Jason Hickel: ‘Natuurlijk kunnen we een beter systeem verzinnen dan het kapitalisme’

Interview

Over de groeifetisj van ons economisch systeem én de alternatieven

Jason Hickel: ‘Natuurlijk kunnen we een beter systeem verzinnen dan het kapitalisme’

Jason Hickel: ‘Natuurlijk kunnen we een beter systeem verzinnen dan het kapitalisme’
Jason Hickel: ‘Natuurlijk kunnen we een beter systeem verzinnen dan het kapitalisme’

‘Een meer ecologische samenleving is er geen van gecreëerde schaarste, miserie en tristesse. Het is er een van overvloed, zorg en aandacht’, schrijft economisch antropoloog Jason Hickel in zijn nieuwste boek. ‘Beseffen dat het anders kan voelt als een bevrijding.’

![REUTERS/Rogan Ward](//images.mo.be/sites/default/files/styles/3_2_standard_photo_format/public/field/image/65189_131875_tbOtEd.jpg?itok=IM_h1xVo " Mensen schuiven aan bij een supermarkt tijdens de lockdown in Zuid-Afrika. ‘Wat we nu meemaken, is een recessie, een recept voor sociale rampen. Maar "degrowth" is iets anders, het is net een manier om ongelijkheid uit te vlakken.' Chatsworth, Durban, Zuid-Afrika, 31 maart 2020.")

Mensen schuiven aan bij een supermarkt tijdens de lockdown in Zuid-Afrika. ‘Wat we nu meemaken, is een recessie, een recept voor sociale rampen. Maar “degrowth” is iets anders, het is net een manier om ongelijkheid uit te vlakken.’ Chatsworth, Durban, Zuid-Afrika, 31 maart 2020.

REUTERS/Rogan Ward

In zijn nieuwste boek maakt economisch antropoloog Jason Hickel de staat op van het kapitalisme en gooit hij vlot enkele mythes overboord. Dat het kapitalisme innovatie aanzwengelt, bijvoorbeeld. Of dat het inherent verbonden is met democratie. ‘Als je het kapitalisme uitkleedt, blijft er vooral een destructief systeem over.’

Het is de dag waarop Oxfam zijn meest recente rapport publiceert. Over de verwoestende onrechtvaardigheid van de klimaatcrisis: de één procent rijkste mensen van deze planeet stoot dubbel zoveel broeikasgassen uit dan de armste helft van de wereldbevolking. Wereldwijd zijn de gevolgen van ons ontwricht ecosysteem het meest dramatisch voor de mensen die er het minst verantwoordelijk voor zijn.

Voor Hickel is het niet zozeer een verrassing dan wel een bevestiging van wat hij in zijn nieuwe boek, Less is more. How degrowth will save the world, ontleedt. ‘Eerst koloniseerden Westerse landen het globale Zuiden, nu koloniseren ze de atmosfeer met broeikasgassen. We doen alsof dat het nodig is om iedereen een goed leven te bezorgen, maar denken we wel eens na over wat een goed leven is?’

Wie is Jason Hickel?

  • economisch antropoloog

  • werd geboren in Zuid-Afrika

  • onderwijst en onderzoekt al enkele jaren aan de London School of Economics

  • de kernthema’s van zijn werk: armoede, ongelijkheid en de vernietiging van de natuur

  • auteur van onder andere The Divide: A Brief Guide to Global Inequality and its Solutions (2017) en Less is More: How Degrowth Will Save the World (2020) (ook in het Nederlands verschenen bij uitgeverij EPO onder de titel Minder is meer. Hoe degrowth de wereld zal redden)

Hickel deed dat de voorbije jaren uitgebreid. Hij pluisde onder andere verschillende bevragingen, onderzoeken en enquêtes uit naar wat mensen waarderen in het leven, wat ze belangrijk en noodzakelijk achten voor hun kinderen.

Ook al hebben veel van deze onderzoeken last van wensdenken, waarbij mensen hun reële verlangens vervangen door dromen die ze maatschappelijk meer aanvaard vinden, toch valt het op dat wat mensen willen overeenstemt met wat Hickel voorstelt in zijn boek. Kwalitatieve gezondheidszorg. Goed onderwijs voor iedereen. Een veilige leefomgeving. Maar vooral: overal meer natuur en een economisch systeem dat de planeet niet tot vuilnisbelt reduceert.

Groeifetisj overboord

Op de vraag of natuurbescherming belangrijker is dan economische groei antwoordde in 2018 in een enquête van de Yale-universiteit zeventig procent van de ondervraagden volmondig ja. Het bleek een van de zeldzame zaken waarover Republikeinse en Democratische kiezers het in de Verenigde Staten nog met elkaar eens konden zijn.

Toch werd er een president verkozen die het gros van de basisregels voor milieubescherming gretig schrapte om vervuilende sectoren weer wat groeimarge te gunnen. Je zou het schizofrenie van de ongeïnformeerde burger kunnen noemen. Volgens Hickel is het net de extreme uitkomst van een falend systeem en een gebrek aan perspectief op een alternatief.

‘Mensen zitten gevangen in een systeem. Daarom erger ik me aan al die pleidooien voor consuminderen en anders gaan leven.’

‘Economische groei, gedefinieerd als toename van het bruto binnenlands product (bbp), komt al lang niet meer ten goede aan de meerderheid van de mensen. Zeker niet in de Verenigde Staten. De economie groeit, de mensen gaan erop achteruit. Maar welke keuze hebben ze? Ze zitten gevangen in een systeem dat hen dag en nacht opjaagt.’

‘Daarom erger ik me ook aan al die pleidooien voor consuminderen en anders gaan leven. Het wordt een bijna autoritair discours van schuld en boete. Ik wil mensen helpen begrijpen dat we slachtoffer zijn van een economisch systeem dat voortdurende expansie nodig heeft om te blijven bestaan. Het kapitalisme moet groeien om de eigen ineenstorting te vermijden. Minstens drie procent per jaar. Het legt een enorme druk op mensen om te blijven consumeren, om schulden aan te gaan. Beseffen dat het anders kan voelt als een bevrijding.’

We zijn evengoed geneigd te denken dat communisme het alternatief is, en we weten hoe dat eindigde, leg ik Hickel voor. Hij grinnikt. ‘Is het niet vreemd dat, iedere keer dat je kritiek uit op het kapitalisme of suggereert een alternatief te verbeelden, de discussie wordt doodgeknepen met dit cliché?’

‘Wat is het punt van een democratie als we niet eens een debat kunnen voeren over hoe we onze economie willen organiseren? We zijn mensen, we zijn creatief, inventief. Natuurlijk kunnen we een beter systeem verzinnen dan het kapitalisme dat geen communisme is.’

‘Het punt is dat we nooit een democratisch debat hebben gehad over ons economisch systeem.’

‘Als mensen de kans krijgen om democratisch mee te beslissen over het doel en de aard van de economie, dan gooien ze die groeifetisj van het kapitalisme overboord en wint het belang van een bloeiende wereld voor deze en volgende generaties. In experimenten met directe democratie hechten mensen meer waarde aan het welzijn van toekomstige generaties, zelfs al betekent dat de opoffering van winst op korte termijn. Het punt is dat we nooit een democratisch debat hebben gehad over ons economisch systeem.’

Roofbouw op het leven

Zijn studies en onderzoek als economisch antropoloog leerden Hickel alvast dat de manieren waarop je een economie en een samenleving kan organiseren ongemeen veel rijker zijn dan wij durven denken.

Wat Hickel zag en leerde bij inheemse volkeren is dat een economie gebaseerd op wederkerigheid met de omringende wereld veel veerkrachtiger is dan een systeem dat niet zonder uitbuiting van mens en natuur kan. Het kapitalisme, stelt Hickel, is zo extractief dat het uiteindelijk het leven ondermijnt.

Op warme zomeravonden in zijn geboorteland Zuid-Afrika vertelde zijn vader graag dat alle insecten op aarde samen meer wogen dan alle andere dieren samen, de mens inbegrepen. Het was een geruststellende en hartverwarmende kennis. Het leven op aarde was zo veelvuldig en rijk, het kon tegen een stootje en er moest al veel gebeuren om het levensweb uit elkaar te doen rafelen.

En toch was het precies dat wat Hickel voor zijn ogen zag gebeuren. Ieder jaar waren er minder insecten.

Rapporten bevestigen zijn persoonlijke waarneming. Sinds 1970 is het aantal dieren met bijna zeventig procent verminderd, vooral omdat mensen hun leefgebieden inpalmen voor wegen, mijnen en akkers. Wat wij ‘de economie’ noemen, heeft een vernietigende impact op het leven op deze planeet. Soorten verdwijnen, de biodiversiteit krimpt en onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen jaagt de klimaatcrisis aan.

Maar de welvaart van de mens hoeft niet samen te gaan met roofbouw op het leven, meent Hickel. Een goed leven is mogelijk zonder een aanslag te plegen op de rest van de planeet. Maar daarvoor moeten we de ingebouwde expansiedrift van het kapitalisme wel aan banden leggen, of vervangen door economisch handelen dat niet aanhoudend inbeukt op de grenswaarden van het leven.

Recessie na corona

Tijdens de lockdown vingen we er even een glimp van op. Terwijl noodzakelijke beroepen het beste van zichzelf gaven en wij onze aankopen beperkten tot wat we nodig hadden, brokkelde om ons heen het economische raamwerk af. Het was verbijsterend en weinig geruststellend.

‘Dit gebeurt er als je niet meer groeit’, schreven economische analisten. ‘Alles stort in.’ Het voorgestelde medicijn was hetzelfde als wat bij iedere terugval in de kwartaalcijfers werd voorgeschreven: groeien, groeien, groeien. Met een globale economie in vrije val lijken het de slechtst denkbare tijden om het over ‘ontgroeien’ of degrowth te hebben. Tenzij je je economie nog verder wil ruïneren. Of niet?

‘Wat we nu meemaken, is een recessie. Een recessie is een groei-economie die niet langer groeit en in elkaar stuikt. Het is een recept voor sociale rampen. Mensen verliezen hun baan, de ongelijkheid neemt toe. Er is niets goeds aan’, legt Hickel uit.

Degrowth daarentegen is een geplande en gefaseerde inkrimping van energie- en grondstoffenverbruik. Het is net een manier om de ongelijkheid uit te vlakken en het welzijn van mensen te verhogen.’

‘We zouden de gigantische schok van de coronacrisis kunnen gebruiken om economisch herstel te koppelen aan ecologisch en maatschappelijk herstel. Het lijkt me zinvoller dan blindelings te hameren op de nood aan economische groei, zonder te weten waar de vruchten van die groei zullen belanden. We weten bijvoorbeeld dat we de overstap moeten maken naar hernieuwbare energiebronnen. Waarom investeren we niet rechtstreeks in die sectoren, in plaats van te hopen dat economische groei dat allemaal vanzelf zal regelen?’

De prijs van energieverbruik

Dat het bruto binnenlands product niet de beste maatstaf is voor het welzijn van een samenleving, wordt ondertussen steeds breder erkend. Maar groei als doel loslaten, dat is nog vele stappen te ver op onbekend terrein. Liever ijvert men voor ‘groene groei’, een groei in die sectoren die we nodig hebben om de schade aan lucht, water en aarde van onze economische activiteiten uit te vlakken.

Ook Hickel nam aanvankelijk de veronderstellingen en vergezichten van groene groei aan als logische evidenties. Tot hij de optelsom maakte. ‘Iedere groei, of hij nu groen, bruin of grijs is, veronderstelt meer energieverbruik. Hoe meer energie je nodig hebt, hoe moeilijker het wordt om daarin te voorzien met hernieuwbare bronnen.’

‘Je smartphone is ontworpen om snel kapot te gaan, terwijl je hem evengoed zou kunnen ontwerpen om herstelbaar te zijn.’

‘Als je er daarentegen in slaagt de energiebehoefte te verminderen, kan je veel makkelijker de hele samenleving koolstofvrij maken.’

‘Bovendien worden zonnepanelen en windmolens niet uit ijle lucht gemaakt. De grondstoffen voor batterijopslag, zonnecellen, windturbines moeten ontgonnen worden. Meestal in het globale Zuiden, en meestal in mensonterende en ecologisch catastrofale omstandigheden. Als we willen dat de overgang naar een klimaatneutrale samenleving rechtvaardig en ecologisch is, dan kunnen we onze energievraag niet eeuwig uitbreiden. De ecologische en sociale kostprijs daarvan is te hoog.’

Maar is het net niet eigen aan het kapitalisme dat het innovatie stimuleert? Toestellen zijn de voorbije jaren enkel zuiniger geworden.

Hickel: Dat klopt. En dan bots je op de paradox die de Engelse econoom William Jevons al in 1865 bedacht: als we efficiëntere toestellen of productiemethodes ontwikkelen, dan neemt het energieverbruik tijdelijk af om daarna weer de hoogte in te schieten. De winst van de efficiëntie wordt gebruikt om meer te produceren, want hoe kan je anders groeien?

Het is de reden waarom kapitalisme vaak leidt tot innovaties die we niet nodig hebben, en waarom het de innovaties die het verschil kunnen maken, tegenhoudt. Neem je smartphone: hij is ontworpen om snel kapot te gaan. Terwijl je hem evengoed zou kunnen ontwerpen om herstelbaar te zijn.

Kapitalisme wordt voorgesteld als een rationeel en efficiënt systeem. Maar het is fundamenteel irrationeel en onefficiënt. Geplande veroudering is onefficiënt gebruik van grondstoffen. Reclame speelt zelden in op de redelijkheid. Ze is gebaseerd op mentale manipulatie. Ze motiveert ons om dingen te kopen die we niet nodig hebben.

Bovendien mogen we niet vergeten dat het gros van de maatschappijverbeterende innovaties geen kapitalistische uitvindingen waren. Het rioolsysteem in Londen kwam er niet omdat de markt dat organiseerde, wel omdat de overheid er in investeerde.

Zinvolle banen en een dekoloniaal discours

Efficiëntieverbetering is niet voldoende, ook productievermindering is noodzakelijk, stelt u. Het gevolg is banenverlies. Hoe lost u dat op zonder groei?

Hickel: Veel van de jobs in onze huidige economie hebben weinig meerwaarde. Ook dat moeten we erkennen. Een bedrijf dat afhankelijk is van geplande veroudering van zijn producten om te blijven groeien, dwingt zijn arbeiders om hun tijd te geven aan het maken van slechte producten. Het is een verspilling van menselijke waardigheid.

Als we onnodige industriële productie afbouwen, dan verdwijnen daar jobs. Maar in een economie georganiseerd rond zorg, onderwijs, ecologisch herstel, hernieuwbare energie en een transitie in de landbouw moet enorm veel werk verzet worden. Bovendien is het werk waarbij je zinvol bijdraagt aan de samenleving, waarbij je trots kan zijn op de vrucht van je arbeid.

In de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is het idee van een jobgarantie, in combinatie met een kortere werkweek waardoor het bestaande werk beter verdeeld wordt, enorm populair. Het zorgt ervoor dat mensen hun tijd kunnen besteden aan taken waar zijzelf en de rest van de samenleving beter van worden. Waarom zouden we dat niet omarmen, in plaats van vervuilende en uitbuitende sectoren noodgedwongen in de lucht te houden?

We leven in een tijd waarin we mensen nodig hebben in de zorg, woningen moeten renoveren en hernieuwbare energie moeten installeren. Zorg ervoor dat mensen in die sectoren een baan vinden zonder je blind te staren op groei.

Wat kan degrowth betekenen voor het globale Zuiden? Is het geen vorm van koloniaal denken om nu te beweren dat die landen niet mogen groeien en zich anders moeten ontwikkelen?

Hickel: Als je terugkijkt naar de geschiedenis van de dekolonisatie valt de meerstemmigheid van het economische discours in het globale Zuiden op. Er was een levendig en accuut verlangen om de economie niet langer te organiseren rond extractie en uitbuiting, maar rond menselijke waardigheid en zelfvoorziening.

‘Costa Rica is een boeiend en inspirerend voorbeeld: het bbp is er relatief laag, maar levensverwachting en geluk zijn er hoger dan in de VS.’

We zijn geneigd om die beweging te minimaliseren, maar dat is ook een gevolg van de groeiagenda die de Wereldbank en het IMF vanaf de jaren tachtig hebben opgelegd en doorgedrukt. Er gaan steeds meer stemmen op om die economische verbeelding te dekoloniseren, om eigen wegen te zoeken.

Ik vind Costa Rica een boeiend en inspirerend voorbeeld. Het land heeft de groeifetisj zeer bewust in vraag gesteld en heeft een andere weg gekozen. Hun bbp is relatief laag, maar hun levensverwachting, welzijn en geluk zijn hoger dan die van de VS. Ze hebben geïnvesteerd in universele gezondheidszorg, onderwijs en natuurbehoud.

Overvloed, zorg en aandacht

Een economie gebaseerd op wederkerigheid en respect voor de ons omringende wereld, daar komt het volgens Hickel op neer. Het is wat de avonden in zijn geboorteplek Eswatini hem openbaarden. Hoe zijn leven verbonden is met het gezoem van de insecten om hem heen, en hoe het misschien tijd is wat minder Descartes en wat meer Spinoza te zijn.

‘We hebben een scheidslijn getrokken tussen ons en de natuur. Het is makkelijk iets te vernietigen wat buiten jezelf staat. Maar de sleutel tot een ecologische samenleving is net de erkenning dat we in relatie staan met elkaar en de wereld die ons omringt.’

‘Dan gaat het niet meer over grenzen of limieten. Het gaat over respect en wederkerigheid. Hoe meer je deelt binnen relaties, hoe rijker die worden. Mensen zijn zo bang om van alles te verliezen, maar we hebben zo veel te winnen. Een meer ecologische samenleving is er geen van gecreëerde schaarste, miserie en tristesse, het is er een van overvloed, zorg en aandacht.’