Historica Tina De Gendt: ‘Je kunt de geschiedenis van een stad niet schrijven zonder het te hebben over migratie’

Interview

Een land kan ontkennen dat het divers is, een stad nooit

Historica Tina De Gendt: ‘Je kunt de geschiedenis van een stad niet schrijven zonder het te hebben over migratie’

Geschiedenis wordt doorgaans vanuit het centrum geschreven. Historica Tina De Gendt wil net het omgekeerde doen en beschrijft haar thuisstad Gent vanuit de rand. Ze toont aan dat de geschiedenis van de Arteveldestad nauw verweven is met migratie, maar ook met verzet en sociale verandering.

‘Elke formele geschiedenis heeft een informele voorgeschiedenis die verzwegen is’, zegt historica Tina De Gendt. Het is precies die verzwegen geschiedenis van haar thuisstad Gent die ze neerschreef in haar boek: De Poorten. Een verborgen geschiedenis van de wijken die de stad veranderden (2024).

Met ‘de Poorten’ verwijst De Gendt naar wat we doorgaans volkswijken, arbeiderswijken of zelfs probleemwijken noemen. Om hun ontstaan te kaderen, pikt de historica de verhaallijn op in 1860. Dat jaar werden de octrooien, de heffingen op goederen die de stad in- of uitgingen, afgeschaft.

De Gendt springt daarna naar de recente geschiedenis. Ze schrijft het verhaal van de wijken aan de hand van gesprekken, documenten en onderzoek. Dat onderzoek begon met haar aanstelling in 2018 als historian in residence bij het Gentse Stadsmuseum STAM en mondde uit in verschillende publicaties en een tentoonstelling.

Het werd één van de best bezochte tentoonstellingen ooit, vertelt ze na afloop van één van de laatste rondleidingen die ze zelf gaf. Daar is ze uiteraard blij mee. Toch was het aantal bezoekers nooit een maatstaf voor haar.

De meeste mensen in mijn bezoekersgroep, een twintigtal volwassenen die de vier uithoeken van de wereld lijken te vertegenwoordigen, konden hun woonplaats aanduiden op de gigantische luchtfoto in de interactieve ruimte van de expo.

‘Vaak wordt gedacht: eerst was er de stad en dan kwamen mensen er wonen. Maar eigenlijk is het andersom. Eerst komen de mensen en zo ontstaat een stad. Steden zijn dus door migratie ontstaan’, zegt de historica.

Verstedelijking en migratie kun je niet loskoppelen, zegt u?

Tina De Gendt: Op nationaal niveau kun je de geschiedenis van België nog schrijven zonder naar migratie te verwijzen, maar voor een stad is dat onmogelijk. Je kunt de geschiedenis van Antwerpen, Brussel of Gent, of je nu honderden of duizenden jaar teruggaat in de tijd, niet schrijven zonder het te hebben over migratie.

Zoals socioloog Eric Corijn met een slagzin zegt: ‘‘Een stad is geen land. Een stad moet het niet hebben van haar gemeenschappelijkheid of stabiliteit, maar juist van verschillen en mobiliteit.’’ Steden zijn ‘‘spaces of flow’’: plekken die voortdurend in beweging zijn. Dat is wat steden doen in deze wereld: ze brengen dynamiek. Migratie maakt daar deel van uit, net als economie, politiek en natuurlijk ook sociale processen en cultuur.

Migratie is een rode draad in alles. Je kunt de geschiedenis van een stad niet schrijven zonder het te hebben over migratie. En je kunt de geschiedenis van migratie ook niet schrijven zonder het te hebben over steden. Stedelijkheid en mobiliteit en stedelijkheid en migratie zijn eigenlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden.

In Gent hebben nieuwkomers zich van oudsher rond de stadspoorten gevestigd. Maar was de oorspronkelijke functie van die poorten niet net om te bepalen wie wél en wie niet binnen mocht, en om de stad te beschermen?

Tina De Gendt: De manier waarop wij nu ons stadspoorten verbeelden, zit heel sterk in een context van grenzen die dicht moeten en muren die opgetrokken moeten worden. Eigenlijk is dat een verkeerde projectie en een verbeelding die heel erg op onze huidige blik op migratie is geschreven.

Er waren inderdaad periodes waarin stadspoorten die functie hadden, maar hun allerbelangrijkste rol was om ervoor te zorgen dat er passage was, want dan kon je tol heffen en had je dus inkomsten.

Maar los daarvan wilde men in de Middeleeuwen ook niets liever dan dat mensen uit Venetië, Firenze of Cordoba in de stad kwamen wonen en dat er verschillende talen werden gesproken. Dat was een cultureel en politiek kapitaal.

Het verschil met nu is dat migratie toen niet geproblematiseerd werd en al zeker geen obsessie was zoals vandaag. Dat zie je aan het feit dat er niet zoveel gegevens over de nieuwkomers werden bijgehouden in vergelijking met nu. Tegenwoordig worden delen van het Amazonewoud gekapt om over migratie te schrijven.

Het was misschien geen obsessie, omdat die migratie nog kleinschaliger was?

Tina De Gendt: Verschillende historici, onder wie de Nederlandse historicus Leo Lucassen, en bij ons Hilde Greefs en Anne Winter, maar ook in Frankrijk en Engeland, kwamen tot de conclusie dat migratie ook voor de negentiende eeuw intens aanwezig was. Er is zelfs een onderzoek dat aantoont dat de migratie gedurende de laatste tweeduizend jaar constant is gebleven op 3,5%. En we zitten daar vandaag dus niet boven.

Natuurlijk is het moeilijk om te vergelijken met nu. Mensen kwamen van minder ver. Er waren heel veel mensen die ook weggingen, maar immigratie was wel heel sterk aanwezig en werd ook niet geproblematiseerd.  

Eigenlijk is het pas honderd jaar geleden dat wij gezegd hebben wie wel en wie niet mag migreren. Het breekpunt in de migratiegeschiedenis kwam er naar aanleiding van de Eerste Wereldoorlog. Voor die periode waren er wereldwijd bijna geen papieren bewijzen. Niemand had een paspoort of een identiteitskaart. Je moest je niet legitimeren om over de grens te gaan en je moest geen argument geven om te migreren.

Eigen geschiedenis

Ook mensen met een migratieachtergrond zijn vandaag bezig hun eigen geschiedenis op te rakelen en willen er meer over weten. Hoe kijkt u daarnaar?

Tina De Gendt: Toen in 2014 vijftig jaar Turkse en Marokkaanse migratie gevierd werd, was het opvallend hoeveel media deze herdenking als de geschiedenis van ‘‘de ander’’ beschouwden. Het was ‘‘hun geschiedenis’’. Maar je hoeft maar om je heen te kijken om te beseffen dat alles hier met migratie te maken heeft.

Daarin schuilt de tegenstrijdigheid waarin we ons bevinden. Enerzijds zeggen we dat superdiversiteit een grote impact heeft op onze samenleving. Anderzijds ontkennen we dat vroegere migraties een impact hebben gehad. Narratieven zijn belangrijk, ook voor onze toekomst. Want de manier waarop we naar de toekomst kijken, is vaak sterk gebaseerd op ons beeld van het verleden.

Parallel daaraan beweegt er de laatste tijd heel veel rond erfgoed en hoe je mensen met een migratieachtergrond daarbij betrekt. Musea streven ernaar om een divers publiek aan te trekken.

Tina De Gendt: Het idee dat je aan mensen erfgoed kunt opleggen, werkt gewoon niet. We gaan tegenwoordig op een hele andere manier om met identiteitsvorming dan vijftig jaar geleden. Voor sommigen betekent Vlaanderen misschien heel veel, maar in de steden zijn het toch de wijken die er echt toe doen. Mensen identificeren zich heel sterk op het niveau van hun wijk en hun stad, en dat is een globaal fenomeen.

Die identiteitsvorming gebeurt niet door simpelweg te zeggen ‘‘Wij zijn allemaal Gentenaar’’ of ‘‘Wij zijn allemaal Antwerpenaar’’. Het gaat erom dat we erkennen dat er verschillen én gebreken zijn. Dat is het belangrijkste punt van mijn werk: we moeten de onderhandeling over wat er in ons gedeeld verleden gebeurd is durven aan te gaan.

Erfgoed gaat heel vaak over wat we gemeen hebben: wat we willen bewaren, wat we leuk, mooi en positief vonden. Terwijl geschiedenis ook gaat over pijn, trauma’s en geweld. Maar die aspecten worden heel vaak onzichtbaar gemaakt. En juist die verborgen geschiedenis wil ik zichtbaar maken.

Over welk soort pijn en trauma heeft u het dan?  

Tina De Gendt: Over de pijn en het trauma van racisme, bijvoorbeeld. Of over gelijke rechten. Ik denk dat heel veel mensen soms echt schrikken van hoeveel strijd er in de jaren ’70 en ’80 rond deze thema’s werd gevoerd. Ze vragen zich af waarom ze daar niets over weten.

Bijvoorbeeld de dekoloniale beweging van vandaag, zoals Black History Month of Black Lives Matter, heeft een lange voorgeschiedenis. De beweging rond mensen zonder papieren of de solidariteit met Palestina zijn ook al decennialang bezig.

Elke generatie denkt dat ze de eerste is die met een bepaalde strijd bezig is en je kunt hen eigenlijk niets verwijten. Het probleem is dat die geschiedenis helemaal niet in ons collectief geheugen zit, omdat ze niet wordt bijgehouden. Alles wat met protest en verzet te maken heeft, of het nu gaat om verschillende vormen van ongelijkheid, racisme of uitbuiting, wordt systematisch uit de geschiedenis geschreven. De enige manier om daardoor te breken, is om er nieuwe narratieven tegenover te zetten.

Gentrificatie

U zegt dat de zone aan de rand van de stad altijd al een broeihaard voor verandering was. Zelfs nog voor er sprake was van de poortwijken. Is dat vandaag nog steeds het geval?

Tina De Gendt: De manier waarop we nog altijd over steden denken, is dat je een centrum hebt waar dingen gebeuren. Daarnaast heb je de rand waar niets lijkt te gebeuren: de negentiende-eeuwse gordel of poortwijken in Gent, Borgerhout en Berchem in Antwerpen, of Schaarbeek en Molenbeek in Brussel.

Maar dat klopt niet, want net deze plekken hebben een hele dynamiek. Alleen wordt die niet gezien omdat het gesegregeerde ruimtes zijn. Er is al sinds de negentiende eeuw een soort miskenning van wat allemaal gebeurt aan de rand van de stad en hoe belangrijk dat op de lange termijn is.

Het is in deze wijken dat mensen eind negentiende eeuw met grote dromen aankwamen om vast te stellen dat ze geen rechten hadden. Geen stemrecht, geen toegang tot onderwijs, geen kansen om vooruit te komen. En het is ook daar dat ze de strijd voerden voor gelijke rechten.

De arbeidersbeweging en de verzuiling die wij nu kennen, de socialistische, liberale en katholieke groepen, hebben hun wortels in die poortwijken. De opkomst van de socialistische arbeidersbeweging, later de Groene Beweging en vooral de zelforganisaties zijn duidelijke voorbeelden van hoe mensen zich collectief organiseerden om strijd te voeren tegen ongelijkheid.

Tegelijkertijd verklaart die structurele ongelijkheid ook waarom deze wijken zo vatbaar zijn voor conflict, spanningen, geweld, criminaliteit, verslavingsproblematiek en noem maar op.

Maar de functie van die wijken als transitzones en als motor van verandering komt nu op de helling, schrijft u in de laatste hoofdstuk van uw boek.

Tina De Gendt: ‘Door gentrificatie komen een aantal fundamentele dynamieken van poortwijken onder druk te staan. Ik overloop er in mijn boek drie: de verhuisbewegingen vallen stil, de onderhandeling over de publieke ruimte van onderop wordt overgenomen door overheden en projectontwikkelaars en de bewoners slagen er minder in zich collectief te organiseren.’

Door wat als een sociale mix bedoeld was, is wonen in de stad onbetaalbaar geworden. Mensen gaan ook de ruimte niet zomaar kunnen aanpassen, want die is veel te duur geworden. Ook verenigingen en organisaties vinden daardoor geen plek meer. Er zijn geen oude industriepanden, geen oude garages die vrijkomen.

Maar als mensen wegtrekken en er geen nieuwe meer bij komen, valt het creatief en economisch potentieel weg. De globale connecties vallen weg, waardoor je een stad krijgt die een soort toeristendorp wordt. Eigenlijk functioneert die dan niet meer als een stad, en daardoor dreigt ze ook haar positie in de wereld kwijt te raken.

Dat is precies wat met een stad als Amsterdam gebeurde. Oudere gemeenschappen, zoals de Marokkaanse, zijn massaal aan het vertrekken. De derde generatie kan geen woning kopen in de stad omdat dat te duur is geworden. En daar profiteert Rotterdam enorm van. Dat zie je ook in Gent gebeuren. Mensen trekken nu naar Ronse, Kortrijk en Zelzate. Daar ontstaan nieuwe verenigingen en subculturen.

Zijn de beleidsverantwoordelijken in Gent zich daarvan bewust?

Tina De Gendt: Het is dubbel. Heel veel van de stadsvernieuwingprojecten zijn weliswaar begonnen vanuit het idee dat een sociale mix in de wijken de oplossing is voor armoede en andere problemen. Alsof iemand rijk wordt door naast iemand rijk te wonen.

Maar in Gent is er ook het sociale spoor van stadsvernieuwing dat oog heeft voor het behoud van een balans in de stad, zodat wonen nog betaalbaar blijft en vereniging en inspraak worden gestimuleerd.

Maar zolang de overheid niet daadwerkelijk ingrijpt op de huisvestingsmarkt, door bijvoorbeeld stevig te investeren in sociale woningen of door prijsplafonds in te voeren, vrees ik dat je te maken hebt met een soort doos van Pandora. In werkelijkheid is in steden als Antwerpen, Gent en Brussel die doos al opengegaan. Maar dingen kunnen ook snel keren, na een crisis of een oorlog. Ik weet het, dat klinkt erg pessimistisch.

En misschien zegt het genoeg dat ik als historica over de poortwijken schrijf. Dat is vaak een teken dat iets bijna geschiedenis is. Historici lopen tenslotte vaak achter de feiten aan. (lacht)

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in