Ramzy Baroud: 'Israël wil in Gaza geen rationele gesprekspartner'

Interview

Ramzy Baroud: 'Israël wil in Gaza geen rationele gesprekspartner'

Ramzy Baroud: 'Israël wil in Gaza geen rationele gesprekspartner'
Ramzy Baroud: 'Israël wil in Gaza geen rationele gesprekspartner'

Hoe verzoen je ‘de postjespakkers van Fatah, die drijven op de oude Oslo-cultuur, met Hamas, dat niet losgeraakt van een radicaal discours maar wel veel dichter bij de burgers en hun leed staat’? De Amerikaans-Palestijnse Ramzy Baroud, bekende auteur en journalist bij onder meer Al Jazeera, buigt zich over de fundamentele verschillen tussen Fatah en Hamas, het Palestijns burgerschap en een derde intifada die zich wel eens zou kunnen aankondigen.

Ramzy Baroud werkt al veertien jaar bij zijn ‘Palestine Chronicle’, een internetmagazine met bekende namen als Noam Chomsky in de redactiestuurgroep. Dit politiek onafhankelijk werk van liefdadigheid’ in Washington, zoals Baroud het noemt, richtte hij op als alternatief informatiekanaal over het Palestijns-Israëlisch conflict. Baroud zelf is publicist, auteur van boeken als Mijn vader was een vrijheidsstrijder en De tweede Palestijnse intifada en is als journalist onder meer bij Al Jazeera freelance aan de slag.

Over de Palestijnse media zelf is hij snel uitgepraat. Die zijn, anders dan vroeger, tegelijk gegroeid in aantal en gekrompen in onafhankelijkheid. ‘De politieke polarisering in Palestina is overgegaan op veel aspecten in de samenleving, inclusief de media die Fatah- of Hamas-geaffilieerd zijn of linken hebben met subfacties. Dat is tragisch omdat het, anders dan in het premediatijdperk, de collectieve identiteit van Palestina doet afbrokkelen.’ Niet alleen de polarisering daagt de Palestijnse eenheid uit, zegt Baroud, er is ook een groeiende generationele kloof tussen de huidige Palestijnse twintigers en de oudere machtselite.

Ramzy Baroud: De generatie van de jaren zestig en zeventig speelt nog steeds de hoofdrol in zowel Ramallah op de Westelijke Jordaanoever als Gaza. De Palestijnse jeugd vindt zich niet terug in de taal van die oudere generatie wiens ideologieën bijna niet meer toepasbaar zijn. Het is een elite geworden die wanhopig vasthoudt aan machtsposities die ze niet wil lossen.

Dat heeft tot teleurstelling geleid bij de jongeren die vinden dat de oudere generatie de collectieve en nationale identiteit van de Palestijnen ten onrechte claimt. Maar in de eerste plaats verdeelt de bezetting de Palestijnse nationale identiteit. Dat is geen flauw excuus. Krijg maar eens eenheid tussen al die gemeenschappen die fysiek gescheiden zijn: de Palestijnen in de Westelijke Jordaanoever en Gaza, de Naqba- en Naqsavluchtelingen die op zoveel verschillende plekken leven, de Palestijnen in Israël…

Was er om die reden ook geen Palestijnse Lente?
Ramzy Baroud: Ik geloof niet in de Arabische Lente, ik was al bij aanvang cynisch. De hele idee dat er even één Arabische Lentewind over de regio waaide, van Tunesië tot Jemen, van Bahrein tot Irak en Mauretanië, is überromantisch.

Wat een Palestijnse Lente betreft: de Palestijnen hebben altijd hun “eigen Lente” gehad. Ze hebben altijd in een eigen revolutionaire stroming gezeten. Alleen draait de Palestijnse revolutie-idee absoluut om de bevrijding van Israël, het stopzetten van de bezetting, niet om de zucht naar een ander regime. De omstandigheden zijn zo anders.

Onze regeringen zijn in de eerste plaats Vichy-regeringen. Hamas is wantrouwig tegenover elke beweging die niet in lijn loopt met zijn idealen, en Fatah weigert elk gesprek met diegene die de partijdominantie van Fatah in de Westelijke Jordaanoever durft uit te dagen.

Om terug te komen op de Arabische Lente: die vindt u overroepen?
Ramzy Baroud: De term Jasmijnrevolutie zou bedacht zijn door een jonge Amerikaanse journalist die de hoofdstad Sidi Bouzid, waar de Tunesische revolutie startte, verwarde met een andere stad waar de stedelingen jasmijnbloesems dragen. De wereld sprong echter meteen massaal op die naam, omdat het zo mooi klonk, terwijl de Tunesiërs zelf niet eens van die naam houden. Het zegt veel over onze verbeelding, onze hang naar symboliek waarmee we de realiteit van anderen willen vormgeven.

De idee van een Arabische Lente gaat voorbij aan de geografische, politieke, economische, religieuze, sektarische verschillen tussen de 22 Arabische landen. Ze gaat voorbij aan oude en nog stevige machtsallianties met buitenlandse mogendheden. Voor lange tijd heeft het lot van de Arabische burgers afgehangen van twee spelers: de lokale dictators en elites enerzijds die de steun kregen van westerse, neokoloniale mogendheden anderzijds. Als die twee spelers clashten, kwam er oorlog, zoals in Irak.

Moebarak heeft decennialang zijn ding kunnen doen in Egypte, de mensenrechten van zijn eigen burgers geschonden, kreeg tonnen geld om zich te voegen naar de spelregels van Israël en de VS. Naar de burgers werd niet omgekeken. Dat is sinds de Arabische Lente wèl veranderd, er zijn geen twee spelers meer maar drie: de burgers spelen mee, komen de straat op als ze het niet eens zijn met de macht. Het is geen overwinning, noch een lente, want er is nog geen sprake van inclusief burgerschap, maar het betekent wel een cruciale verandering.

Inclusief burgerschap lijkt vandaag nog een verre toekomst voor de Palestijnen. Er is niet alleen de bezetting, ook de verzoening tussen Hamas in Gaza en Fatah in Ramallah blijft uit. Is een eenheidsregering mogelijk?
Ramzy Baroud: De vraag is waarover die eenheid moet gaan. Op welk principe moet ze berusten als je weet dat de politieke culturen van beide bewegingen zo fundamenteel verschillend zijn. En waar komen die cultuurverschillen vandaan?

Aan de ene kant heb je de Oslo-cultuur, verenigd rond een club oude mannen die sinds 1993 politieke posities zijn gaan innemen, opgehangen aan flashy titels die geen echte machtswaarde hebben. Ze blijven immers dezelfde bezette Palestijnen, die niet van de ene naar de andere regio kunnen gaan zonder de juiste toelatingspapieren en vergunningen aan Israël te tonen. Hun politieke cultuur drijft op donorgiften en valse titels. De huidige status quo waarin het conflict zich bevindt, biedt hen de garantie voor statusbehoud. Burgerverzet tegen de onmenselijke bezetting interesseert hen niet. Salam Fayyad, de voormalige premier van de Palestijnse Autoriteit, noemde de hele fedajiencultuur een relikwie uit het verleden. Mahmoud Abbas vindt gewapend verzet futiel.

En die postjescultuur moet je dan gaan verzoenen met een groep mensen als Hamas? Of je het nu eens bent met hun mengvorm van politiek en religie of niet, ik alleszins niet, maar Hamas is wel degelijk representatief voor een groot deel van de Gazanen. Net zoals Mahmoud Zahar (Hamas-buitenlandminister in Gaza, td) verloren de meeste politieke vertegenwoordigers van Hamas hun vrouw, een of meer kinderen. Ze weten waarover de burgers praten, begrijpen dat verzet voor veel Palestijnen geen keuze is maar het enige resterende middel naar de bevrijding van Palestina.

Fatah-premier Salam Fayyad werd door het Westen wel op handen gedragen, omdat hij een universeler taal sprak dan Hamas-frontman in Gaza, Ismael Haniyeh.
Ramzy Baroud: Ja, maar tegelijk geraakt Fayyads populariteit bij de Palestijnen zelf niet verder dan die van een “marginale fout”. Voor de Palestijnen heeft Fayyad en de rest van Fatah verraad gepleegd, collaboreren ze met Israël.

Begrijpt het Westen waarom de Palestijnen hun collectieve Palestijnse nationale verhaal zo koesteren? Begrijpt het Westen waarom ze zo vasthouden aan de idealen? Doet men überhaupt pogingen om de Palestijnse taal te begrijpen, in plaats van elk weerwoord bijna automatisch te positioneren als een bedreiging voor Israëls veiligheid? Het gaat hier om mensen die geleden hebben en blijvend lijden, die steeds meer van hun land en waarde beroofd worden en toch worden ze als de minst belangrijke partij in dit conflict gepositioneerd.

Hamas zit tussen hamer en aambeeld. Ze werd als bevrijdingsbeweging gedwongen om in het politieke spel te stappen. Je zit hier met een verzetsgroep die volgens sommigen van haar achterban aanhoudend verraad pleegt door het gewapend verzet op te geven. En tegelijk moet die beweging een politiek beleid voeren: scholen bouwen, de gebouwen herstellen die Israël opblies, ziekenhuizen doen draaien, diplomatieke relaties van Moskou tot Qatar en Saoedi-Arabië  onderhouden.

Het moment dat we beslisten de straat op te gaan, veranderde alles vanzelf.

Het probleem met Hamas is dat ook de politieke vleugel een taal ontwikkeld heeft die van nature heel radicaal en agressief klinkt, omdat de omstandigheden radicaal waren. De grote fout die Hamas maakte, waar de internationale gemeenschap geen herkansing gaf, is dat ze die exclusieve taal heeft behouden. Hamas is er niet in geslaagd om een universele taal te spreken die begrijpbaar is voor buitenstaanders die de bezetting en de onderdrukking niet voelen en meemaken. Door de isolatie, de blokkade, de systematische liquidatie van Hamasfiguren door Israël, door het embargo werd Hamas’ taal alleen nog nog lokaler.

Hamas’ radicale taal is volgens waarnemers de gedroomde vrijgeleide voor de huidige Israëlische regering om de vredesgesprekken opzij te zetten.
Ramzy Baroud: Lijkt toch te kloppen, niet? Herinner je de tijd dat Israël heel wat Hamas-topfiguren vermoordde? Eigenaardig genoeg leek Israël vooral de gematigde Hamasleiders te viseren. Het was alsof Tel Aviv zich wilde verzekeren dat er in Gaza geen redelijke gesprekspartners te vinden zijn. Maar nogmaals, de taal van Hamas mag dan radicaal klinken, het is wel de taal van de Gazanen. Ismael Haniyeh leeft niet in een ivoren toren maar nog steeds in zijn huis in het Shati-vluchtelingenkamp in Gaza. Hamasleden zijn geen vreemden van een andere planeet maar rasechte Gazanen.

Tegelijk is het wel degelijk Hamas die de vrijheden van zijn eigen burgers aan banden wil leggen. Vrije meningsuiting heeft bijvoorbeeld niet veel waarde in Gaza.
Ramzy Baroud: Dat klopt ook natuurlijk. De bezetting heeft een verstikkend effect. Het lijden in Gaza is op zijn hoogtepunt sinds 2007. Iedereen die probeert om een progressieve beweging op te richten in Gaza, wordt door Hamas gezien als de arm van de vele buitenlandse groepen en inlichtingendiensten die aanwezig zijn in Gaza. Dat is dodelijk.

De enige manier om naar meer openheid van en met Hamas te komen, is om de sancties op te heffen, al is het maar gedeeltelijk. Die stoelen moeten dringend rond de dialoogtafel neergezet worden, er moeten voorwaarden komen, expertise uitgewisseld worden. En het gespreksonderwerp mag niet radicalisering alleen zijn, er moet in de eerste plaats gepraat worden over de context die radicale taal creëert. We moeten daar niet flauw over doen.

Vervang Hamas door een sociaal-democratische beweging en je kan er donder op zeggen dat die in strikt dezelfde omstandigheden na een jaar is overgeschakeld naar dezelfde radicale taal.

Welk alternatief hebben de Palestijnen dan nodig?
Ramzy Baroud: Er is geen alternatief nodig, wel de heropstanding van de kritische Palestijnse massa. Ik was in Palestina tijdens de eerste intifada, zat toen op de hogeschool. Ik herinner me hoe we een alternatief voorlegden aan het Palestijnse leiderschap. We voelden ons vernederd, niet alleen in Palestina, ook de buurlanden werden vernederd door Israël. We hadden een breekpunt bereikt.

We hadden geen facebook, geen twitter, hadden alleen graffiti op de muren om onze boodschap neer te schrijven. We besloten de straten op te gaan. Het moment dat we beslisten de straat op te gaan, veranderde alles vanzelf. Wat begon in Jabalia, vluchtelingenkamp in Gaza, breidde meteen uit tot heel Gaza, de Westelijke Jordaanoever, Jeruzalem, de Arabische steden en dorpen in Israël.

Er werden op een paar dagen tijd nieuwe bewegingen opgericht, nieuwe constituties geschreven. Een nieuwe generatie was geboren. Sinds dat moment beseffen we dat de huidige politieke facties geen antwoord bieden, dat we daar voorbij moeten. Het is kwestie van die kritische massa, die er wel is, in één beweging recht te krijgen, binnen een context die zo extreem moeilijk en verlammend is. Ik doe niet graag voorspellingen maar ik denk dat een derde intifada niet ondenkbaar is.

Een derde intifada zou ook een burgeroorlog kunnen ontketenen.
Ramzy Baroud: Niet noodzakelijk. In 2007 heeft Gaza al een burgeroorlog meegemaakt, ook al willen we dat graag ontkennen. Maar intifada’s hebben meestal net een eenmakend effect gehad.

Toen begin 2013 Palestijnen protesteerden tegen het groeiend aantal joodse bezoekers onder politiebegeleiding aan de Al-Aqsamoskee, slaagden Hamas en Fatah wel even in om met één tong te spreken. Het volksprotest werkte beter dan alle voorafgaande politieke pogingen tot verzoening: de Mekka-, Sinai-, Doha-akkoorden enzovoort. Omdat het even voorbijging aan de broodheren en steunkorpsen van beide partijen.

Maar een dag na het Mekka-akkoord was Condoleezza Rice heel duidelijk tegen Abbas: als je het waagt om met Hamas in zee te gaan, trekken de Amerikanen alle steun terug. En daarmee was de eenheid en de idee van brothers in arms op één dag weggemaaid.

In een recent rapport stelde de Europese Rekenkamer zich ernstig vragen bij de doeltreffendheid van de Europese hulp aan de Palestijnse Autoriteit. De PA stort Europees geld door aan een aanzienlijk aantal Palestijnse ambtenaren in Gaza, die echter niet mogen werken sinds Hamas er aan de macht kwam.
Ramzy Baroud: Het geld dat naar de Palestijnse Autoriteit in Ramallah gaat, wordt inderdaad doorgestort naar de ambtenaren in Gaza die zo betaald worden om niet naar hun werk te gaan.

Maar het stopzetten zou onfair zijn. Toen Hamas legitiem verkozen werd, was het Fatah, de huidige PA, die niet in een coalitie wou stappen. Om zeker te zijn dat Hamas in Gaza zou falen in zijn beleid, heeft de PA in Ramallah zijn ambtenaren opgedragen om betaald werkloos te worden. Dokters, leerkrachten, ingenieurs mogen niet werken, brengen hun dagen wachtend in koffieshops door. Al die opgeleide en ervaren mensen zitten thuis. Niet dat ze niet willen werken. Integendeel, natuurlijk willen ze deel uitmaken van en bijdragen tot de samenleving in Gaza, net zoals hun buren. Alleen, als ze wel gaan werken, wordt het maandelijks loon stopgezet.

Ik zou bijzonder blij zijn als de EU die financiering eindelijk wil bediscussiëren met de PA, ten minste als dat niet inhoudt dat de bijdragen voor die ambtenaren naar de Westelijke Jordaanoever zouden worden gestort. Europa moet zorgen dat het geld naar Gaza blijft gaan, met als criterium dat die mensen opnieuw naar hun werk kunnen. Gaza en de Westelijke Jordaanoever zijn al zo vaak tegen elkaar gebruikt in een scenario van de stok en de wortel. Gaza wordt gestraft en de Westelijke Jordaanoever wordt beloond. Dit gaat om mensen, niet om politiek.

In het nieuwe Europese zevenjarenprogramma voor onderzoek en innovatie stelt Europa voor het eerst zeer duidelijk dat de fondsen niet langer kunnen worden gebruikt om Israëlische entiteiten of activiteiten met duidelijke banden in de bezette gebieden te financieren. Die kritische houding is nieuw. Zie je ook verandering in de Amerikaanse banden met Israël?
Ramzy Baroud: Er is inderdaad verandering maar je ziet het niet echt omdat het zo traag gaat, omdat het zich nog te veel onder het politieke vel bevindt.

Meer aan de oppervlakte bewijst het Iraans atoomakkoord van Genève dat er verandering op til is. De Israëlische lobby is er, ondanks verwoede pogingen, niet in geslaagd om dat akkoord tegen te houden.

En iemand als Sheldon Adelson, de joods-Amerikaanse magnaat, slaagt er niet in om het Amerikaanse parlement blijvend te beïnvloeden ten voordele van Israël. In de joods-Amerikaanse gemeenschap duiken meer en meer kritische stemmen op. De meeste Amerikaanse campussen hebben nu een Palestijnse solidariteitsgroep, waar ook joodse studenten bij zitten. Het wil nog niet zeggen dat de Amerikaanse politieke houding ten aanzien van Israël al gewijzigd is maar het feit dat ik openlijk  over de boycotcampagne kan spreken op Amerikaanse universitaire campussen, is al heel wat. Er was een tijd, nog niet lang geleden, dat het debat onmogelijk was.