Zal minister Marghem erin slagen klimaatimpasse te doorbreken?

Zaterdaginterview

In de aanloop naar de klimaatconferentie van Parijs eind dit jaar, moeten alle landen hun geplande klimaatinspanningen kenbaar maken bij de VN-Klimaatconventie. In ons land is het klimaatbeleid al jaren in een impasse verzeild omdat de gewesten het niet eens geraken over de verdeling van de inspanningen. MO* polste Marie Christine Marghem (MR), sinds 11 oktober federaal minister voor Klimaat, Energie en Duurzame Ontwikkeling, naar een stand van zaken.

  • Kabinet van Minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling 'We moeten een balans vinden tussen de belastingen op kapitaal, op consumptie en op milieu.' Kabinet van Minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling
  • © Phil-Inkelberghe 'Iedereen wil geld om beleid te voeren op zijn territorium.' © Phil-Inkelberghe

Waarom raakt men het niet eens over die verdeling van de inspanningen?

‘Ik hou er niet van om met de vinger te wijzen.’

Minister Marghem: Men raakt het niet eens over de verdeling van het geld. De veiling van de emissierechten heeft intussen al de niet onaardige som van 212 miljoen euro opgeleverd. Dat bedrag staat op een geblokkeerde rekening en moet verdeeld worden onder de vier entiteiten die rond de tafel zitten.

Er is een Interkabinettenwerkgroep (IKW) voorzien over dit thema. Die IKW bestaat uit de vertegenwoordigers van de verschillende politieke partijen die de federale regering uitmaken.

Elke vertegenwoordiger kent de situatie en de gevoeligheden van zijn of haar gewest. Het Vlaamse Gewest is daarin vertegenwoordigd door de politieke partijen die in de federale regering zitten: CD&V, N-VA en Open VLD. Op het einde van vorige legislatuur had men bijna een akkoord, maar dat is spijtig genoeg fout gelopen.

Wie blokkeerde die oplossing?

Minister Marghem: In 2010 heeft Europa zijn klimaatbeleid 2020 bekend gemaakt, met drie duidelijke doelstellingen: 20 procent emissies inperken, 20 procent energie uit hernieuwbare bronnen produceren en 20 procent energie-efficiëntie realiseren. Elk land heeft duidelijke cijfers gekregen om dit te realiseren in de periode 2013-2020. België moet zijn opgelegde doelstellingen verdelen onder vier instanties: de drie gewesten en het federale niveau. Maar die verdeling sleept al aan sinds 2010, waardoor het hele klimaatbeleid geblokkeerd is. Ook de opbrengst van de veiling van de emissierechten onder het Kyotoprotocol (2008-2012) zit vast op een geblokkeerde rekening.

Dan kan u zeggen wie het wel was.

Minister Marghem: Ik hou er niet van om met de vinger te wijzen.

Maar wat is het fundamentele probleem dat een beslissing in de weg staat?

Minister Marghem: Het geld: iedereen wil geld om beleid te voeren op zijn territorium. Het reduceren van de emissies gebeurt in hoofdzaak op het territorium van de gewesten, met on shore windenergie, biomassa, in Wallonië ook met de watervallen van COO om een flexibiliteit op het net te kunnen garanderen. Het federale niveau heeft geen eigen territorium, maar wel de offshore windmolens op de Noordzee; de Noordzee is federaal. Elk van de partijen zegt dus: wij dragen bij aan de vermindering van emissies, dus willen wij ons deel uit die pot.

Naar verluidt vindt Vlaanderen dat het federale niveau geen recht heeft op geld uit die kas.

Minister Marghem: Blijkbaar, maar het Waalse gewest doet ook moeilijk. Het stelt niet dat de federale regering geen recht heeft, maar wel: ‘als Vlaanderen zoveel wil, willen wij ook zoveel’. Maar dan rest er voor het federale niveau niets en dat kan ook niet.

Voor de Kyoto-periode (2008-2012) was er wel een verdeling. Kan men hetzelfde percentage niet toepassen?

Minister Marghem: Dat moet elke keer opnieuw onderhandeld worden. Maar we willen nu alleszins werk maken van zo’n akkoord. De Nationale Klimaatcommissie (NK) moet de nodige elementen verzamelen en op basis daarvan haar werk hervatten. Die NK heeft gedurende een aantal jaren stil gelegen maar op 30 januari is ze voor het eerst sinds lang opnieuw samengekomen. Heel dit jaar zal het Brusselse Gewest de coördinatie op zich nemen, met name minister van Leefmilieu Céline Fremault.

Over een jaar is het mijn beurt. We zijn in actie geschoten en willen echt iets realiseren. Dat hangt ook samen met de internationale verplichtingen die België moet naleven. Tegen maart moeten wij bekend maken wat onze bijdrage gaat zijn aan het Groene Klimaatfonds voor 2015. Het Brussels Gewest heeft 600.000 euro beloofd, het Waalse Gewest een miljoen, en het federale niveau 500.000 euro.  

Levert het Vlaamse Gewest geen bijdrage? Ook voor 2014, tijdens de Lima-conferentie, hield Vlaanderen het been stijf.

Minister Marghem: Vlaanderen stelt: ‘Wij willen zelf ons klimaatbeleid bepalen en onze prioriteiten stellen zonder gehinderd te worden door beleidsbeslissingen die opgelegd worden.’
 
Vlaanderen weigert dus die internationale verantwoordelijkheid mee op te nemen?

Minister Marghem: Zo lijkt het, en dat zou echt ontgoochelend zijn. België is altijd pionier geweest in de klimaatonderhandelingen. Anderzijds, drie vierde van het land heeft wel positief gereageerd (federaal, Brussel en Wallonië), dat is toch niet slecht.

Minister voor Ontwikkelingssamenwerking De Croo heeft tijdens de klimaattop van Lima 50 miljoen euro toegezegd voor het Groene Klimaatfonds. Hoeveel zal dit bedragen voor 2015?

Minister Marghem: Voor 2015 heb ik nu nog geen cijfer over hoeveel de federale regering in staat zal zijn om te geven. De regering moet zich hierover nog uitspreken. Dat is nog niet gebeurd. En zo lang die lastenverdeling niet is gebeurd, kunnen we ook de precieze bedragen niet beloven.

Tegen maart moet dit wel duidelijk zijn.

Minister Marghem: Dat zou ideaal zijn. We zijn nog maar 14 februari. In de politiek is dat nog lang.

Ons land heeft op de klimaattop van Warschau in 2013 3,25 miljoen euro toegezegd voor het adaptatiefonds, maar nog niet gegeven. Waar wachten we op? Dit uitblijven neemt vertrouwen weg bij de ontwikkelingslanden.

Minister Marghem: Dat beloofde bedrag moet effectief overgemaakt worden. Die 3,25 miljoen euro is samengesteld uit de bijdragen van de gewesten en van de federale overheid; Vlaanderen en Brussel hebben hun bijdrage al betaald. Er wordt momenteel overleg gepleegd op het federale niveau om de federale bijdrage in te schrijven in het budget.

‘In het geval van niet-realiseren van de verdeling, is het jammer genoeg de federale regering die daarvoor moet opdraaien.’

© Phil-Inkelberghe

‘Iedereen wil geld om beleid te voeren op zijn territorium.’

Door de impasse in ons klimaatbeleid dreigen we de 2020 doelstellingen niet te halen. Voor hernieuwbare energie moeten we 13 procent halen en we zitten nog maar aan 7 procent. Ook voor de non-ETS sectoren (huishoudens, mobiliteit en landbouw) gaan we de doelstellingen niet halen. Wat gaat ons dat kosten?

Minister Marghem: Tegen 15 maart 2015 moeten we aan Europa laten weten welke onze emissies zijn in de non-ETS sectoren voor het eerste verbintenisjaar 2013. In het geval van niet-realiseren van de verdeling, is het jammer genoeg de federale regering die daarvoor moet opdraaien want binnen Europa bestaan de regio’s niet. Dit probleem zit al vast sinds 2009. We móeten een akkoord bereiken tegen maart. Ik ga ervan uit dat de regering inspanningen wil doen, wij zijn geen klimaatsceptische regering.

Wij zijn wel een jonge regering – nog niet lang in functie, en met een jonge gemiddelde leeftijd. De meesten hebben het principe van duurzame ontwikkeling en van het reduceren van emissies geïntegreerd. In de bedrijfswereld zijn er altijd problemen. Sommige bedrijven kiezen voor energie-efficiëntie omdat ze dit duidelijk zien als een win-win situatie, anderen hebben het daar moeilijk mee. De regering moet ook oog hebben voor het economische herstel. Die spanning is er altijd.

De civiele samenleving kan helpen om wat te pushen. Er is een Klimaatzaak aangespannen tegen de Belgische staat.

Minister Marghem: Inderdaad, een reeks bekende Vlamingen hebben ons een klimaatzaak aangespannen. Ik heb hen alvast een eerste keer ontvangen en hen voorgesteld om de ministers van de gewesten samen te brengen op mijn kabinet. Op 3 maart hebben we een afspraak. Ik heb hen wel gevraagd om realistisch te zijn. Je kan hoge percentages voorop stellen, maar als men een cijfer voorop stelt waarvan men zeker is dat het niet gehaald kan worden, heeft het weinig zin. Wanneer men in de politiek zit, moet men handelen. Stevige uitspraken doen is makkelijk wanneer je geen verantwoordelijkheid hebt. Maar vermits ik een advocate ben, heb ik hen gezegd: ‘Een rechtszaak, daar hou ik van!’ (lacht)

‘Op 3 maart hebben we een afspraak met Klimaatzaak en alle betrokken ministers.’

België heeft bij Europa voor de 2030 doelstellingen de positie verdedigd dat het slechts één verplichtende doelstelling zou zijn, alleen voor het inkrimpen van de uitstoot. Niet voor hernieuwbare energie of energie-efficiëntie. Dat lijkt me niet erg ambitieus, terwijl er in het regeerakkoord sprake is van een ‘ambitieus’ klimaatbeleid.

Minister Marghem: Die Europese top heeft plaats gehad op 23 en24 oktober, de regering is op 11 oktober geïnstalleerd. De eerste minister heeft België vertegenwoordigd in deze discussie maar die standpunten zijn vooraf voorbereid door werkgroepen op Europees niveau en – zoals iedereen weet - doorgelicht door lobbygroepen.

Wat hier gebeurd is, denk ik, is dat de zorg om het economisch herstelplan de doorslag heeft gegeven. Men is er heel sterk mee begaan om de competitiviteit van de bedrijfswereld niet aan te tasten.

Op het moment van de Europese onderhandelingen was deze regering dus nog heel pril maar sindsdien hebben we al wat meer samen rond de tafel gezeten. Ik heb bijvoorbeeld helemaal geen probleem gehad om van deze regering geld voor de klimaatconferentie van Lima toegezegd te krijgen. De toekomst voor ons klimaatbeleid ziet er helemaal niet somber uit, ik wil wel degelijk een ambitieus beleid voeren.

Jos Delbeke, hoofd van DG Clima van de Europese Commissie zei in een interview aan MO* op de vooravond van Lima: ‘Het klimaatbeleid in België lijkt wel ingeslapen. Men slaagt er niet in het klimaatbeleid te zien als een onderdeel van het industriële beleid.’

Minister Marghem: Ik begrijp die opmerking. Dat is inderdaad het werk dat er op tafel ligt en ik wil me daarvoor engageren. Ik ben omringd door goede medewerkers en voor de drie domeinen waarvoor ik bevoegd ben – energie, klimaat en duurzame ontwikkeling – is duurzame ontwikkeling de belangrijkste opdracht, omwille van het multidimensionele concept. Vanuit dat concept wil ik werk maken van een meer coherent beleid, op basis van de langetermijnvisie voor 2050, die uitgewerkt is met 55 concrete doelstellingen.

Er zijn bedrijven die beseffen dat inzetten op duurzaamheid een win-win gegeven is, maar er zijn er ook die het minder goed begrijpen. Voor energie-intensieve sectoren zoals de chemie is het ook moeilijker dan voor minder energie-intensieve. Die zaken moeten in de globale context bekeken worden, ook Europa doet dat. België maakt deel uit van die globale context. Maar ik ben omringd door een degelijke administratie voor duurzame ontwikkeling, die dit toch  op punt heeft gezet.

Voor klimaat lijkt er in het regeerakkoord wel geen ‘ sense of urgency ’. U zal nog werk hebben op dat vlak.

Minister Marghem: Daarin heeft u gelijk. De hoofdbekommernis van deze regering is echt het economische herstelplan. De ondernemingen moeten kunnen groeien om toegevoegde waarde te creëren, om de sociale zekerheid te kunnen financieren.

‘De hoofdbekommernis van deze regering is echt het economische herstelplan.’

Maar gezonde bedrijven en klimaatbeleid hoeven geen contradictie te zijn. In Lima wees de Britse econoom Nicolas Stern op de verschuiving in mentaliteit bij tal van grote spelers. Klimaatbeleid is een opportuniteit voor de economie.

Minister Marghem: Ik ben het daar volledig mee eens. En we hebben in België bedrijven die specifiek focussen op duurzame ontwikkeling, die daar hun core business van maken. Dat creëert ook nieuwe werkgelegenheid. Deze regering is daar niet tegen, maar ziet dit misschien nog niet als een prioriteit.  Men moet hen hierop attent maken.

Ik moet daarover waken en hen erop wijzen dat dit een prioriteit moet zijn en in de dagelijkse praktijk zou moeten verweven zitten. Maar momenteel lopen de onderhandelingen met de sociale partners en is er weinig ruimte voor dit onderwerp.

Hebt u concrete plannen voor bijvoorbeeld een vergroening van de fiscaliteit? Zelfs de OESO raadt ons een taksshift aan naar een groenere fiscaliteit.

Minister Marghem: Ik sta zeer positief ten aanzien van het uitwerken van zulke initiatieven. Ik heb aan de administratie van Leefmilieu gevraagd om een lijst op te maken met voorstellen die ik aan de minister van Financiën kan voorleggen. Uiteindelijk moet hij, in overleg met de hele regering, een globaal belastingplan voorleggen. Ik zal me ervoor inzetten opdat een aantal maatregelen voor groene fiscaliteit zullen opgenomen worden.

Voor de tax shift: we moeten een balans vinden tussen de belastingen op kapitaal, op consumptie en op milieu. Ook in duurzame ontwikkeling is dat een belangrijk punt. Ik hou wel van een mooie visie maar ze moet haalbaar zijn. Op vlak van duurzame ontwikkeling lijkt me het spoor van de circulaire economie interessant en Roland Moreau van de administratie van Leefmilieu zit op dezelfde lijn. Er is in deze thema’s een goede samenwerking met de gewesten en we willen bedrijven stimuleren om daarop in te zetten. We hebben ook heel wat troeven.

Het federale klimaatbeleid wordt gedeeltelijk gefinancierd door het Kyotofonds, dat gespijsd werd door een kleine heffing op onze elektriciteitsfactuur. Vorige regering heeft dit on hold gezet. Zal deze regering dit fonds opnieuw activeren of helemaal afschaffen?

Minister Marghem: Het regeerakkoord voorziet dat het Kyotofonds zou geschrapt worden, maar zonder te preciseren hoe en wanneer. Een federaal klimaatbeleid, in coördinatie met de gewesten, blijft alleszins noodzakelijk om de naleving van de doelstellingen van België binnen het Europese klimaat- en energiepakket en binnen het Kyotoprotocol op te volgen en te verzekeren. Momenteel denken we na over alternatieve oplossingen voor de financiering van dit beleid, om zo de dienstverlening van die federale administratie voor klimaatbeleid te kunnen bestendigen.

‘Men had maatregelen moeten nemen om de kernuitstap te plannen, maar de inspanningen daartoe zijn onvoldoende geweest en vaak slecht gemanaged.’

U bent ook minister van Energie. De regering heeft beslist om de kerncentrales Doel 1 en 2 langer open te houden, tot 2025, een beslissing die voor heel wat controverse heeft gezorgd.  

Minister Marghem: Mevrouw, dat is wel een heel breed onderwerp! Toen ik op 11 oktober aantrad als kersverse minister, gaf ik me er rekenschap van dat er een probleem is van elektriciteitsbevoorrading in België.

In 2003 heeft men beslist tot de kernuitstap. Men had vanaf toen maatregelen moeten nemen om die uitstap te plannen, maar de inspanningen daartoe zijn onvoldoende geweest en vaak slecht gemanaged. Er is de bubble geweest van de groene certificaten, die vroeg of laat betaald zullen moeten worden. Het offshore windpark zal pas over enkele jaren op volle capaciteit draaien. Ik moest iets doen en heb daarom, in samenspraak met de regering, beslist om de levensduur van die kerncentrales te verlengen. Tussen 2022 en 2025 zullen we uit de kernenergie stappen.

Deze regering gaat tot 2019, maar die zaken moeten geanticipeerd worden. Ik moet dus werk maken van een energietransitie, die zal bestaan uit een mix van energiebronnen. Dat moet betaalbare energie zijn, milieuvriendelijke, maar ik moet ook alle bestaande bronnen daarin opnemen: windenergie offshore en onshore, biomassa, zonnepanelen en nucleaire energie. Ook al gaat het aandeel van nucleaire energie dalen, toch zal er altijd een deel moeten behouden blijven om energiezekerheid te garanderen. Nu wordt in ons land 12.000 megawatt elektriciteit geproduceerd en zowat de helft is nucleair.

Wie gaat er deel uitmaken van dat energiepact?

Minister Marghem: We gaan een zo breed mogelijke groep bij elkaar brengen van alle stakeholders: bedrijven, verenigingen, ngo’s, instellingen. Representatieve instanties die pertinente belangen vertegenwoordigen.

Volgens het regeerakkoord moet de visie hierover er in de loop van 2015 uitgewerkt zijn.

Minister Marghem: Dat klopt. En zodra die visie er is, moet ik die laten goedkeuren door de vertegenwoordigers van de gewesten en gemeenschappen, zoals steeds. Maar het loopt, we maken vorderingen. Zodra er eensgezindheid is over de visie, zullen er vier transversale thema’s uitgewerkt worden op basis van vier of vijf vragen. Bedoeling is dat er met dit pact een reeks van concrete maatregelen kan genomen worden om de visie in werking te zetten.

Welke zijn de vier transversale thema’s?  

Minister Marghem: Dat kan ik niet zeggen, zolang ik niet het politieke akkoord en de instemming van de gewesten heb.

Op welke termijn denkt u dat hier duidelijkheid over kan zijn?

Minister Marghem: Ik hoop over een tweetal maanden, maar je weet dat nooit. Soms gaan de zaken niet zo snel.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.