Plastic Soup Atlas van de Wereld brengt een wereld vol plastic in kaart
‘Er is geen rationeel argument tegen statiegeld’
Er is geen plaats op aarde zonder een spoor van plastic. Terwijl de Europese Commissie de lijnen uitzet voor een strategie om de wildgroei van plastic aan banden te leggen, toont de Plastic Soup Atlas van Michiel Roscam Abbing en de Plastic Soup Foundation dat er maar een weg vooruit is: die van veel minder plastic. ‘De wegwerpverpakkingen moeten eruit.’
© Patrick Kelley
In een glazen schaal op tafel staat de oogst uit Hawaï. Plastic schilfers ter grootte van schelpen in afgeschuurd rood, groen en blauw. Roscam Abbing grabbelt erin en laat de schilfers als snippers confetti in de schaal klateren. De rekken van de inkomhal van de Plastic Soup Foundation in Amsterdam zijn gevuld met helgele badeenden en tegels kunstgras. Samen met de plastic schilfers uit Hawaï worden ze in kartonnen dozen verpakt en als gratis educatief pakket naar scholen verscheept. Het zijn de voorwerpen die het wonderlijke verhaal van plastic moeten illustreren. Dat verhaal is er een van een fantastisch product met alle denkbare en maakbare eigenschappen – licht, buigbaar, doorzichtig, waterdicht, stevig – dat bijna alles kan, behalve vanzelf verdwijnen.
Amper zeventig jaar is het wegwerpplastic op deze wereld. In die tijd heeft het iedere hoek van de planeet op uiterst succesvolle wijze gekoloniseerd. Het is op plaatsen geraakt waar de mens amper komt. Midden mei ontdekten wetenschappers een exemplaar van de plastic zak in de Marianentrog op zo’n tienduizend meter onder de zeespiegel. Dieper kan je nergens anders zakken. Plastic is overal. In zee, in de bodem en in de lucht.
Onder al dat zichtbare plastic op stranden, in rivieren, in bermen en op velden schuilt nog veel meer plastic dat we al lang niet meer zien is
Maar onder al dat zichtbare plastic op stranden, in rivieren, in bermen en op velden schuilt nog veel meer plastic dat we al lang niet meer zien. Omdat het in zo’n kleine schilfers uiteen is gevallen dat aardwormen het samen met kruimels grond steeds dieper in de aarde uitpoepen. Omdat het zoals die zak in de Marianentrog onder het zeeoppervlak uiteenrafelt. Omdat het als synthetische vezels via het afvoersysteem van de droogkast in de lucht wordt geblazen.
In de Plastic Soup Atlas van de Wereld die zonet verscheen, schrijft auteur en onderzoeker Michiel Roscam Abbing dat van alle plastic in de oceaan amper 0,5 procent op het water dobbert en drijft. Wat we zien is slechts de tip van de ijsberg. Of zoals de foto op de cover van het juninummer van National Geographic: de hoek van de plastic draagtas. In de atlas staat nog een andere foto die illustreert hoe diep plastic zich in het leven op aarde heeft gewrongen: een steen met brokken plastic. Officieel is het een nieuwe steensoort, het plastiglomeraat.
Plastic heeft zich diep in het leven op aarde gewrongen: een steen met brokken plastic. Officieel is het een nieuwe steensoort, het plastiglomeraat.
Tetsuro Miyazaki
Michiel Roscam Abbing: Later zullen ze deze periode perfect kunnen bepalen aan de laag plastic die we hebben achtergelaten. Er is zo veel onzichtbaar plastic. Niet alleen zijn er de microplastics, de minuscule deeltjes in het water en op het strand, maar er zijn ook alle additieven die we aan plastic toevoegen om het stevig, plooibaar en uv-bestendig te maken. Weekmakers, uv-filters, kleurstoffen. Ook die komen met het plastic in de zee, de bodem en de lucht terecht. Het is een van de redenen waarom recyclage of plastics gemaakt van suiker of melkzuur – de bioplastics – slechts schijnoplossingen zijn. Ook bioplastics hebben additieven nodig, want je wil niet dat je shampooflacon in het rek van de supermarkt verkruimelt. Samen met de plastics uit olie worden de additieven gerecycleerd en weet je nog nauwelijks welke cocktail dat oplevert. Als wij speelgoed importeren uit China, gemaakt van gerecycleerd plastic, hoeveel troep zit daar dan in?
Toch investeren bedrijven enorm veel in het onderzoek naar bioplastics. Coca-Cola kondigde trots zijn partnerschap aan met Avantium voor de ontwikkeling van 100 % biobased petflessen. Zijn dat dan wassen neuzen?
‘Bioplastics gedragen zich in de natuur als gewone plastics: ze verpulveren tot kleine deeltjes die niet meer verdwijnen.’
Michiel Roscam Abbing: Ze zijn geen oplossing voor de plasticsoep. Bioplastics mogen dan gemaakt zijn van restproducten van maïs of suikerbiet, ze hebben precies dezelfde eigenschappen als plastics gemaakt van aardolie. Men noemt ze afbreekbaar, en officieel zijn ze dat ook, maar daarvoor moeten ze wel naar industriële installaties waarin ze wekenlang op zestig graden moeten sudderen. Dat kan je moeilijk een natuurlijke omgeving noemen. In de natuur gedragen ze zich als gewone plastics: ze verpulveren evenzeer tot kleine deeltjes die niet meer verdwijnen. Het zou goed zijn mochten er internationale afspraken komen rond wat bioplastics horen te zijn. Als het een materiaal is zonder schadelijke additieven dat bij weinig zonlicht, zuurstof en lage temperaturen na enkele maanden volledig oplost, prima, dan hebben we een alternatief. Maar dat hebben we nog niet en het is best mogelijk dat dat niet eens bestaat.’
Als recyclage geen oplossing is en bioplastics zijn dat ook niet. Wat blijft er dan over?
Michiel Roscam Abbing: Veel minder plastic en ervoor zorgen dat de plastics die er zijn niet in het milieu terecht komen en opnieuw gebruikt kunnen worden. Alle overbodige en eenmalige plastics moeten eruit.
De Europese Commissie overweegt een verbod op wattenstaafjes, rietjes, plastic draagtassen. Dat is een stap in de goede richting?
Michiel Roscam Abbing: Dat zijn op zich zinvolle maatregelen. De essentie van de afvalhïerarchie is voorkomen, dan hergebruiken en pas in derde instantie recycleren. We moeten echt af van alle overbodige verpakkingen en producten. Een mooi voorbeeld zijn de microbeads in verzorgingsproducten. Het was de eerste actie van de Plastic Soup Foundation in 2012: Beat the Microbead. Scrubs en tandpasta’s met plastic korrels komen op de markt omdat er geen wetgeving is en producenten zoeken graag de rand van de wet op om winst te maximaliseren. Zolang iets niet verboden is, mag het. Als tien procent van je douchegel uit plastic korrels bestaat, dan is dat heel goedkope vulling waarop je meer winst maakt en kunt concurreren. Jij wint, de natuur verliest. Die microplastics moeten over de hele lijn verboden worden. Dan is het voor producenten ook duidelijk. Zo simpel is het.
De verpakkingsindustrie wijst er geregeld op dat plastic verpakking ervoor zorgt dat er bijvoorbeeld minder voedselafval is. Dankzij de plastic jas bewaren fruit en groenten langer. Hebben zij dan geen punt?
‘Sinds plastic grootschalig gebruikt wordt, ook als verpakking voor groenten en fruit, is de voedselverspilling bijna even exponentieel toegenomen’
Michiel Roscam Abbing: Dat zeggen ze, ja. Maar het is opvallend dat sinds plastic grootschalig gebruikt wordt, ook als verpakking voor groenten en fruit, de voedselverspilling sterk is toegenomen. Voedsel bewaart langer, kan over grotere afstanden vervoerd worden en tegelijk smijten we alsmaar meer voedsel weg. De verpakking voorkomt geen verspilling.
Voedsel mag dan langer vers blijven, het is ook goedkoper geworden waardoor mensen er onverschilliger tegenover staan. Een ander argument dat de verpakkingsindustrie graag gebruikt, is dat die plastic folies nodig zijn om informatie over te brengen. Maar ook daarvoor bestaan andere technieken. Je kunt informatie in de schil printen met lasers. En als je meer lokaal geproduceerd voedsel aanbiedt, in plaats van boontjes die van de andere kant van de wereld moeten komen, kan je besparen op plastic verpakkingen.
© Sacha Regmann
Hoe realistisch is het te verlangen dat we lokaal en seizoensgebonden gaan eten?
Michiel Roscam Abbing: Natuurlijk is de mens blij met aardbeien in de winter die goedkoop en betaalbaar zijn. Maar we vergeten al te vaak en gemakkelijk dat deze uitzonderingen een hoge kost hebben. We genieten van de voordelen, van het gemak, maar de prijs wordt wel betaald. Door toekomstige generaties die plastic zullen aantreffen in de hele voedselketen – nu al zit er een ontelbare hoeveelheid plastics in de bodem - of door gemeenschappen elders waar de vervuiling veel groter is dan bij ons. Neem bijvoorbeeld Cambodja. Vier miljoen mensen zijn er niet aangesloten op de waterleiding en zijn voor drinkbaar water aangewezen op flessenwater. Er is geen ophaalinfrastructuur voor lege flessen, laat staan dat er statiegeld op geheven wordt. Die flessen belanden overal in de omgeving, stapelen zich daar op en dan zeggen wij: ‘Kijk eens hoe slordig ze zijn.
‘Flessenwater is drieduizend keer duurder dan leidingwater. Dat je hier kiest om water uit plastic flessen te drinken, is niet rationaal te verklaren. In Cambodja is het een gebrek aan keuze.’
Maar wat uit beeld blijft, zijn de grote flessenbedrijven als Coca-Cola en Nestlé die waterbronnen privatiseren en er geen belang bij hebben dat de overheid waterleidingen aanleggen. Flessenwater is drieduizend keer duurder dan leidingwater. Dat je hier kiest om water uit plastic flessen te drinken, is niet rationaal te verklaren. In Cambodja is het een gebrek aan keuze.
Als je een kaart van de plasticsoep in de oceaan bekijkt, blijkt dat tien rivieren het gros van het plastic afval lozen. Sommigen zeggen: we moeten daar beginnen in plaats van ons hier te focussen op statiegeld of het verbod op plastic draagtassen.
Michiel Roscam Abbing: Het is niet omdat het bulk van het plastic in Azië in zee belandt, dat wij niets moeten doen. Plasticsoep begint op je stoep, alleen is het in andere gebieden erger dan bij ons. Anderzijds zijn het vooral verpakkingen van Westerse multinationals als Unilever, Nestlé of Campina die in Zuid-Oost Azië in de zee spoelen. Allemaal verkopen ze er hun mini-sachets die in kleurrijke strings in marktstalletjes hangen. Mensen hebben er het geld niet voor hele shampoo- of zeepflacons en kopen kleine dosissen.
Unilever werkt nu aan een recyclagetechniek, maar als er geen systeem is om ze in te zamelen, dan is zo’n techniek niet veel meer dan greenwashing. Je maakt pas een verschil als je het aanbod verandert. Laat mensen een hervulbaar bakje meenemen naar zo’n stalletje en reken af op gewicht. Maar dat interesseert de Unilevers van deze wereld natuurlijk niet. Want op zo’n herbruikbaar bakje kan je geen reclame drukken. Anderzijds: al die mini-sachets die in de zee belanden, worden nu gigantische anti-reclame door de plasticsoep die ze mee veroorzaken.
U hebt het over “voorkomen” als belangrijkste maatregel tegen meer plastic vervuiling. Maar u publiceert ook een grafiek van de voorspelde productie van plastic. Die schiet stijl de hoogte in. Minder plastic lijkt er nog niet in te zitten.
Michiel Roscam Abbing: De signalen zijn dubbel. Een paar weken geleden bracht het ratingbureau Moody’s een rapport uit over ‘plastic packaging’. Daarin raadde het investeerders af te beleggen in plastic verpakkingen omdat overheden zich buigen over allerlei restrictiemaatregelen. Aan de andere kant is er zo’n overweldigend aanbod aan schaliegas in de VS en wordt er massaal geld gepompt in petrochemische krakers. Dat is de grondstof van plastic. Zo lang die te goedkoop blijft voor de schade die ze veroorzaakt, zit je met een scheve marktsituatie.
.
‘Als je iets op de markt brengt, dan ben je ook verantwoordelijk voor de afvalfase. Je moet ervoor zorgen dat flesjes worden ingezameld en gerecycleerd.’
Het is belangrijk dat plastic een waarde krijgt, dat het niet zo maar een wegwerpproduct is. Een manier om dat te doen is statiegeld. Overal waar het bestaat, heeft het zijn doeltreffendheid bewezen. Anderzijds moeten we naar een volledige producentenverantwoordelijkheid. Als je iets op de markt brengt, dan ben je ook verantwoordelijk voor de afvalfase. Je moet ervoor zorgen dat flesjes worden ingezameld en gerecycleerd. Producenten zullen dan wel maken dat de verpakkingen die ze produceren herbruikbaar zijn.
Ondertussen ontstaan her en der Plastic Attack-acties waarbij mensen verpakkingen achterlaten in winkels en grootwarenhuizen. Supermarktketen Delhaize reageerde daarop met de aankondiging de plastic tasjes aan de groente- en fruitafdeling te vervangen door papier. Is dat een goede evolutie?
Michiel Roscam Abbing: Mijn antwoord is altijd hetzelfde: je moet naar minder plastic verpakkingen in plaats van het spelletje te spelen ‘wat is milieuvriendelijker?’ In sommige opzichten scoort papier slechter dan plastic. Het kost meer energie om het te produceren en het is zwaarder waardoor het transport ervan meer vervuilt. De echte oplossing is je eigen tas of een kartonnen doos meenemen en die telkens opnieuw gebruiken.
U vernoemde statiegeld al een paar keer als deel van de oplossing. Toch blijven producenten en ook warenhuizen zich daar hevig tegen verzetten.
Michiel Roscam Abbing: Ik vermoed dat ze toch overstag zullen gaan. Er is geen rationeel argument tegen statiegeld. De Europese Commissie zet in het actieplan dat ze voorbereidt over plastic verpakkingen in op statiegeld. Vanuit de industrie komt geen eenduidig tegengeluid meer. Coca Cola is in Groot-Brittannië 180 graden gedraaid. Ook Coca Cola Europa heeft laten weten dat statiegeld ‘een verantwoordelijkheid is die ze op zich moeten nemen.’ Vervolgens hoor je Coca Cola Benelux daar niets over zeggen. Ze houden hun mond omdat ze denken: zo lang statiegeld wordt uitgesteld, profiteren we ervan. Als dit soort bedrijven van koers verandert, maken ze wezenlijk een verschil.
Het heeft geen zin te denken dat die stofzuiger of die bacterieën ons probleem wel zullen oplossen. Dat kunnen alleen wij doen door minder plastic te produceren en door te voorkomen dat het in de natuur terechtkomt.
‘Die oceaanstofzuiger of die bacterieën zullen ons probleem niet oplossen. Dat kunnen alleen wij doen door minder plastic te produceren en door te voorkomen dat het in de natuur terechtkomt.’
Misschien wachten ze ook gewoon op de grote, wetenschappelijke doorbraak. Er wordt naarstig gezocht naar de bacterie die ons plastic kan verteren.
Michiel Roscam Abbing: Er zijn nu al bacteriën die zich voeden op basis van plastics, maar dat is in zuurstofrijke omstandigheden of waar de concentratie aan plastic erg hoog is. In zee is dat niet het geval. Het plastic dobbert er verspreid rond en de zuurstof is er beperkt. Die bacterieën bieden perspectief voor de verwerking van de vele vuilnisbelten en misschien slagen we erin hen ooit zo te manipuleren dat ze nog beter in staat zijn om plastics te eten. Maar het ontslaat ons niet van onze verantwoordelijkheid om er hier en nu voor te zorgen dat er geen plastic meer in het milieu belandt.
Afbraaktijd van plasticproducten
Het risico van dit soort end of pipeline-oplossingen is dat ze een vals soort berusting creëren. Het is zoals de zeestofzuiger van Boyan Slath. Zeer zinvol om de vervuiling die er nu is zo snel mogelijk uit de zee te halen, maar het heeft geen zin als we daardoor denken dat die stofzuiger of die bacterieën ons probleem wel zullen oplossen. Dat kunnen alleen wij doen door minder plastic te produceren en door er alles aan te doen om te voorkomen dat het in de natuur terechtkomt.
Michiel Roscam Abbing, Plastic Soup Atlas van de wereld, Lias, 29,95 € (hiervan gaat 5 € naar Plastic Soup Foundation, www.plasticsoupfoundation.org)