde. In Europa leefde de idee dat “eindelijk échte mensen het land regeerden’.
Los van oriëntalisme, dat ik altijd een wat overtrokken kritiek vind, maakte de AKP deel uit van een project dat het Westen kon dienen. In de hele regio van het Midden-Oosten en Noord-Afrika, moest Turkije het model zijn. Recep Tayyip Erdogan was de held van dit nieuwe project, post 9/11. Hij vertegenwoordigde een liberaal model, dat gestoeld was op wat men “de gematigde islam” noemde. Het idee was om een perfect huwelijk te krijgen tussen die gematigde politieke islam en democratie, met als basis een vrijemarkteconomie.
Maar het werkte niet. Het huwelijk eindigde in een vechtscheiding.
Het post-coup-klimaat in Turkije heeft diepe wonden in de samenleving geslagen. Hoe diep dringt het angstklimaat tot in de huiskamers?
Ece Temelkuran: Het post-coup-klimaat is zo intens dat zelfs de meest persoonlijke, de meest intieme relaties heel kwetsbaar zijn. Onderdrukking is een legitiem instrument geworden. Dat is vanuit de politieke bastions tot in de kleinste hoeken van de samenleving doorgedrongen. Het verandert mensen, onderdrukt ook het menselijke. Een man kan zijn vrouw aanklagen als ze niet volgzaam genoeg is, met als legitiem argument dat ze “ontrouw is aan de regering”.
‘Een man kan zijn vrouw aanklagen als ze niet volgzaam genoeg is, met als legitiem argument dat ze “ontrouw is aan de regering”’
Een vriend van me, een orthopedist, werd door een beroepsmatige onenigheid met iemand voor de onderzoeksrechter gesleept met de stelling dat hij een volgeling van Fethullah Gülen is. En nu kan hij ten allen tijde in de cel belanden omdat aanklagers in dit klimaat ervan uitgaan dat niet-vervolging van deze man hèn in de problemen zou kunnen helpen.
Dat is niet nieuw in de geschiedenis van de mensheid, maar het is nieuw in Turkije.
In je boek schrijf je dat Turkije een seculier project was. Wat blijft over van dat seculiere karakter in Turkije?
Ece Temelkuran: Ik vind dat een bijzonder moeilijke vraag want ze raakt me heel diep. Dit land was een heel ambitieus project. Turkije werd gebouwd op de restanten van het Ottomaanse Rijk, vanuit een extreem arme realiteit. Het was het idee van een paar seculiere geesten om een seculiere, onafhankelijke, soevereine staat op te richten in een extreem complexe geografische situatie — ik neem aan dat je het met me eens bent dat Turkije niet echt op een uitverkoren plek ligt.
Verschillende generaties, zoals die van mijn ouders, offerden hun levens om een menselijke, gelijke, rechtvaardige en vrije samenleving te bouwen. De generatie voor hun was de eerste republikeinse generatie die zich opofferde voor onderwijs en ontwikkeling. Het is tragisch om zien dat die strijd voor vooruitgang tot een prop is herleid door een machtsgeile, ultrarepressieve populistische partij. Natuurlijk was er het dogmatische kemalisme, waren er dingen die opgedrongen en zaken die verboden werden. Dat klopt allemaal, en dat waren fouten. Maar als je het vergelijkt met vandaag kan je niet anders dan concluderen: dat project was toch niet zo verschrikkelijk.
Het stemt me enorm droevig om vast te stellen dat de recente geschiedenis van Turkije herleid kan worden tot slechts één korte zin, waarin men vaststelt dat er — na zeshonderd jaar Ottomaanse heerschappij — dit ene kleine experimentje was dat men Turkije noemde. In die korte vaststelling zitten veel prachtige, belangrijke mensen begraven. Het is niet eenvoudig om dit te zeggen, maar voor onze ogen valt het idee van Turkije in stukken uiteen.
‘Het is niet eenvoudig om dit te zeggen, maar voor onze ogen valt het idee van Turkije in stukken uiteen’
Je woont nu in Zagreb. Mis je de uitdaging, de nabijheid van Turkije niet?
Ece Temelkuran: Mijn hele leven in Turkije was een aaneenschakeling geworden van “nee” zeggen en hoofdschudden. Dat vereist niet veel intellectuele capaciteit, daagt niet uit. Ik moet denken, afstand nemen van dit land en het als een dossier kunnen beschouwen, niet als een deel van mezelf. Dat is nodig omdat het te emotioneel werd voor me, in een land waarin ook de kritische geesten primitief zijn geworden.
Ik moet nu een verhaal schrijven over mijn land, mijn mensen om de rest van de wereld te vertellen dat er een Trojaans paard op hen afkomt. Dat geldt vooral voor Europa. Ik ben nu geneigd om op de top van een berg te gaan staan en die waarschuwing te roepen.
Want ik wil Europa niet kwijt, ik heb Europa nodig, niet alleen als een geografische veilige plek, maar ook en vooral als een idee. Ook al bekritiseren we Europa, ook al denken we dat het niet adequaat functioneert, we hebben dat oude, soms disfuctionele Europa nodig in het belang van de mensheid.
Meer over Passa Porta Festival 2017