Find me in Kakuma. App waarmee vluchtelingen elkaar terugvinden

Interview

App waarmee vluchtelingen elkaar terugvinden

Find me in Kakuma. App waarmee vluchtelingen elkaar terugvinden

Find me in Kakuma. App waarmee vluchtelingen elkaar terugvinden
Find me in Kakuma. App waarmee vluchtelingen elkaar terugvinden

Robbe Latré

25 februari 2018

Met de webdocumentaire ‘Find Me In Kakuma’ plant Lieven Corthouts een nieuw zaadje in het Vlaamse documentairelandschap. ‘Ik vond het toffer om te maken dan een film.’

© Lieven Corthouts

© Lieven Corthouts​

Lieven Corthouts heeft iets met Kakuma (Kenia), na Dadaab het grootste vluchtelingenkamp in Oost-Afrika. Zeven jaar lang verbleef hij er met de regelmaat van de klok, wat uitmondde in de productie van de documentaire Kakuma: The Invisible City in 2016. Die titel sprak al boekdelen: voor Lieven Corthouts is Kakuma meer dan een vluchtelingenkamp.

Met Find Me In Kakuma, dat hij maakte in samenwerking met producente Emmy Oost, gaan we verder en dieper kijken naar het leven zoals het zich ontvouwt in Kakuma. Of misschien is ‘kijken’ niet meteen het juiste woord. De documentaire is een ‘webserie’ geworden, zoals Lieven het graag noemt. De eerste in haar soort van Vlaamse makelij.

Findmeinkakuma.com
Op de site findmeinkakuma.com vindt u een plattegrond van het “kamp”, bezaaid met avatars. Die stellen een bestaande bewoner voor. Uw opdracht is om een paar onder hen te vinden in het kluwen dat Kakuma is, waarna zij met een paar korte filmpjes hun verhaal vertellen. Mocht u nog wat willen rondhangen, dan kan u ook een paar indrukken opdoen van de belangrijkste bezienswaardigheden: een moskee, de voedselbedeling, het aankomstloket van VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR en een school. Samen zijn de filmpjes goed voor zo’n twee uur documentaire. Of u alles te zien krijgt, hangt echter volledig van uw muisklik af.

Versatiel medium

‘Ik schrok daarvan. Om eerlijk te zijn, vond ik dat eigenlijk toffer om te maken dan een film. Een webserie heeft veel meer directe impact op mensen.’ Find Me In Kakuma moet meer zijn dan een documentaire. ‘Het speelt zich af in Afrika, maar ’t zou eender waar kunnen. Bijvoorbeeld lijkt de kaart totaal niet op Kakuma. Die “mannekes” ook, die moeten er gewoon goed uitzien.’

De “mannekes_”_ zijn avatars. Ze staan verspreid op de kaart van Kakuma en zijn gebaseerd op gegevens van een app die Lieven Corthouts speciaal ontwikkelde om alleenstaande kinderen in Kakuma beter in contact te brengen met hun ouders.

Documentaire, website, humanitaire app, wat is Find Me In Kakuma eigenlijk?

‘Het is eigenlijk heel eenvoudig. De app is ontworpen voor vluchtelingen om elkaar terug te vinden. Mensen geven hun gegevens in op die app: hun naam, familienaam, de naam van hun vader of grootvader, hun geboortedorp en telefoonnummer. Als iemand hetzelfde doet en er is een match, dan krijgen die elkaars naam. Als je dan allebei ‘ja’ zegt, dan krijg je elkaars selfie, dan elkaars telefoonnummer.

Daarna wordt er een avatar gecreëerd op basis van de gegevens in die app. Die avatar komt op de online kaart van Kakuma, en dat is de webserie eigenlijk. Jij, als westers publiekslid -iedereen mag erop, ’t staat online- moet dus op zoek naar zes avatars. Maar er staan er drieduizend op, allemaal echte mensen die actief zijn op de app.’

© Lieven Corthouts

© Lieven Corthouts​

Contact Me

Hoewel hij het niet graag toegeeft, leverde Lieven Corthouts pionierswerk met de app. ‘Het idee kwam van de mensen ginder eigenlijk. Ik heb er een twee jaar in een Somalische telefoonwinkel gewerkt, zo’n beetje om me te integreren. We verkochten vijf smartphones per dag. Het netwerk was er goed, de Somaliers en Ethiopiers hadden op verschillende plekken in Kakuma wifi-rooters geïnstalleerd en de 3G is er goed uitgebouwd. Die mensen gebruiken hun telefoon voor veel meer dan wij, hoor!’

Laten we de proef op de som nemen. In de rechter zijbalk zien we zes avatars. Onder hen heet er eentje Nyakong. Wanneer we haar na een paar clicks op de kaart terugvinden, verandert de avatar in een jong meisje en krijgen we in een vijftal korte filmpjes haar verhaal te zien. Nyakong is op zoek naar haar moeder die kort na hun aankomst in Kakuma vertrok en nooit teruggekeerd is.

‘Als er hier een paar duizend gevluchte kinderen zonder ouders zitten, dan moet er toch een systeem bestaan om hen met hun ouders in contact te brengen? De meesten hebben allemaal een telefoon!’

‘Ik kende veel tieners die zonder hun ouders in Kakuma woonden. Die zijn de hoofdpersonages in de film geworden. Ze groeien daar op terwijl hun ouders in Mogadishu of Juba wonen of ergens naartoe zijn gevlucht, en ze hebben geen contact met hen. Maar toch hebben ze allemaal een telefoon! Bel die dan! Maar ja, dan hebben ze hun nieuw telefoonnummer niet meer. Dat zou toch niet mogen?!’

‘Ik begon te denken: als er hier al een paar duizend gevluchte kinderen zonder ouders zitten, en miljoenen over de hele wereld, dan moet er toch een systeem bestaan om hen met hun ouders in contact te brengen? De meesten hebben allemaal een telefoon!’

Misschien was ‘Contact Me In Kakuma’ een betere naam geweest. ‘Pas toen ik de app ging testen op grote schaal, begon ik door te hebben dat het voor die mensen eigenlijk belangrijk was om gewoon te kunnen bellen. We hadden nu al een titel die goed klonk, dus hebben we dat zo gelaten. Maar het belangrijkste is contact.’

‘Dus ben ik gaan rondvragen, en blijkbaar had nog niemand daaraan gedacht. Er zijn systemen voor familiehereniging, maar die zijn veel te gecompliceerd, veel te groot en werken eigenlijk niet zo goed.’

Grassroots Appdesign

‘Dan hebben we die app ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit van Nairobi, iMinds in Gent en ten slotte een groot Brits bedrijf, Thoughtworks. De max eigenlijk, want die hebben dat gratis gemaakt! Maar stel je voor, een techbedrijf in Londen, wie daar werkt. In Kakuma gebruiken ze niet bepaald iPhone 8’s.’

Lieven Corthouts, de telecomantropoloog. ‘Dus ben ik naar Kakuma gegaan om elke dag nieuwe prototypes van de app te testen, drie maanden lang. Want voor de Zuid-Soedanezen moet het gezien-icoontje flikkeren zoals op Whatsapp, anderen vinden het niet kunnen dat je ook moet scrollen op je gsm, enzovoort.’

‘Een grote hulporganisatie neemt de interface en het prototype van de app over. Die hebben dat voor niets gekregen van ons, op voorwaarde dat het gratis en grassroots blijft’

Vanuit de telefoonwinkel verspreidde de app zich als een lopend vuurtje in Kakuma. ‘Na een maand zaten we al aan drieduizend gebruikers. Nu ligt de app stil, omdat het Rode Kruis (een “grote hulporganisatie” moet ik eigenlijk zeggen, maar soit) de interface en het prototype van de app gaat overnemen. Die hebben dat voor niets gekregen van ons, onder bepaalde voorwaarden: het moest gratis en grassroots blijven.’

‘Dat is ook de reden waarom ik hen er initieel niet bij betrokken had. Het moest grassroots blijven, want de vraag en het idee kwamen van mijn vrienden in Kakuma. Ik wou geen inmenging van bovenaf. Maar het is natuurlijk fantastisch dat het Rode Kruis dat nu volledig overneemt, zij hebben veel meer bereik.’

Maar Lieven Corthouts slaat zichzelf niet graag op de borst. ‘Ik blijf daar kritisch in. Stel, Nyakong is veertien ondertussen, en we vinden die moeder. Die ma komt dan terug voor haar dochter. Maar ja, wat nu? Nu gaat ze naar school, ze is redelijk gelukkig, ze mist haar moeder, maar als die terugkomt, tja, goed of slecht, ik weet het niet hoor. Ik stel dat eigenlijk een beetje in vraag.’

‘Begrijp me niet verkeerd, die app moet er komen. Maar ik ben mij na een tijdje beginnen afvragen: wat als die mensen fysiek samenkomen? Dat is niet altijd rozengeur en maneschijn. Daarom is die samenwerking met het Rode Kruis zo belangrijk. Als minderjarigen contact kunnen opnemen met hun familie, dan wordt ook het Rode Kruis ter plekke verwittigd en kunnen zij eventueel tussenkomen.’

© Lieven Corthouts

© Lieven Corthouts​

Filmen met de GSM

Wanneer we onze reis door Kakuma verder zetten, komen we Amina’s avatar tegen. ‘Dat vind ik een van de beste stukken van de webserie.’ Niet Lieven, maar wel Amina houdt de camera vast dit keer. ‘Toen ik haar leerde kennen via haar lief, Abdul, vertelde Amina dat ze filmmaakster wou worden. Ik had iets van: hier is mijn camera! En je ouders zijn hier ook niet? Dat past volledig in het thema! Niet dat ik fantastisch veel van film ken, maar ze heeft echt talent.’

‘Ze heeft ondertussen een film gemaakt die op twee festivals is geweest in Kenia. Dat is echt de maks. In de KVS hangen foto’s die ik nam, waarvan de verkoop integraal naar de mensen in die foto gaat. Amina hangt bewust omhoog. Want als iemand die foto koopt voor 500 euro, dan kan ik voor haar een camera kopen. Nu moet ze met haar gsm filmen.’

Een documentaire schieten hoeft geen eenrichtingsverkeer te zijn. ‘Ik heb met Nyakong -die is nu veertien, stel je voor, ik ken haar al sinds ze acht was- afgesproken dat ik elk jaar nog eens ga terugkomen. Ze vroeg of ik ging blijven filmen. Dus dat ga ik ook doen.’

© Lieven Corthouts

© Lieven Corthouts​

De toekomst

Toch heeft Lieven Corthouts al heel wat nieuwe projecten in zicht. ‘Ik ben nu een film aan het voorbereiden over wielrennen in Eritrea. Ik heb net de Ronde van Rwanda meegedaan als verslaggever. Dat was fantastisch. Het materiaal is misschien nog een probleem, maar ik denk dat binnen een tiental jaar in elke grote wedstrijd Afrikanen meedoen. Dat wordt ook wel eens tijd.’

‘In Eritrea en Rwanda is wielrennen waanzinnig populair. Je hebt zo de Muur van Kigali, en daar stond 100.000 man langs de weg. Op het circuit in Kigali stonden er in totaal 1.000.000 mensen’

‘In Eritrea en Rwanda is wielrennen waanzinnig populair. Je hebt zo de Muur van Kigali, en daar stond 100.000 man langs de weg. Op het circuit in Kigali stonden er in totaal 1.000.000. Hier is wielrennen al waanzinnig populair, maar daar is ’t nog iets anders hoor. ’t Gaat komen.’

Of het voor Kakuma ooit zal nog komen, is een andere vraag. ‘Ze zouden Kakuma beter uitbouwen als een stad, maar ik vrees dat dat niet gaat gebeuren. Ik denk dat het zal blijven bestaan als transitzone. Na een tijdje gaat het zelfs overgeslagen worden. Al zou het natuurlijk beter uitgroeien tot een stad.’

‘Zet er een universiteit en een fabriek, dan heb je een metropool binnen de twee à drie jaar. Dat zou fantastisch zijn, maar Kenia is al redelijk arm, kan dat niet dragen.

Wij Europeanen hebben makkelijk praten. Wij doen het ook niet! Dat is nu erg duidelijk met Trump: de resettlementkantoren van UNHCR in Kakuma staan leeg, omdat voordien de meeste mensen een hervestiging kregen in Amerika. Maar ze waren er tenminste. Europa geeft graag af op Trump, maar zelf doen we onvoldoende.’