Minder vlees eten en niet meer vliegen. Dat kan ieder mens doen om de eigen koolstofvoetafdruk in te perken. Wereldwijd is er meer nodig. De Britse onderzoeker Mike Berners-Lee pleit voor een totaal verbod op de ontginning van fossiele brandstoffen.
© Belga
‘Maar wat kan ik doen voor het klimaat?’
Het is een van de meest gestelde vragen na iedere lezing over klimaatverandering.
Het is ook de vraag die Mike Berners-Lee als specialist broeikasgassen van de Universiteit van Lancaster het vaakst hoort. Hij wuift ze niet weg door te wijzen op de gebrekkige impact van individuele actie. Hij meent dat persoonlijke verandering en bewustwording de basis vormen van verdere maatschappelijke omslag. In zijn recente boek, There is no planet B, gaat hij er met uitgebreid cijfermateriaal dieper op in.
‘Als mensen ergens zorg voor dragen, verwachten ze ook dat de samenleving dat doet en aanvaarden ze minder de zogenaamde business as usual waarin we vast zitten. Bovendien leidt iedere beslissing om pakweg tweedehands te kopen of een kapotte broek te laten herstellen tot een normalisering van een andere omgang met de planeet en haar hulpbronnen.’
‘Iedere mens is deel van een geglobaliseerde wereld en dat gaat gepaard met verantwoordelijkheid.’
Als expert van de “koolstofvoetafdruk”, beperkt Berners-Lee zijn berekening van de milieu-impact van gebruiksvoorwerpen en industriële processen niet tot de uitstoot van een auto, een verwarmingsinstallatie, of kleiner, een glas melk op het moment van gebruik, maar ontrafelt hij de hele keten. Van de ontginning van grondstoffen over de productie tot de afvalfase. Iedere mens is deel van een geglobaliseerde wereld, stelt hij, en dat gaat – willen of niet — gepaard met verantwoordelijkheid.
De mens in het antropoceen
In het zaaltje van de Universiteit Hasselt waar we elkaar ontmoeten de dag nadat hij er een lezing gaf voor een overvol auditorium, draait hij de kop koffie rond in zijn handen en wijst naar de plastic verpakking van de koffiemelk. ‘Een totaal verlies aan grondstoffen’, noemt hij dat laatste. Over de koffie zegt hij: ‘We weten niets over de mensen die aan de andere kant van de wereld deze koffie verbouwd hebben. Zijn ze correct betaald? Is er bos verdwenen voor deze koffieplantage? We horen ons er bewust van te zijn. Dat is het wezen van het menselijke bestaan in het antropoceen.’
‘Telkens we iets eten, drinken, kopen of doen, hebben we ongewild effect op onze leefomgeving. Hier of elders. Ooit was dat misschien een voetnoot, we meenden dat de aarde robuust was en tegen een stootje kon. Nu is het van essentieel belang om te weten wat onze daden betekenen.’
‘De mens is een sociaal wezen. Hij is beïnvloedbaar door zijn omgeving. Dat is eel van het probleem en de oplossing.’
‘De planeet zoals we ze tijdens de menselijke evolutie gekend hebben, is kwetsbaar geworden. De aarde heeft onze zorg nodig willen we onze beschaving in stand houden. Ja, we zullen anders moeten gaan leven, werken, wonen, eten en produceren. Maar het zal beter worden. Voor de natuur en voor onze eigen gezondheid.’
Berners-Lee heeft een andere reden waarom hij de impact van persoonlijke gedragsveranderingen niet onderschat. De mens is een sociaal wezen. Hij is beïnvloedbaar door zijn omgeving. In de ene of andere richting. ‘Uiteindelijk willen we er allemaal bij horen. Dat is deel van het probleem en van de oplossing. Waarom verlangt iedereen die het zich kan veroorloven plots naar een SUV, ook al wonen we in landen met geasfalteerde wegen? Maar het omgekeerde is ook waar: als er een sociaal stigma rust op de SUV, dan verliest dat type wagen zijn glans. Dan wordt het gênant en pijnlijk om in zijn wagen rond te rijden.’
De SUV als klimaatkiller
Hij glimlacht. Minzaam. Zoals hij praat. ‘Ik ben trouwens van mening dat het tijd is voor een sociaal stigma op de SUV.’
‘Een derde van de uitstoot van wagens is de wagen zelf. De bouw ervan en het onderhoud.’
De reden om dit specifieke voorbeeld aan te halen en te benadrukken is een grafiek van de sterkste stijgers in uitstoot van broeikasgassen. Wereldwijd komt na de energiesector niet langer de zware industrie op de tweede plaats, wel de terreinwagen. In 2018 waren ze allemaal samen goed voor bijna 550 miljoen ton CO2. Dat is het viervoudige van wat alle bedrijven, burgers, boeren in België op jaarbasis samen in de atmosfeer lozen. De terreinwagen is een klimaatkiller. Niet alleen door de uitstoot van de uitlaten, maar ook door zijn overgewicht. Berners-Lee heeft de cijfers om het te duiden.
‘Een derde van de uitstoot van wagens is de wagen zelf. De bouw ervan en het onderhoud. Ook al vervangen we onze auto’s door elektrische modellen, de impact van de productie blijft. Voor de natuur geldt: hoe kleiner de wagen, hoe beter. Afhankelijk van de afstanden die je gemiddeld aflegt, is het zelfs beter langer rond te rijden met een minder efficiënte auto, dan om de drie jaar een andere elektrische wagen te kopen.’
Dat laatste klinkt contradictorisch. Het systeem van salariswagens dat we in België hebben, wordt net verantwoord met het argument dat we milieuwinst boeken door wagens sneller te vervangen.
Berners-Lee: ‘Dan kijk je niet naar die productiefase. Als je voortdurend lange afstanden aflegt met een vervuilende auto, is het inderdaad beter een nieuwe aan te schaffen. Maar wie een redelijk efficiënte wagen heeft en die op een normale manier gebruikt, rijdt daar best zo lang mogelijk mee. Zo lang je hem goed onderhoudt, niet te snel rijdt en de wagen enkel gebruikt als er geen alternatief is. Dat laatste geldt evengoed voor een elektrische wagen: minder rijden is altijd het beste.’
Minder vlees, niet meer vliegen
Vorig jaar schreven Scientists for Climate een open brief aan de jonge klimaatbetogers. Zij stipten aan dat niet vliegen en minder vlees eten de beste, individuele klimaatacties zijn.
Berners-Lee: ‘Absoluut. Vaak wordt gezegd dat vliegen amper 2 procent van de globale uitstoot veroorzaakt, maar daarbij vergeet men onder andere de natuurkunde op grote hoogte. Het is een ingewikkeld samenspel van factoren, waarbij stikstofdioxide een rol speelt, maar ook het spoor van wolken dat vliegtuigen achterlaten. Je kunt gerust stellen dat als je dit allemaal optelt, de uitstoot van vliegverkeer verdubbelt.’
‘Voor ontwikkelde landen als België of Groot-Brittannië is het alles in acht genomen goed voor acht procent van de emissies. Maar laat ons ook niet vergeten dat 97 procent van de wereldbevolking nooit gevlogen heeft en dat het een select groepje is dat van stad naar stad vliegt voor trips die strikt genomen niet noodzakelijk zijn. In plaats van hen te belonen met airmiles, moeten we hen extra belasten.’
Door de natuurkunde op grote hoogte, verdubbelt de uitstoot van vliegtuigen
Hebben we al uitzicht op uitstootvrij vliegen?
**Berners-Lee: ‘**Het zal ons ooit wel lukken, voorlopig hebben we geen idee hoe we een vliegtuig in de lucht kunnen houden, over een lange afstand, met passagiers aan boord, zonder brandstof te verbranden. De mogelijke alternatieven die nu op tafel liggen, zijn niet bruikbaar. Biobrandstof is een ramp. Je zou 2000 kilocalorieën extra per persoon moeten produceren om onze vliegtuigen te bevoorraden. Synthetische biobrandstof is een andere mogelijkheid, maar de zonne-energie nodig om die aan te maken, is gigantisch. Het is capaciteit die we nu moeten inzetten om de omslag te maken in andere CO2-intensieve sectoren.’
Dat brengt ons bij de tweede tip van de wetenschappers: minder of geen vlees eten.
‘Laat me je even iets tonen.’ Hij klapt zijn computer op, bladert door een presentatie die hij al op zo veel plaatsen gegeven heeft en toont de verdeling van de uitstoot van een gemiddeld Brits gezin. 52 ton per jaar. ‘Een vierde komt van het voedsel dat we eten of – in het slechtste geval – weggooien. Om dat aandeel tot een fractie te herleiden, zijn drie zaken belangrijk. Minder vlees en zuivelproducten. Niet alleen omdat veeteelt een grote bron van broeikasgassen is, het is ook schadelijk voor de biodiversiteit en het is een zeer inefficiënte manier om ons te voeden.’
‘Als je aardbeien wil in februari, eet ze dan diepgevroren.’
‘Ten tweede, geen voedsel weggooien en ten derde, fruit en groenten vermijden die ingevlogen zijn. De uitstoot van vrachtvluchten is honderd keer die van containerschepen. Appelen, bananen en sinaasappelen zijn prima. Als je aardbeien in februari wil, eet ze dan diepgevroren.’
‘Het goede nieuws is: elk van deze aanpassingen in ons dieet – minder vlees, geen voedsel weggooien en meer eten volgens het seizoen – maakt ons en onze omgeving gezonder.’
Flauwekul
Iedereen kan het verschil maken, betoogt u. Onze Vlaamse minister-president denkt daar enigszins anders over. Volgens hem is Vlaanderen te klein om mondiaal iets te betekenen. Uiteindelijk zijn we verantwoordelijk voor ‘amper’ 0,28 procent van de globale uitstoot.
Berners-Lee sluit de ogen en zucht. Hij kent ze allemaal. De argumenten die de eigen inbreng relativeren, die het geweten sussen en de noodzaak om beleid te voeren afzwakken of die beweren dat klimaatverandering een probleem is dat vooral anderen moeten oplossen. ‘Flauwekul’ noemt hij ze. ‘A load of rubbish’, klinkt dat in het Engels.
‘Het minste wat een technologisch hoogstaand en welvarend land als België kan tonen aan de rest van de wereld is dat het mogelijk is. Wat voor een individu geldt, geldt nog meer voor een land dat lid is van tal van internationale organisaties: als wij onze koolstofvoetafdruk reduceren en zelfs elimineren, hoe zorgen we er dan voor dat de rest van de wereld volgt? Om een voorbeeld te geven: als een land als Costa Rica ambitieuze doelstellingen stelt en haalt, waarom zou dat België dan niet lukken?’
Hij wijst erop dat het aan Vlaanderen is om de noodzakelijke technologie te ontwikkelen.
Berners-Lee: ‘Dat is belangrijk, maar dat staat niet los van de noodzaak om de uitstoot terug te dringen. We hebben meer efficiënte zonnepanelen nodig, maar we moeten ook inzetten op minder energieverbruik. We moeten opslagcapaciteit ontwikkelen zodat we energie wereldwijd kunnen transporteren. Dat zijn boeiende uitdagingen.’
Er is nog iets waar we ons in moeten trainen. De waarheid vertellen. Flauwekul aanklagen.
‘Maar geen van die technologieën zijn alternatieven voor het drastisch terugschroeven van onze emissies. Dat is het ultieme doel. Nuluitstoot. Kan technologie daarbij helpen? Ongetwijfeld. Maar we moeten ook wat minder naïef omspringen met technologische oplossingen. Als ze geen welzijn brengen voor mensen of natuur, dan moeten we ons grondig afvragen of we die nieuwe technologie wel nodig hebben.’
Hij zucht en kijkt me indringend aan. ‘Er is nog iets waarin we ons moeten trainen’, zegt hij. ‘Wetenschappers, journalisten, burgers.’ Hij trekt een kring in de lucht. ‘Wij allemaal. We moeten de waarheid vertellen. Flauwekul aanklagen. We mogen niet langer aanvaarden dat men er lagere standaarden op na houdt als het over milieuschade gaat.’
Fabeltje
Hij geeft een voorbeeld uit zijn eigen leven.
Een paar maanden geleden was hij te gast op een conferentie georganiseerd door het Nederlandse olie- en gasbedrijf Shell. Men boog zich er over de bedreigingen en uitdagingen van klimaatverandering voor een multinational als Shell wiens kernactiviteit nog steeds het oppompen van fossiele brandstoffen is.
‘Alle investeringen in hernieuwbare energie vallen in het niets zo lang we fossiele brandstoffen blijven ontginnen.’
Ben van Beurden gaf als CEO een ronkende toespraak over hoe de toekomst aan hernieuwbare energie is en dat er verder ook veel kansen zitten in het uit de lucht halen van koolstof. Alles komt goed zo lang we innoveren, was de boodschap. En ook: Shell kan nog even verder met de kernactiviteit als de uitgestoten koolstof netjes opgevangen wordt. Klein detail: de technologie om dat te doen, is er nog niet. Maar je bent geen CEO van Shell als je niet gelooft dat alles mogelijk is.
Berners-Lee kreeg vijf minuten om hierop te reageren. ‘Sorry’, zei hij. ‘Alles wat u zonet hoorde, is een fabeltje. We moeten nu stoppen met de ontginning van fossiele brandstoffen.’
De zaal applaudisseerde even hard voor hem als voor de CEO die precies het omgekeerde had beweerd.
Voor Berners-Lee is het symptomatisch voor de permanente paradox waarin we leven. We weten wat er moet gebeuren, maar durven er niet aan beginnen en dus doet men alsof men bezorgd is om de risico’s van een ontspoord klimaat, maar sust men dat het ons wel lukt het tij te keren door hier en daar een beetje bij te sturen.
Dat is het fabeltje waar Berners-Lee tijdens de Shell-conferentie naar verwees. ‘Alle investeringen in hernieuwbare energie vallen in het niets zo lang we fossiele brandstoffen blijven ontginnen. We hebben zo lang aangemodderd en afgewacht dat we nu voor een absolute crisis staan en we alles tegelijk moeten doen. Fossiele brandstoffen in de grond laten, investeren in energiebesparing en hernieuwbare energie, zodat we ook zonder het aanboren van fossiele voorraden, goed kunnen leven.’
‘Maar we hebben onszelf zo diep in nesten gewerkt dat beiden niet voldoende zijn. We zullen alle mogelijke koolstof weer uit de lucht moeten halen en opbergen. Door bomen te planten, in te zetten op mangroves en door technologische innovatie. Maar deze zogenaamde ‘carbon capture’ kan nooit een excuus zijn om nog fossiele brandstoffen uit de grond te halen. Het is om het overschot aan CO2 in de atmosfeer te compenseren.’
‘Carbon capture’ kan nooit een excuus zijn om nog fossiele brandstoffen op te pompen. Het is nodig om het overschot aan CO2 in de atmosfeer te compenseren.
Het plan dat hij schetst, is zo ingrijpend en omvattend dat het naar adem doet happen. Maar, zegt hij, met alle gegevens waarover hij beschikt, kan hij niet anders dan de zaken scherp stellen.
‘Twee derde van de energie die we nu verbruiken, komt van fossiele brandstoffen. Die moeten in de grond blijven. Er is een geen weg rond een globaal verdrag voor de uitfasering van de extractie van fossiele energie. Het eenvoudigste mechanisme om dat te bereiken, is een hoge koolstofprijs op de ontginning. Dat is de omvang van de uitdaging. Het is de enige manier om het verwoestende effect van klimaatverandering in te perken zodat niet miljarden maar slechts miljoenen mensen er het slachtoffer van worden. Daarover gaat het.’
Respect
Internationale samenwerking is een beslissende voorwaarde voor doeltreffend klimaatbeleid. Ik moet nog maar naar uw land kijken om me af te vragen: beleven we niet de afkalving van die samenwerking?
Berners-Lee zucht. ‘Ik kan wel huilen om de staat waarin de politiek zich bevindt aan beide kanten van de Atlantische Oceaan. Het is duidelijk dat we betrouwbare, geëngageerde politici nodig hebben, mensen die oprecht bezorgd zijn om wat er in de samenleving gebeurt. Zowel Trump als Brexit zijn het gevolg van een kiespubliek dat heeft afgehaakt, van mensen die begrepen hebben dat de wereld niet in hun voordeel werkt. Daarom kan je klimaatverandering, ongelijkheid en sociale verandering niet van elkaar scheiden. Klimaatbeleid is ook een kwestie van moraliteit, waarbij drie essentiële waarden bovendrijven: respect voor alle mensen, respect voor alle soorten en respect voor de waarheid. We hebben een politiek systeem nodig dat vanuit die waarden vertrekt.’
Sommigen zeggen: we kunnen ons ook aanpassen aan een warmere wereld?
Berners-Lee lacht. Ook dat rekent hij tot de argumenten van de klimaatvertragers. ‘Zo lang we CO2 uitstoten, blijft de temperatuur stijgen. Zelfs al vinden we als bij wonder een technologisch mirakelmiddel dat klimaatverandering stopt, dan hebben we nog steeds te kampen met luchtvervuiling, met het verlies van biodiversiteit, met verzuurde oceanen, met gedegradeerde bodems. Klimaatverandering is slechts een van de problemen en het is bij momenten zelfs het eenvoudigste probleem. Je kunt het becijferen. Je kunt het in statistieken gieten. Om het effect van het verdwijnen van soorten te meten, heb je wat meer verbeelding nodig. Wat betekent het dat kikkers, vogels, insecten uitsterven om nooit meer terug te keren? We hebben deze soorten nodig voor redenen die we nog niet altijd begrijpen. Misschien wel om meer mens te zijn?’