Myanmarese dichter Ko Ko Thett: ‘Alleen in de poëzie voel ik mij nog thuis’

Interview

Een openhartig gesprek over 27 jaar literair verzet in ballingschap

Myanmarese dichter Ko Ko Thett: ‘Alleen in de poëzie voel ik mij nog thuis’

Myanmarese dichter Ko Ko Thett: ‘Alleen in de poëzie voel ik mij nog thuis’
Myanmarese dichter Ko Ko Thett: ‘Alleen in de poëzie voel ik mij nog thuis’

Thibault Coigniez

11 mei 2024

Al 27 jaar vertoeft de Myanmarese dichter Ko Ko Thett in ballingschap. Toch blijft de huidige oorlog in Myanmar ook hem beroeren. In zijn gedichten geeft hij uiting aan de complexe verhouding met zijn geboorteland. ‘De last om als Myanmarees door het leven te gaan is existentieel.’

© Ko Ko Thett en Thett Su San

Ko Ko Thett: ‘Niemand zal ooit de volledige controle over Myanmar verwerven. Enkel dialoog zal soelaas brengen. Of ze het nu willen of niet.’

© Ko Ko Thett en Thett Su San

De Myanmarese dichter Ko Ko Thett vertoeft al 27 jaar in ballingschap. Toch blijft de huidige oorlog in Myanmar ook hem beroeren. In zijn gedichten geeft hij uiting aan de complexe verhouding met zijn geboorteland. ‘De last om als Myanmarees door het leven te gaan is existentieel.’

Ook in Berlijn was de lente eind april nog niet ingetreden. Slechts een twintigtal aanwezigen trotseerden het frisse weer om op een donderdagavond naar het Haus für Poesie af te zakken. Op het podium zitten Zonci Heavenly en Ko Ko Thett broederlijk naast elkaar. De twee Myanmarese dichters zijn klaar om voor te dragen uit hun werk.

Ze lachen minzaam. Maar op de achtergrond drukt de oorlog in Myanmar zijn stempel. Want sinds de militaire staatsgreep in februari 2021 en het neerslaan van de daaropvolgende lenteprotesten woedt de strijd tussen het leger, beter bekend als de Tatmadaw, en de rebellen nog steeds in alle hevigheid voort.

Toch ervaren beide dichters de oorlog heel anders. Terwijl de jonge Heavenly pas na deze legercoup naar Duitsland vluchtte, verblijft haar oudere collega Ko Ko Thett al meer dan de helft van zijn leven in ballingschap. Het is dan ook veelzeggend wanneer hij als eerste het gedicht Accent voordraagt.

‘Ik moet nog altijd moeite doen om Engels te spreken’, zegt Ko Ko Thett de volgende dag aan de ontbijttafel van zijn hotel aan MO*. ‘Het blijft een vreemde taal. Ook al woon ik nu al meer dan tien jaar in Norwich. Ik zal nooit Brits worden, maar Myanmarees ben ik ook al lang niet meer.’

De moeilijkheid om zich nog met iets te identificeren staat centraal zijn gedichten. Sinds zijn vlucht in 1997 begon hij te schrijven over ballingschap en de complexe relatie met Myanmar. Zijn meest bekende dichtbundel uit 2015 heet niet toevallig The burden of being Burmese. Ook zijn recentste bundel uit 2022, Bamboophobia, waarvan Accent het openingsgedicht vormt, wortelt in zijn ballingschap.

Accent

My skin was born in the Year of the Pig. My accent much
later, and it’d rather be a Capricorn. I seduce women with my
accent. I subdue them with my skin.

You will still hear my skin whinge even after maggots dwell
and die in my accent.

My skin is my landscape, my accent my fresh air. My skin
is too thin for bad weather. My accent, so incredibly thick it
whistles under water.

I am not one of those sentenced to solitary confinement for
life inside their own skins. I can get under your skin once I
step out of my accent.

People judge me by my skin. My skin’s purpose in life is to
prove them wrong. Once I open my mouth my accent proves
them right. I keep my mouth shut, my skin open.

Which is truer, my skin or my accent? When it comes
to swinishness they are on the same page.

In places where I am considered white, my yellow accent
always holds me back. Since whatever comes from my mouth
is an unpasteurized lie, I will always have a yellow accent.

As for my skin—

it will be blues when it fancies the blues;

it will be jazz when it fancies jazz.

Ko Ko Thetts levensloop is exemplarisch voor de bewogen recente geschiedenis van Myanmar. Als jongere maakte hij de grootschalige studentenopstand van 1988 mee. Die bracht het socialistische regime van Ne Win ten val. In 1962 kwam deze generaal met een militaire staatsgreep aan de macht. Hierdoor kwam er een einde aan de parlementaire democratie die Myanmar sinds zijn onafhankelijkheid in 1948 had gekend.

‘Als toerist in mijn geboorteland voelde ik dat het de verkeerde kant op ging.’

Zelf belandde Ko Ko Thett in de cel na deelname aan nieuwe studentenprotesten in 1996. Na zijn vrijlating vluchtte hij naar Singapore en Bangkok om rond de eeuwwisseling naar Finland te verhuizen. Voordat hij naar Engeland zou trekken, studeerde hij nog een tijdje in Leuven.

‘In 2012 keerde ik voor het eerst terug naar Myanmar. Toen opende het leger de poorten van het land een beetje. Buitenlandse investeerders beschouwden Myanmar als een opkomende markt. Op dat moment was iedereen hoopvol gestemd over de toenemende democratisering. Maar als toerist in mijn geboorteland voelde ik dat het de verkeerde kant op ging.’

‘De transitie ging te snel en te veel mensen vielen uit de boot. Flatgebouwen en winkelcentra verrezen in de stad Yangon, terwijl andere delen van het land en bevolkingsgroepen zoals de Rohingya straatarm bleven. Uiteindelijk zouden de achterblijvers het voortouw nemen in het huidige verzet. Eigenlijk is het leger de enige groep in Myanmar die nooit werd achtergesteld.’

Coup d’état

Attention!
Salute!

Blow the barrelled weapons
You are supposed to be on your knees
These greens are above politics
They have a plot, they have history

Report to them your guest list
They will safeguard your whish list
With effect from today, all organs of states, divisions,
Townships, wards and village-tracts are dissolved
They will whitewash dogfruit trees and stupas
They will eradicate opium and gambling
Between should-be and is
They will lay a kissable road overnight
After breaking the dawn with dynamite
They will return to their barracks

Comrades-in-arms are never at ease
They wish they didn’t have to drill
Left, right, left, right, left, right…
Non-disintegration of the union
Non-disintegration of national solidarity
Perpetuation of national sovereignty
Killer heels stomp off in army chic
Left, right, left, right, left, right…

Doelt u daarop in het gedicht Coup d’état, wanneer u schrijft dat ‘de groene mannen boven de politiek staan. Zij hebben een plot, zij hebben geschiedenis’.

Ko Ko Thett: Het is een ironisch statement. De Tatmadaw zegt altijd dat het boven de politiek is verheven. Tot op vandaag presenteert het zichzelf als het bevrijdingsleger dat streed tegen de Britse kolonisator. Zijn bewustzijn is in de koloniale periode blijven steken. Ook al hebben de militairen na de onafhankelijkheid in 1948 altijd de lakens uitgedeeld.

Tot de militaire staatsgreep van 1962 heerste er wel enigszins een parlementaire democratie. Maar de vele etnische groepen kwamen niet met elkaar overeen en konden het land niet bij elkaar houden. Zo ontstonden er allerhande rebellengroeperingen.

Die groepen raakten ook vlotjes bewapend. Bij hun vertrek uit Myanmar lieten de Britten immens veel wapens en munitie achter. Dezelfde oude Britse geweren liggen nog steeds voor het grijpen. Als je gefrustreerd bent in Myanmar, is het erg makkelijk om er gewoon op los te schieten.

Hebt u zelf ooit aan gewapend verzet gedacht?

Ko Ko Thett: Zeker en vast. Na mijn arrestatie en ons neergeslagen protest was ik zo razend dat ik wilde vechten tegen het regime. Maar toen ik in 1997 in buurland Thailand aankwam, had het leger die verzetsgroepen al verpletterd.

Uiteindelijk bleef ik in de Thaise hoofdstad Bangkok. Daar schreef ik mijn eerste gedicht When I see demonstration. Ik was verbaasd over hoe kalm en beheerst de Thaise demonstranten door de straten liepen. In een democratie kunnen mensen het zich veroorloven om rustig te blijven. Er is ruimte voor zelfbeheersing.

Nochtans wilden we ons studentenprotest in 1996 aan het Yangon Instituut voor Technologie ook echt kleinschalig houden om onderdrukking zoals in ‘88 te vermijden. Maar gaandeweg sloten ook politici en voormalige studenten zich aan. Ze schreeuwden leuzen als ‘Weg met de Tatmadaw!’. Vanaf dan zat het spel op de wagen.

Wat is het verschil tussen de protesten van ’88 en die van ’96, waar u aan deelnam?

Ko Ko Thett: In ’88 waren de protesten veel meer wijdverbreid. De nieuwe generatie studenten vergat ons protest, maar niet dat van ’88. Tot op zekere hoogte is ‘88 ook succesvol geweest. Het socialistische regime van generaal Ne Win werd ten val gebracht.

Helaas kwam er daarna een nog wreder militair regime aan de macht. Die nieuwe machthebbers onder leiding van generaal Saw Maung konden zich ook niet meer beroepen op het socialisme. Ze hadden nood aan een nieuwe ideologie om zich aan vast te klampen. In de decennia daarna kwam de ondertoon van boeddhistisch nationalisme steeds meer boven drijven. Met de genocide op de moslimminderheid van de Rohingya in 2017 als triest culminatiepunt.

Zelf gebruikt u ook vaak boeddhistische concepten zoals samsara (de cyclus van reïncarnatie of dukha, existentieel lijden) in uw gedichten. Is dat ironisch of gelooft u er zelf in?

Ko Ko Thett: In mijn gedichten put ik vooral inspiratie uit de koans van het zenboeddhisme. Dat zijn raadseltjes, waarbij de paradox niet wordt opgelost. De belangrijkste notie in zen is om de zaken gewoon op hun beloop te laten. Het kwade is onuitroeibaar. Neem er vrede mee. De wereld zal niet veranderen.

‘Zoveel etnische groepen moesten plots afzien van hun identiteit en werden verplicht om alleen nog maar Birmees te worden.’

Ik verkies zen-denken boven het theravada. Het laatste is een orthodoxe stroming binnen het boeddhisme. In Myanmar is die erg dominant. Theravada-boeddhisten zijn extreem ambitieus, omdat ze nog in wedergeboorte geloven. Dat geloof deel ik niet. Voor mij stopt het na mijn dood.

Maar het begrip van ‘dukha’ gebruik ik wel op een oprechte manier. Want de last om als Myanmarees door het leven te gaan is existentieel. Net die existentiële lading zit vervat in dukha. Alle Myanmarezen dragen die last. ‘Birma’ en ‘Myanmar’ zijn zulke complexe begrippen. Eigenlijk hou ik er niet van om mij ermee te identificeren.

Waarom niet?

Ko Ko Thett: Birma is een koloniale term. Tijdens de Britse heerschappij verwees die naar iedereen die van Birma is. Maar de mensen van Birma zijn zo verschillend wat betreft hun etniciteit en religieuze identiteit. Behalve Birmanen heb je ook Karen, Kachin, Shan en noem maar op. Zoveel etnische groepen moesten plots afzien van hun identiteit en werden verplicht om alleen nog maar Birmees te worden.

Na de onafhankelijkheid koos het leger voor de naam ‘Myanmar’. Maar ook de militairen zeiden dat iedereen in het land zich in de eerste plaats Myanmarees moest voelen. Natuurlijk kwam daar verzet tegen. De etymologie van ‘Myanmar’ blijft onduidelijk. Al is de betekenis des te helder: ‘myan’ betekent snelheid en ‘mar’ betekent kracht. Die connotaties vindt de Tatmadaw natuurlijk geweldig.

© Ko Ko Thett en Thett Su San

© Ko Ko Thett en Thett Su San

Poëtische rechtvaardigheid

Behalve dichter is Ko Ko Thett ook vertaler. Meestal vertaalt hij van het Myanmarees naar het Engels. In 2012 verscheen van zijn hand de bloemlezing Bones will crow met Myanmarese poëzie. In 2022 publiceerde hij samen met Brian Hammond de bloemlezing Picking off new shoots will not stop the spring. Die bevat vertaalde gedichten en essays uit voornamelijk de lenterevolte van 2021, maar ook uit de voorgaande decennia.

‘Tijdens de eerste maanden na de staatsgreep in februari 2021 verschenen er veel uitstekende gedichten. Meestal online en onvertaald. Wij wilden die getuigenissen vastleggen en vertalen. Ook om opnieuw wat de aandacht te trekken. Na de coup was Myanmar even hoofdnieuws en toen kwam de oorlog in Oekraïne. Natuurlijk is die Russische aanval ontzettend barbaars, maar de horror in Myanmar bleef onderbelicht.’

‘Zo verwijst het “picking of” uit de titel naar de scherpschutters die de betogers in het hoofd schoten. Toch kwamen de mensen op straat, omdat ze woedend waren op het leger dat de democratische transitie had stopgezet. Zij lusten de Tatmadaw rauw. Het geweld was massaal aan beide kanten.’

‘Dat is ook de reden dat we in de opeenvolging van de gedichten een omgekeerde chronologie gebruiken. Op die manier willen we tonen hoe het land is achteruitgegaan. Bij de protesten van ’88 werden betogers niet in het hoofd geknald. Terwijl er in 2021 zelfs een filmpje circuleerde van militairen die zuur in de keel van een arrestant kapten.’

‘Maar zelfs de verzetsgroepen organiseerden moordcampagnes tegen officieren of vermeende spionnen. Dat buitengerechtelijke geweld is nieuw en betekent een enorme achteruitgang.’

Zelf verloor u veel bevriende dichters. In de anthologie komt vaak de naam van K Za Win terug.

Ko Ko Thett: Hij was een van de eerste intellectuelen die ijverde voor gewapende opstand. Voor hem kon je alleen vechten door het zwaard op te pakken. Net als andere dichters vocht hij voor poëtische gerechtigheid. Dat is geen eigenlijke gerechtigheid, maar wel de rechtvaardigheid zoals zij die graag zouden zien. Op 3 maart 2021 stierf hij toen de politie van het stadje Monywa het vuur opende op de demonstranten.

‘Niemand zal ooit de volledige controle over Myanmar verwerven. Enkel dialoog zal soelaas brengen. Of ze het nu willen of niet.’

Na de dood van K Za Win werd een andere bevriende dichter Khet Thi zo razend dat hij samen met de rebellen ging vechten. Op acht mei 2021 arresteerden de veiligheidstroepen hem. De volgende dag vonden ze zijn lichaam terug zonder zijn organen.

Het is te hypocriet om over deze dichters en hun wraakzuchtig gedrag te oordelen. Ik heb de luxe om mild te handelen. Ook al denk ik persoonlijk niet dat dichters moeten vechten. Voor mij moet een dichter vooral op een veilige plek schrijven. Maar zij zagen het als hun plicht om in de frontlinie te staan en te sterven. Dat respecteer ik. Want welke situatie drijft vredevolle dichters ertoe om geweld aan te moedigen?

Uit uw gedichten spreekt vaak een onmacht om die situatie te begrijpen en te kaderen. Zo komt de volgende zin geregeld terug: ‘Hoe schrijf je geschiedenis in een taal zonder verleden tijd’. Wat bedoelt u daarmee?

Ko Ko Thett: Wij laten het na om ons de geschiedenis te herinneren en betalen een prijs voor die historische amnesie. In 2021 hadden de betogers lessen moeten trekken uit de massale straatprotesten van ‘88. Wanneer je in groten getale demonstreert, raakt het leger in paniek en zal het alles doen om de controle terug te winnen.

Ook van de voorgaande oorlogen en conflicten zouden we moeten leren dat het ene kamp het andere nooit zal kunnen vernietigen. Niemand zal ooit de volledige controle over Myanmar verwerven. Alleen dialoog zal soelaas brengen. Of ze het nu willen of niet.

De anthologie eindigt in 2022. Verschijnen er nu nog veel gedichten en getuigenissen?

Ko Ko Thett: Ja, maar minder intens en minder frequent. Veel dichters, zoals K Za Win en Khet Thi, zijn gestorven. De resterende dichters lijden aan traumavermoeidheid. Het is erg slopend om elke dag over dezelfde vreselijke zaken te schrijven. Ook ik heb uit vermoeidheid eerst het gewapend verzet en vervolgens elke vorm van politiek activisme opgegeven.

U voelt zich geen politiek activist, geen boeddhist, geen Myanmarees, geen Brit. Wat blijft er nog over?

Ko Ko Thett: Ik ben alleen nog maar een dichter. Alleen in de poëzie voel ik mij nog thuis. Voor de rest blijft er niets meer over.