28.000 overheidsjobs op de tocht

Nieuws

28.000 overheidsjobs op de tocht

Joyce Mulama

10 december 2003

Onder druk van zijn internationale donors heeft Kenia aangekondigd dat het de overheidsdiensten de komende twee jaar met ongeveer zeven procent zal inkrimpen. Vakbondsleiders zijn woedend over deze plannen, vooral omdat zij helemaal geen inspraak hebben gehad. Het Internationaal Muntfonds is de boeman in kwestie.

Begin deze week liet Francis Muthaura, het hoofd van de Keniaanse ambtenarij, weten dat het niet mogelijk is de 425.000 ambtenaren die het land telt in dienst te houden. Vanaf juli volgend jaar zullen meer dan 23.000 ambtenaren moeten afvloeien. Het jaar nadien zullen nog eens 5.000 anderen volgen. Muthaura wees erop dat momenteel tachtig procent van het overheidsbudget opgaat aan salarissen van ambtenaren, waardoor maar twintig procent overblijft voor andere cruciale behoeften.

Critici menen dat de Keniaanse regering met deze plannen ingaat op de voorwaarden van het Internationaal Muntfonds (IMF) en de Wereldbank om de ambtenarij af te slanken in ruil voor vers geld. Drie weken geleden heeft het IMF voor het eerst sinds tien jaar opnieuw een lening toegestaan aan Kenia, ter waarde van 205 miljoen euro. De beslissing om de openbare dienst te hervormen, is genomen tijdens een tweedaagse topontmoeting tussen de regering en de donors op 24 en 25 november. De Wereldbank gaf Kenia het advies werknemers te ontslaan omdat de ambtenarij veel te omvangrijk is en omdat een afslanking de economie zou kunnen aanzwengelen.

De vakbonden zijn niet zo tevreden met deze plannen. Dit is een ernstig probleem. De Keniase regering kan niet zomaar op haar eentje beslissen dat zij voorwaarden aanvaardt die zijn opgelegd door de donoren, meent George Muchai, vice-algemeen secretaris van de Keniase Centrale Organisatie van Vakbonden COTU. Het afslanken van de openbare diensten moet een onderwerp vormen van een discussie met alle belanghebbenden: de regeringen, de vakbonden en de werkgevers. COTU is hierin een belangrijke partner want wij vertegenwoordigen de werknemers. COTU zou de regering advies hebben kunnen geven over de negatieve gevolgen van de afvloeiingen, aldus Muchai.

Op de regionale vergadering van de Internationale Arbeidsorganisatie IAO van 2 tot 5 december in Ethiopië werden de ontwikkelingen in Kenia gekaderd in een algemene Afrikaanse trend. Bezuinigingen en afdankingen worden opgelegd buiten de drieledige overlegstructuur van regering, vakbonden en werkgevers. Wanneer deze drie partners samenwerken in belangrijke vergaderingen, zal het gemakkelijker zijn om netelige kwesties zoals afvloeiingen aan te pakken, omdat iedereen dan vertegenwoordigd is en inspraak kan hebben, meent George Ruigu, vice-voorzitter van COTU.

COTU wil een nationale staking uitroepen en hoopt dat de Keniaanse ambtenarenbond meedoet. Wij vinden dat niemand mag worden ontslaan. De regering mag niet toegeven aan de druk van de donors en daardoor haar onderdanen in de problemen brengen, stelt Mwondi Rajab, algemeen secretaris van de Keniaanse drukkersbond.

De werkgevers menen dat de regering de keuze heeft: ingaan op het verzoek van de donors en hulp ontvangen of weigeren zich naar hun voorwaarden te schikken en het geld kwijtspelen. Maar als zij het geld krijgt, moeten de donors bereid zijn een vangnet te voorzien voor de mensen die worden ontslagen, zodat zij ook daarna nog een waardig leven kunnen leiden, meent Tom Owuor, directeur van de Keniase Werkgeversfederatie FKE. Hij vindt dat de regering moet nagaan waar er een tekort is aan personeel en de ontslagen ambtenaren daar moet inzetten. De staat moet proberen de hervormingen die de donors vragen door te voeren zonder de bevolking schade te berokkenen, meent hij.

Critici wijzen er intussen op dat vroegere besparingen de Afrikaanse economie niet veel hebben opgeleverd, maar de landen alleen maar armer hebben gemaakt. Drie op vier Afrikanen moeten overleven met minder dan twee euro per dag. Bij de laatste besparingsronde in Kenia in 2000 zijn ook al 25.000 ambtenaren afgevloeid en het land verkeert nog altijd in armoede. Volgens het ministerie van Planning en Nationale Ontwikkeling moet meer dan 56 procent van de Kenianen rondkomen met minder dan één euro per dag.

Economen zijn ervan overtuigd dat de armoedeproblemen niet zullen worden opgelost en dat de Afrikaanse economie zich niet zal herstellen door bezuinigingen, maar wel door het scheppen van werkgelegenheid. Onder andere op het terrein van de landbouw en de kleine ondernemingen liggen er volgens George Ruigu nog kansen.

Als reactie op de problemen van werkloosheid en armoede heeft Blasie Compaore, de president van Burkina Faso, tijdens de IAO-vergadering voorgesteld een Buitengewone Top van Staatshoofden en Regeringsleiders te organiseren over de creatie van werkgelegenheid en armoedebestrijding. De vergadering zal in mei 2004 plaatshebben in Ouagadougou in Burkina Faso.